Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
DANIEL JOHNSTON (Austin, TX)
Het optreden van Daniel Johnston op SXSW is een thuiswedstrijd. Lang geleden deelde hij cassettebandjes uit aan mooie meisjes in straten van Austin. Wie een bezoek brengt aan die stad moet zeker ook niet voorbijgaan aan de muurschildering die de excentrieke singer-songwriter op een van de panden in de Texaanse stad maakte. In mindere tijden verbleef hij regelmatig in het Austin Mental Hospital, maar tegenwoordig gaat het goed en komt hij daar alleen nog om optredens te geven. Onder begeleiding reist de cultlegende door de hele wereld. Zo stond hij eerder o.a. op Crossing Border, Take Root en het Deense Roskilde. Naast zingen, gitaar spelen en het eren van zijn helden, zoals The Beatles, Captain America en Casper the Friendly Ghost, kan hij fantastisch tekenen. Ook dit jaar heeft Daniel weer een bijdrage geleverd aan de merchandise van SXSW.
» // albumbespreking
» // website
CENTRO-MATIC (Denton, TX)
In hoeveel veel gedaanten zagen we Will Johnson de laatste jaren niet op de Nederlandse en Vlaamse podia? Feit is dat de Texaan met twee bands (Centro-Matic en South San Gabriel) en een solocarrière de gruwelijke productiviteit benadert van Rob Pollard, voorman van Guided By Voices. En dat zijn output, net als die van Pollard, van een fantastisch niveau is. Problemen in zijn relatie en een verhuizing van hometown Denton naar Austin hebben hierin geen verandering gebracht. Integendeel. Johnson bericht ons vanuit zijn laatste tour met Centro-Matic door de V.S. (met Jason Isbell van Drive-By Truckers in de gelederen) dat The Carlton Chronicles, de derde plaat van South San Gabriel, binnenkort zal verschijnen. Met daarop songs geschreven vanuit het perspectief van een kat. Natuurlijk speelt Johnson met Centro-Matic ook op SXSW. Het liefst twee keer als het aan hem ligt.
» // liveverslag
» // website
THE FUTUREHEADS (Sunderland, UK)
Terwijl met name de Nederlandse platenmaatschappijen Oost-Indisch lijken te zijn, veroveren The Futureheads gestaag het Engelse land en het Amerikaanse continent. De groep heeft niet één maar meerdere zangers - vier om precies te zijn. Alleen daarmee al onderscheiden ze zich van collega-bandjes.
The Futureheads verrassen met een stukje acapella, geven zingend het
ritme van een nummer aan, zingen in koor het refrein mee, zijn lekker
tegendraads en geven hun soms songs iets extra's door de toevoeging van
achtergrondkoortjes. Aan Nederland gaat het misschien allemaal voorbij, maar in cowboyhoedengemeenschap Austin, Texas kan er met grote teugen van The Futureheads genoten worden.
» // albumbespreking
» // website
BLOC PARTY (Londen, UK)
Let op onze woorden: 2005 wordt het jaar dat Bloc Party het waarmaakt. Zonder twijfel zijn deze Glaswegians de rechtmatige opvolgers van de hypekroon, die het eens hippe Franz Ferdinand ze persoonlijk zal overhandigen. Een hype met zonder meer een rooskleurige toekomst in het vooruitzicht, dat bewezen de miniplaat van Bloc Party, het optreden op de laatste editie van London Calling en de concerten als voorprogramma van Interpol al. Het kersverse debuut Silent Alarm zal zelfs de meest ongelovigen doen twijfelen aan hun afkeur voor alles dat geurt naar jaren tachtig en postpunk. Bloc Party's muziek laat zich precies in het midden tussen Franz Ferdinand en Interpol plaatsen. Om kort te gaan: tegendraadse ritmes, huilende vocalen in de overbekende Robert Smith-traditie en overweldigende popmelodieën die het jaar 2005 met gemak zullen overleven. Dat wordt vast smullen op de Texaanse vlaktes en ook al zetten ze nota bene Brian Wilson achter de microfoon om de cowboys toe te spreken, met de hipheidsfactor zit het wel goed op SXSW 2005. Bloc Party, baby!
» // liveverslag
» // albumbespreking
» // website
VIC CHESNUTT (Athens, GA)
Omdat we hadden afgesproken dat de Kindaeenentwintig van 2004 geen reissues mocht bevatten, ontbraken niet minder dan de vier mooiste platen uit dat jaar en eerder, namelijk de heruitgaven van de eerste vier platen van Vic Chesnutt op New West (Sonic Rendezvous). Platen die deze scribent van KindaMuzik nu al maanden achter zich aansleept. Howe Gelb, leider van Giant Sand, vertelde het me als volgt: “Ik ken niet alle songschrijvers in alle landen, maar als ik afga op wat ik weet en wie ik ken, dan is Vic de beste.” De vanuit studentenstad Athens in Georgia, waar ook R.E.M. vandaan komt, opererende zanger en songschrijver brengt sinds zijn door Michael Stipe geproduceerde debuut Little uit 1990 louter indringende liedjes met scherpe randjes voort, ontroerend lieflijk soms en dan weer gemeen bijtend. Melancholisch en fel tegelijkertijd. Zijn laatste plaat Silver Lake was opnieuw een topper en zijn optreden, voorlopig het laatste in Nederland, op Take Root 2003 in Assen ronduit verpletterend. Vrienden, Chesnutt will rock Austin, Texas.
» // albumbespreking
» // website
THE RAVEONETTES (Kopenhagen, Denemarken)
Hoe zullen de Texanen aankijken tegen het kunstzinnige duo The Raveonettes uit Denemarken, bestaande uit een jongen en meisje, voor wie de verpakking minstens zo belangrijk is als de inhoud. Just like honey, zo klinkt de ongedwongen stofzuigerrock met omfloerste vocalen van gitarist Sune Rose Wagner en bassiste Sharin Foo. Inderdaad, precies zoals gitaarkanonnen van The Jesus And Mary Chain dus. Maar dan met de gemene looks en gimmick van The White Stripes die al even nauwgezet hun imago bewaken. Hoewel de meningen verdeeld zijn over The Raveonettes, hebben hun songs vol sonische draaikolken en tienerleed wel iets. En wie zegt dat we popmuziek altijd zo serieus moeten nemen? The Raveonettes grijpen net zo lief terug op Phil Spectors majestueuze niemendalletjes die ook al ingemetseld werden in een muur van geluid. De promoman of –vrouw die in Texas de miniplaat Whip It On en de langspeler Chain Gang of Love moet slijten, wensen wij veel sterkte.
» // liveverslag
» // albumbespreking
» // website
HOT HOT HEAT (Victoria, BC)
Het modebewuste muziektijdschrift Spin Magazine vatte het vlekkeloze debuut van Hot Hot Heat, Make Up the Breakdown geheten, perfect samen met de volgende vijf woorden: "teaching punk how to dance." Een bijzonder album dat vol staat met de meest catchy refreintjes aangevuld met geinige orgeltjes, staccato gitaarwerk en een swingende ritmesectie. Een soort ultrahippe mix van XTC en Gang Of Four, waarbij vooral de stem van Steve eruit springt, die tot vervelens toe met die van vleermuis Robert Smith (The Cure) wordt vergeleken. De vier jonge Canadezen hebben het nieuwe album, Elevator, zo goed als klaarliggen voor release en de eer is aan het kritische SXSW-publiek om de nieuwigheden als eerste te proeven. Zoals KindaMuziks Alexis Vos, die hen interviewde, het al eerder zei: "Alleen comapatiënten kunnen er stil bij blijven."
» // liveverslag
» // website
BRIAN WILSON (Hawthorne, CA)
De geschiedenis hoeft niet in detail herhaald te worden als het om Smile gaat. Iedereen weet inmiddels wel dat Brian Wilson vond dat de muziek zijn tijd te ver vooruit was. Dat althans is de nette versie van het verhaal, de werkelijke versie laat een eenzame jongeman zien die artistiek met rasse schreden zijn concurrentie en publiek maar eigenlijk ook zichzelf voorbij streefde. De jongeman kon het niet verkroppen dat Smile net zoals Pet Sounds, weer niet begrepen zou worden. Dan maar niet uitbrengen, zelfs ondanks de reclame in diverse tienerbladen. Maar ruim dertig jaar later ligt Smile in de winkels. Op SXSW is de Here zelf aanwezig (met co-auteur Van Dyke Parks) om verhalen uit den oude doosch te vertellen tijdens een paneldiscussie. Uniek! En misschien ook nog wel een optreden…"
» // website
GOLDIE LOOKIN´ CHAIN (Newport, Wales)
Je zet acht halve garen in een muziekstudio, hult ze in trainingspakken uit de jaren tachtig, geeft ze veel muziek uit die tijd mee om te luisteren en je krijgt een debuutplaat die de titel Greatest Hits meekrijgt. GLC presteert het om nummers neer te zetten die er allen voor zorgen dat je aan je aanbevolen dagelijkse hoeveelheid lachen toekomt, maar die ook nog eens retegoed in elkaar steken. 'Guns Don't Kill People, Rappers Do' is een mooi voorbeeld. Een kort maar krachtig gesamplede gitaargroove zorgt voor een aanstekelijke basistrack waarna de ironie vlijmscherp z'n werk doet. "Guns don't kill people, rappers do/Ask any politician and he'll tell you it's true". Logica is soms omgekeerd in de echte wereld en GLC drijft dit idee dertien liedjes tot in het extreme door. De muzikale Blackadder: zien dus!
» // albumbespreking
» // website
MONO (Tokio, Japan)
Het Japanse Mono werd al snel opgemerkt door John Zorn, die ze in 2001 op zijn eigen Tzadik-label liet debuteren. Sindsdien doorkruisen ze naast hun thuisland met een niet aflatend enthousiasme de Verenigde Staten en Europa. Steeds slagen ze erin om het publiek te overweldigen met een apocalyptische set, waarin melodie, ingetogen spanning en bombast elkaar vinden. Mono manoeuvreert tussen verstilde tragiek en extreme geluidsexplosies, zonder daarbij het oog voor detail te verliezen. Intussen brachten ze al drie platen uit en binnenkort zou er een split-cd met geestesgenoten Pelican op stapel staan, waarop de ingeslagen weg ongetwijfeld verder verkend wordt.
» // albumbespreking
» // website
ARIEL PINK (Los Angeles, CA)
Ariel Pink´s Haunted Grafitti verzorgde een van de meest bizarre liedjesplaten van 2004. In de Zuid-Californische heuvels, net onder de rook van het decadente Los Angeles nam Ariel Pink met zeer beperkte apparatuur The Doldrums op. Dit resulteerde in een bevreemdende liedjeswereld die eigenlijk niet zo heel ver van de werkelijkheid af staat. Ariel Pink’s Haunted Grafitti balanceert er op het randje van het geloofwaardige. Het verbaast dan ook niemand dat in Ariels bizarre wereldje niets klinkt zoals het zou moeten klinken. De doffe produktie is het resultaat van de meest low budget opnameapparatuur en ook de drumgeluiden zijn het resultaat van Ariels zijn eigen stembanden. Ontdek vandaag al de revelatie van morgen!
» // albumbespreking
» // website
JESSE DAYTON (Beaumont, TX)
Wie Daytons muziek wil omschrijven, komt al gauw in spraakverwarring terecht. Het prettig in het gehoor liggende album Hey Nashvegas! was te country voor Nashville, aldus Dayton zelf. "Ik heb te maken met allerlei aannamen die er over mij bestaan. De majors durven niet met mij in zee, voor hen ben ik te country. Maar als je bij ons naar de countryzenders luistert, merk je dat ik daar in de verste verte niet op lijk. Ik zie mijzelf als een american songwriter, ik put uit allerlei bronnen: blues, rockabilly, country, swing, folk, cajun." Aldus deze stoere countrysoulbrother uit de Amerikaanse staat Texas.
» // liveverslag
» // albumbespreking
» // website
JOHNNY DOWD (Fort Worth, TX)
Moordenaars, criminelen en travestieten. De platen van Johnny Dowd worden steevast bevolkt door de randfiguren van de aarde. Alle zes door hem gemaakte platen zijn stevig geworteld in oeroude Amerikaanse folk en blues en elke keer weer weet hij weer inventief te vertellen over de misfits van de samenleving. De al 56-jarige Amerikaan werd geboren in Fort Worth in Texas. Toch is Dowd een relatieve nieuwkomer. Zijn debuut, het onovertroffen Wrong Side of Memphis, maakte Dowd in 1998, op vijftigjarige leeftijd. Daarvoor werkte Dowd als verhuizer. Inmiddels heeft hij, voornamelijk in Europa, naam gemaakt en kan hij zich volledig op zijn muziek richten. Nieuw is dat hij zich tegenwoordig ook bezighoudt met het voordragen van poëzie. We zijn dus erg benieuwd naar het optreden van deze rasechte verhalenverteller op SXSW.
» // liveverslag
» // albumbespreking
» // website
DEATH FROM ABOVE 1979 (Toronto, Canada)
Waar de meeste hippe bandjes het voortaan zonder bassist doen, doen deze zware jongens uit Toronto, Canada, het juist zonder gitarist. Drums en bas
leggen een solide basis voor de klaagzang van zanger Sebastien Grainger
waardoor de zessnarige plank geen moment wordt gemist. De hoekige riffs van
de basgitaar worden prettig rond geveild door dansbare ritmes. De noise kan
op het ene moment op hol slaan als een opgefokte tandartsboor, maar meteen
daarna aardig retro uit de hoek komen. Tegelijkertijd blijft het duo
evenveel urgentie uitstralen als een waarschuwingssysteem voor een tsunami.
Mocht het, wanneer je deze vloedgolf aan geluid hebt opgezet, al niet te
laat zijn.
» // albumbespreking
» // website
ISIS (Los Angeles, CA)
Door al het geweld van nieuwe releases van Mastodon, Neurosis, Dillinger
Escape Plan en Cult Of Luna zouden we bijna vergeten dat ook Isis met
Panopticon een zeer verdienstelijke plaat heeft afgeleverd. SXSW
is de Bostonse band niet uit het oog verloren. En dat is terecht. Met
Panopticon gooit de band het juk van zijn grote broer Neurosis
definitief van zich af en wisselt gemakkelijk tussen de bruutheid van eerder
genoemde bands en de atmosferische escapades van een Godspeed You Black
Emperor of Mogwai. Geen wonder dat deze unieke band in de stal van Mike
Pattons Ipecac-label zit. De goede man heeft altijd wel een aardige neus
gehad voor interessante metalbands.
» // albumbespreking
» // website
SLEATER-KINNEY (Olympia, WA)
De ultieme riffband? Daar lijkt het haast wel op. Pluk zomaar een nummertje van Sleater-Kinney van het net en je betreedt een wereld vol wervelende, catchy gitaarnoten die elkaar achterna zitten alsof Donald Rumsfeld ze op de hielen zit. De drie dames uit Portland maakten in hun tien jarige, basloze bestaan zes hoogstaande albums. Geen andere band heeft in die jaren energieker weten te klinken en hun popgevoel maakt het een onverstaanbare smeltkroes van punk, indierock, 60’s soul en garage. De grote doorbraak vond echter nooit plaats, maar misschien gaat het met hun in mei te verschijnen nieuwe cd wel gebeuren. Onder productie van Dave Fridmann komt deze namelijk uit op roemruchte Sub Pop en dat maakt tegelijkertijd een bezoek aan de Lage Landen ook weer waar wat aannemelijker. Want oh, wat wachten we nu al lang voordat Corin, Carrie en Janet ons aan de andere kant van oceaan weer om ver komen blazen.
» // liveverslag
» // albumbespreking
» // website
AMERICAN MUSIC CLUB (San Francisco, CA)
Wie American Music Club zegt, zegt Mark Eitzel. Eitzel heeft vanaf 1986 het geluid van de band bepaald met zijn gepassioneerde zang en zijn teksten vol frustratie, somberheid, alcohol en gebrek aan eigendunk.
Tussen 1996 en 2003 gingen Eitzel en de andere leden van de band ieder hun eigen weg. Maar echt een goed idee bleek dat niet te zijn. De solo - albums die Mark Eitzel in die periode uitbracht vallen bijna stuk voor stuk tegen en Vudi, Danny Pearson en Tim Mooney kregen in die periode weinig werk uit hun handen.
Gelukkig besloten de leden weer samen te gaan spelen en maakte de American Music Club in 2004 een glorieuze comeback met de cd Lovesongs for Patriots, een album dat met Mercury en Everclear tot het beste behoort dat de band ooit uitbracht.
De concerten die de band in Nederland gaf waren het levende bewijs dat de American Music Club beter op dreef is dan ooit.
» // liveverslag
» // albumbespreking
» // website
http://www.kindamuzik.net/features/article.shtml?id=8494
Meer Diverse Artiesten op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/diverse-artiesten
Deel dit artikel: