Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Na twintig jaar zijn dit De Boers wapenfeiten: hij stond met Zea en als zanger/gitarist van The Ex al zo'n tweeduizend keer op een podium. In vijfendertig landen op zes verschillende continenten. Hij maakte met Zea vijf albums, veel 7"-singles, een paar ep's en vier cassettes, waarvan eentje in Ethiopië.
In oktober 2015 voegt hij er The 7" Cassette aan toe. Een cassette waarop Arnold de Boer liedjes heeft verzameld die hij met Zea wel live speelde, maar nooit op een album uitbracht, B-kantjes van 7"-singles die snel uitverkochten, liedjes die op nauwelijks te vinden compilatie-cd's stonden en liedjes die hij terugvond in zijn digitale archief. Zo hoor je het lekker stuiterende 'We Buried Indie Rock Years Ago', de mash-up van Coldplays 'Clocks', het akoestische 'Atomic Heart', een cover van Wim T. Schippers' 'Stuck on You' en de Zeasingle 'An Experience of Trouble' uitgevoerd door de Ghanese muzikant Peter Carbonu.
Muziek is direct verbonden met het dagelijks leven
De Boer noemt zichzelf dan wel geen goede archivaris, maar wat hij op The 7" Cassette heeft samengebracht, is een rijke greep uit wat hij met Zea heeft gecreëerd. Belangrijker dan de statistische wapenfeiten: wat hij allemaal op eigen initiatief heeft gerealiseerd. De cassette zegt in die zin veel, zo niet alles, over hoe De Boer in het leven staat: "Muziek is voor mij direct verbonden met wat mensen in hun dagelijks leven doen, hoe ze lopen, wat ze eten, hoe ze met hun familie omgaan ... al die dingen. En het is heel gaaf als je zo de wereld ziet. In Ghana en Ethiopië zit muziek nog veel meer verweven in de cultuur. Daar hoef je niet naar een speciale zaal met branddeuren en security. Muziek kan altijd en overal gebeuren."
De Boer: "In het Engels heb je het begrip grassroots, waarbij mensen niet van bovenaf opgelegd, maar in onderlinge interactie dingen tot stand brengen. Dat is iets wat ik altijd automatisch heb gedaan en ben blijven doen. Ik denk dat het ook heeft te maken met hoe ik ben opgegroeid, in een dorp. Mijn ouders waren eigen baas en we woonden boven de winkel in Makkum en alles ging daar op basis van uitwisseling met de mensen om je heen. Het is heel direct. Ik zag dat mijn ouders zes lange dagen in de week hard werkten, maar ze hadden ook de vrijheid om precies te doen wat ze wilden en lieten hun eigen ideeën in die winkel de vrije loop. Zo groeide het familiebedrijf dat mijn overovergrootvader ooit met een huifkar was begonnen tot een stoffenwinkel met zowel gordijnen, vloerbedekking als kleding, ondergoed en beddengoed."
Naast het harde werk in de winkel staat De Boers vader aan de wieg van de lokale drumband en zo komt de dan zevenjarige Arnold in contact met muziek. De Boer: "Mijn broer en ik mochten meelopen met de bekkens, de deksels zeg maar. Later met de trommels en nog later met een trompet. Dus van jongs af ben ik opgegroeid met muziek maken en die live op straat spelen. Dat was een goede leerschool. Toen ik een jaar of zestien was, wilde ik natuurlijk rock-'n-roll, dus dat werd gitaar."
Raar undergroundgitaarlawaai
Het moment waarop hij ontdekt dat er ook nog andere muziek bestaat, herinnert hij zich nog goed: "Ik had een all-in-one stereotoren met platenspeler en dubbel cassettedeck en een vriend vroeg me drie lp's op te nemen die hij van de bibliotheek had geleend. Toen ik ze ook zelf ging luisteren, dacht ik: wauw, dit is rare muziek, krankzinnig gewoon. Ik deelde een kamer met mijn één jaar oudere broer, hij vond het verschrikkelijk die herrie, waardoor ik het nog interessanter vond. Ik had opeens drie lp's in mijn handen: één van Sonic Youth, één van The Cramps en één van de Pixies. Daar was echt alles compleet anders aan dan wat ik kende. Heel fascinerend en ik nam ze dus ook voor mezelf op een cassettebandje op. Dat is het begin van mijn fascinatie voor raar undergroundgitaarlawaai en alles wat daaromheen hangt. Ik moest twintig kilometer fietsen om in Het Bolwerk in Sneek een band te gaan kijken. Dat deed ik een keer in de maand, maar ik dacht: dat moet wel anders."
Arnold de Boer verhuist naar Amsterdam om te studeren, maar ook om naar concerten te gaan en meer over muziek mee te krijgen. Eenmaal in Amsterdam raakt hij 'verslaafd' en gaat op een gegeven moment elke avond naar concerten. De eerste keer in Paradiso ziet hij George Clinton & The P-Funk Allstars. Hij leerde hun muziek via Gotcha! kennen. Gotcha! had hij dan weer leren kennen via een verzamel-cd van het legendarische festival Ein Abend in Wien, die hij voor tien gulden had gekocht bij de V&D in Sneek. En zo kwam hij dus bij George Clinton in Paradiso terecht. De Boer: "Natuurlijk ging George Clinton tot diep in de nacht door en moest ik uiteindelijk wel weg om de laatste nachtbus te halen. Maar ik was hooked; verslaafd aan muziek en livemuziek. Ik had nog niet meteen een bandje en ook geen eigen liedjes, maar in de PH31 waren jamsessies en ik probeerde er van alles."
De wereld ontdekken
Na een jaar studeren vertrekt De Boer voor vijf maanden naar Kenia om rond te reizen, te werken en vooral heel veel te leren van de andere kant van de wereld. En net zoals Sonic Youth, The Cramps en de Pixies zijn muziekwereld op zijn kop zetten, komt hij er in Kenia achter dat alles eigenlijk anders is dan hij dacht. Terug in Nederland wil hij met zijn hoofd bij nul beginnen en alles opnieuw bekijken. Hij gaat filosofie studeren aan de VU. Na een jaar filosofie besluit hij opnieuw te stoppen met studeren om te gaan werken om geld te verdienen voor een rondreis door Australië om dan via Thailand weer naar Nederland terug te keren.
"In Australië had ik mijn gitaar mee en bij het Operahuis op de pier in Sydney stond ik als straatmuzikant liedjes te spelen om wat geld te verdienen. Ook met andere baantjes verdiende ik wat, ik was bloemenverkoper in de buitenwijken: echt een verschrikkelijke hel, maar zo heb ik wel veel van Sydney gezien. Na een maand Sydney ben ik verder gaan reizen en dan ben ik zelf liedjes gaan maken. Dat was het moment waarop ik zelf ideeën kreeg."
In Thailand, op de weg terug, is De Boer helemaal klaar met het reizen. Hij verkoopt zijn horloge en zijn fototoestel om nog iets te kunnen zien als hij een brief krijgt van een vriendin uit Nederland. De Boer: "Post restante een brief op luchtpostpapier, die ik moest ophalen op het postkantoor van Bangkok. En in die brief stond: 'Je gaat het waarschijnlijk net missen, maar dan spelen Fugazi en Pavement in de Vera' en ik dacht: ik moet terug, ik wil weer muziek. Ik heb mijn ticket omgeboekt en ben naar Nederland teruggevlogen. Op Schiphol ben ik meteen in de trein naar Groningen gestapt en die avond zag ik Fugazi."
De wereld zien als muzikant
De Boer weet dan inmiddels heel goed wat hij wil. "Ik wil wel iets van de wereld zien, ik wil de hele wereld wel zien, maar niet als backpacker of toerist en ook niet als vrijwilliger. Maar wel met muziek, omdat je dan een reden hebt om ergens naartoe te gaan. Dan heb je uitwisseling met de mensen die je tegenkomt en leer je de muzikanten van daar kennen. Dat is ultiem, ideaal om én de wereld te zien én veel van de wereld te leren. Dan ga ik nu een band beginnen en muziek maken", vertelt hij over het echte begin van zijn muzikale carrière.
En zo ontstaat in 1995 Zea met Arnold de Boer als zanger/gitarist. De groep bestaat verder uit Anton van der Kerkhof (gitaar), Corina Kuiper (bas), Michiel Verburgh (drums/samples/tapes) en Remko Meermans (samples/toetsen/zang/percussie). Met de laatste gaat De Boer van 2002 tot 2008 als duo verder en sindsdien is Zea het soloproject van Arnold De Boer.
Het vijftal vernoemt zich destijds naar het openingsnummer van de debuut-ep van de Belgische godenzonen dEUS. De Boer had het nummer ontdekt op een verzamelaar van de Belgische muziekkrant RifRaf die hij op de kop had getikt bij een uitverkoop van de bibliotheek. Unaniem vond het vijftal het een geweldig nummer en mooi woord. Als ze bij gelegenheid Tom Barman vragen naar de betekenis zegt hij dat het volgens hem niets betekent. De Boer: "Dus wij dachten: het betekent niks, het is een grappig woord, drie letters. Dat wordt de bandnaam."
Later ontdekken ze dat 'Zea' wel degelijk iets betekent, lacht De Boer: "Het is Grieks voor maïs en in Zuid-Amerika is het een veel voorkomende familienaam. Door de jaren heen heb ik heel wat mails gekregen van mensen die op zoek zijn naar hun roots en in Europa bij mij terechtkwamen. Ze vroegen me of we misschien familie waren. Dat was grappig en als ik dan vertelde dat het een bandnaam is, dan vroegen sommigen naar T-shirts en cd's. Die kochten ze dan, gewoon omdat ze het leuk vinden dat er Zea op staat. Dat is ook een manier van succes hebben natuurlijk."
In mijn systeem zitten
De muziek van Zea is een eclectische mix, moeilijk te omschrijven. Een vraag die een muzikant of kunstenaar onmogelijk kan beantwoorden, vindt De Boer. "Ik kan wel zeggen waardoor ik ben geïnspireerd. Dat zegt ook wel iets. Ik ben begonnen met schotse en scheve gitaarmuziek, wat toen indierock heette. Voortkomend uit de punk. In de jaren negentig was dat mijn eerste voedsel, zeg maar."
"Maar in die tijd waren er ook allemaal spannende en rare dingen in de elektronische muziek, wat ik waanzinnig vond. Autechre, Aphex Twin, Goldie, maffe techno, heftige drum 'n bass en weet ik het wat allemaal. Ik ging ook naar techno- en ravefeesten. Dus toen ik zelf liedjes ging maken, wilde ik ook dat in mijn muziek hebben. Hoe meer ik verschillende muziek van over heel de wereld leerde kennen, hoe meer dat soort dingen me inspireerde: dubreggae, Afrikaanse muziek, freakjazz, grime, dubstep en breakcore. Dat inspireert, zo simpel is het eigenlijk ook. Dat gaat dan in mijn systeem zitten en de ene keer schiet een lied die kant op en dan weer een andere kant uit."
En hoewel het Arnold de Boer goed is gelukt om zijn droom te realiseren - levend van muziek de wereld rondtrekken - had hij geen idee hoe hij eraan moest beginnen. "Dat heb ik helemaal zelf moeten uitzoeken. Dus het allemaal in eigen hand houden, ging automatisch. Als je een beetje eigenzinnige muziek maakt, kom je niet heel snel een label of management tegen die zegt: 'Kom maar bij ons.' Je denkt wel aan een groot label waar ook je helden bij zitten, maar ik heb daar niet echt naar gezocht in de begintijd."
Maar één iemand echt 100% enthousiast
"Een optreden op een podium waar we zelf ook bandjes gaan kijken, dat zou geweldig zijn", vertelt De Boer. Ze sturen de democassette rond en bellen de podia na om hun reactie te horen en te vragen of ze mogen komen spelen. Als De Boer naar het LVC in Leiden belt, krijgt hij te horen dat ze het bandje hebben ontvangen, leuk vinden en dat ze mogen komen spelen. De Boer: "Toen ik dat antwoord hoorde, dacht ik: wauw, het kan gewoon. Het kan, het bestaat om een bandje te beginnen, te bedenken dat je wilt optreden, er achteraan te gaan en dan ineens lukt dat. Er was een groot grasveld voor de studentenflat en daar heb ik drie rondjes juichend gerend. Omdat je dan ook voelt, bedenk ik me nu, dat dat soort maffe euforie over iets wat jezelf bereikt hebt verslavend is."
"Je ziet ook bands om je heen die dan iets met zogenaamde managers gaan doen en dat wordt allemaal heel erg officieel. Al die bands zie je stukgaan en gefrustreerd raken. Wij gingen alles zelf doen, en zelf optredens regelen en dan leer je ook dat je van niemand cadeautjes moet verwachten. Dat je wel hulp kunt krijgen en dat is te gek, maar uiteindelijk is er maar één iemand die echt 100% enthousiast is over jouw muziek en daar alles voor wil doen en dat ben je zelf."
"Dat leerde ik redelijk snel en dan wordt dat ook de manier van doen. Dan blijft het dicht bij je en hoef je aan niemand verantwoording af te leggen: als ik nu deze muziek maak, maak ik die, als ik nu naar dat land wil, dan ga ik naar dat land en er is niemand die zegt dat dat niet past binnen het beleid en de strategie die voor Zea is bedacht."
Weten hoe het voelt om het zelf te doen
"Het duurt lang om zoiets op te bouwen, maar ik hoorde dan van andere bands dat het label nu even met een andere band bezig is en ze moeten wachten. Dat zie je nu nog steeds, ook met kleine zogezegd onafhankelijke labels. Die bandleden moeten voor die tijd een baantje zoeken. Als ze een plaat uit hebben, hebben ze een beetje een hype om zich heen en dan spelen ze even in die kernpodia en wat festivals als het aanslaat. Daarna is het weer over en dan kunnen ze niks en ze kunnen zelf ook niks, omdat ze niet weten hoe het moet en wat nog belangrijker is, omdat ze niet weten hoe het voelt om het zelf te doen. Dat soort bands komen dan ook niet of nauwelijks het land uit, alleen eventueel met een pak subsidie. Alles wat ik zag, bevestigde me dat de manier waarop ik het deed oké was."
The Ex
"Wat wel grappig is, is dat ik in 2001 op het IDFA de documentaire Beautiful Frenzy over The Ex zag. Ik had wel van ze gehoord en eens een geweldig optreden van hen gezien op een festival waar zij ook speelden, maar ik kende ze eigenlijk niet. Toen ik zag wat zij deden en hoe ze zo de hele wereld over reisden, wist ik dat het kon: ik denk er net zo over, dan kan Zea dat ook."
"Wel grappig dat we elkaar dan jaren later ook tegenkomen en dat het klikt. Als je dezelfde conclusies hebt getrokken en dingen op dezelfde manier doet, dan is het zo logisch dat je het goed met elkaar kunt vinden en dat het muzikaal klikt."
"The Ex vroeg ons mee op tour en nodigde ons uit mee te gaan naar Ethiopië. Dan leer je elkaar goed kennen en we raakten bevriend. Muzikaal probeer je samen dingen. Toen G.W. Sok een jaar later stopte en ik Remko in Rusland had achtergelaten, vonden zij het een goed idee dat ik zou komen zingen en ik dacht: dat moeten we maar eens proberen dan."
"Ik ben een station"
Met die attitude en dat enthousiasme heeft De Boer in de eerste twee maanden van 2016 alweer in de Verenigde Staten en Ghana opgetreden. Hoe kijkt hij met meer dan tweeduizend optredens in vijfendertig landen op zes verschillende continenten naar Nederland? De Boer: "Ik maak daar zelf deel van uit, dus als ik vind dat er hier dingen niet oké zijn, dan moet ik er zelf iets aan doen. Ik sta daar niet los van, dus ben ik bijvoorbeeld nauw betrokken bij de OCCII, een podium bij mij in de straat. Daar ben ik al heel lang vrijwilliger, organiseer ik optredens en zit ik sinds twee jaar ook in het stichtingsbestuur."
"Ik omschrijf dat soms als: 'Je bent zelf een station in een netwerk, ook als muziekliefhebber'. En je reist zelf ook naar andere stations en die kunnen in andere steden en landen liggen. Dat kunnen grote of kleine stations zijn. Overal zijn freaks en lui die optredens regelen, die een platenwinkeltje of een labeltje hebben en die gefascineerd zijn door bijzondere muziek. Zij organiseren optredens, je slaapt bij hen thuis, ze maken eten voor je."
"Voor mij heeft dat netwerk zich de afgelopen vijftien jaar over de hele wereld uitgebreid, maar ik doe dat zelf ook in Amsterdam. Ik ben ook een station. Bands op tour help ik dan om in Amsterdam te spelen en ze slapen bij mij thuis. Het is letterlijk gebaseerd op uitwisseling en dat is waanzinnig. Dan heb ik weer een huis vol Ghanezen, Ethiopiërs, Amerikanen of Brazilianen en dat is fantastisch. Dat is iedere keer weer een kleine energiebron. Als iedereen daar op zou aansluiten, dan kun je de kerncentrales sluiten."
Cassettebandjes
Die muziekfocus en energie hoor je op The 7" Cassette, een cassettebandje inderdaad. Net als vinyl kent de cassette een revival, maar in de wereld van Arnold de Boer is de cassette nooit weggeweest. Zat De Boer dan net als toen hij vijftien was en de lp's die zijn vriend in de bieb had geleend op cassette zette, zelf de Zeacompilatie te maken? De Boer: "Cassettes zijn er altijd geweest en in mijn leven ook wel gebleven, meer dan in het leven van andere mensen waarschijnlijk. Muziek is via cassettes mijn wereld binnengekomen en in Ghana en Ethiopië zijn cassettes nog altijd overal te vinden. Toen ik met Zea begon, brachten we ook cassettes uit en die cirkel wilde ik rondmaken. Het is ook gewoon een mooi medium. Ik gebruik nog altijd cassettebandjes in mijn dictafoon dus het voelt niet zoals Johan Cruijff zou zeggen: 'Alsof een vreemde eend me bijt'."
"Ik dacht inderdaad dat zelf te doen met mijn dubbel cassettedeck, maar er is nog één bedrijfje in Nederland dat cassettes maakt, Duplicase. Dat was wel handiger, omdat zij ook de tape op tijd kunnen snijden en er mooi een sticker opplakken."
Ondertussen is Arnold De Boer alweer op pad naar de volgende release, het volgende concert, het volgende land en het volgende continent. Dichter bij huis is Arnold de Boer live te zien op 19/3/2016 in ACU in Utrecht (NL).
http://www.kindamuzik.net/interview/zea/de-wereld-rond-met-zea/26557/
Meer ZEA op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/zea
Deel dit artikel: