Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
sunn 0))) cureert vandaag en heeft onder meer Keiji Haino [bovenste foto] uit Japan over laten komen. Die valt het vaak net wakker geworden publiek rauw op het dak met een set keiharde improvnoise. Al snel staat er ook niet meer dan een handjevol liefhebbers in de grote zaal. De invloed op de onder Roadburngangers zeer geliefde curatoren is nochtans onmiskenbaar. Haino gaat een stuk agressiever te werk, maar ook hij laat een fysiek alleen al door puur volume overrompelende klanktsunami over het publiek rollen, dat je vooral niet moet proberen te analyseren, maar moet ondergaan.
Ook het belang van een goede performance is Haino bekend. Een flink deel van het optreden staat hij met zijn gezicht verscholen achter zijn grijze manen voorovergebogen woest gebarend boven thereminachtige apparaten te zwaaien als een boze tovenaar die demonen probeert op te roepen. Het lijkt te lukken ook. Soms duikt Haino achter de tafel om met daar liggende pedalen te werken, waarbij hij met één hand als cousin It uit de Addams Family de apparaten op tafel blijft bedienen. Het is verreweg het moeilijkste optreden van het festival, maar zeker niet een van de slechtere. (MtH)
Na het betoverende machtsvertoon van Keiji Haino doet de bekeken improvmetal van Aluk Todolo [bovenstaande foto] in de kleine zaal wat gewoontjes aan. Dat kan nooit de bedoeling zijn van het trio, dat met uiteenlopende invloeden als kraut, wave, prog, jazz en garagerock zelfs binnen de breed uitwaaierende Franse avant-blackmetalscene nog een buitenbeentje is. De ritmesectie (tevens actief in Gunslingers) legt gejaagd en ook een beetje stijfjes de basis voor het experimentele, minimalistische gitaarwerk. Het valt daarbij te prijzen dat de band zich niet verschuilt achter een hoog volume en echt staat te 'spelen'. Toch is het resultaat slechts bij vlagen boeiend en al helemaal niet vervoerend, en dat is op deze editie van Roadburn bij lange na niet genoeg om je mee te onderscheiden. (TG)
In het Midi theater begint de dag plechtig met het tweede Roadburnoptreden van Year of No Light. Met twee drummers voorziet de band Vampyr - de klassieke Duitse horrorfilm uit de jaren dertig - van een betoverende soundtrack. Misschien is het te danken aan het grote aantal buitenlanders in de zaal, maar het is on-Nederlands stil en daarmee krijgt Year of No Light het respect dat het verdient. De net wat te snel bewegende beelden en de tergend trage soundscapes lijken voor elkaar gemaakt en het is knap hoe de band de spaarzame climaxen weet te doseren. (RvE)
De neoklassiek/drone met postrockinvloeden van Mamiffer [bovenstaande foto] is behoorlijk afwijkend van 90% van de rest van de line-up. De band heeft echter oud-Isisvoorman Aaron Turner in de gelederen en dan kom je alweer op bekender terrein. Bovendien mag de band op voordracht van sunn 0))) komen spelen. De Bat Cave zit dan ook terecht afgeladen vol om getuige te zijn van een adembenemend optreden. Pianiste Faith Coloccia (ook een zeer prettige verschijning, wat extra opvalt in een wereld vol lelijke, zwaar bebaarde mannen) krijgt de hoofdrol met haar minimalistische spel, de rest zorgt voor extra texturen en dynamiek, waardoor het geheel soms verrassend zwaar en hard wordt. Dat is een mooi contrast met de fragiele, zeer melancholieke melodielijnen. Ook heel mooi: de samenzang die soms betoverend harmonieus wordt uitgevoerd. Hoewel geen Keiji Haino, is het ook zeker niet de gemakkelijkste muziek - de stukken duren allemaal tussen de zeven en twintig minuten en kennen veel verstilde passages - maar dat is voor geen enkele aanwezige Roadburnganger een probleem. Machtig mooi optreden. (BI)
Een ander muzikaal afwijkend optreden onder vrouwelijke leiding dat bij kan worden geschreven in de lijst met hoogtepunten van de 2011-editie van Roadburn is dat van Sabbath Assembly. Niet slecht voor wat feitelijk een coverband is: alle uitgevoerde nummers zijn oorspronkelijk religieuze muziek van de hippiesekte The Process Church of the Final Judgement. De nogal aparte theologie van die kerk levert teksten op die vaak beginnen op de wijze van 'normale' christelijke kerken met het prijzen van Jezus en God, om dan halverwege ineens ook Lucifer en Satan te gaan eren.
Voorvrouw Jex Thoth maakte vorig jaar al indruk met haar gelijknamige doomrockband, maar de extatische muziek van Sabbath Assembly geeft haar nog meer de gelegenheid haar kwaliteiten als frontvrouw en vooral als zangeres te etaleren. Thoth betuigt zich vocaal de enige ware troonopvolgster van Grace Slick en probeert op het gebied van religieuze intensiteit Dave Edwards voorbij te steken. Haar band speelt ondertussen ook nog eens de sterren van de hemel - de gitarist heeft een bijna jazzy manier van soleren - en gaat daarbij beduidend meer richting psychedelische rock dan op de plaat, waar het hymnekarakter van de songs nog duidelijk doorklinkt. (MtH)
Daarmee is de opmars van de vrouwen op het traditionele mannenbolwerk Roadburn nog niet afgelopen. Tussen het muzikale geweld vormt de alt. country van Jesse Sykes and the Sweet Hereafter [bovenstaande foto] een ware oase van rust en sereniteit. Onlangs verscheen het zesde album Marble Son, maar de nadruk ligt op Roadburn op het eerder uitgebrachte Like Love Lust & The Open Halls of the Soul. Wanneer alleen de fragiele snaarklanken van 'Eisenhower Moon' haar zachte stem begeleiden, kijken de vervaarlijk uitziende rockers ademloos toe. Sykes' liedjes, verzonken in fatalisme en verdriet, hebben een betoverende uitwerking. Het publiek mijmert weg bij de samenzang in 'The Air Is Thin' en 'Smiling Serene'. Toch kennen de lieflijk klinkende nummers ook een sinistere kant. Een kant die de freule benadrukt wanneer ze lachend 'Like Love Lust' aankondigt met de woorden: "We are going to end with a pretty song… This is about when you find true love and you are already six feet under ground." Een laatste maal neemt ze haar akoestische gitaar ter hand, alvorens de betovering definitief te verbreken. (JG)
Het is 1985 als Animosity uitkomt. Een baanbrekende plaat die de ongeschreven regels van punk en metal met voeten treedt. Corrosion of Conformity [bovenstaande foto] zet zich voorgoed op de kaart en speelt tot vreugde van velen op Roadburn in de bezetting waarmee die plaat werd opgenomen. Mike Dean, Woody Weatherman en Reed Mullin staan geïnspireerd te spelen en stappen dapper over een euvel met de basversterker heen. Toch doet de ooit zo revolutionaire kruisbestuiving eerder gedateerd dan klassiek aan.
Vlak voor het optreden van Trap Them [bovenstaande foto] stroomt de Green Room in een mum van tijd propvol. Het publiek maakt gretig gebruik van de gelegenheid om zich tussen een programma vol doom- en dronebands tegoed te doen aan een portie energie. En daarvan heeft de Amerikaanse band meer dan genoeg. Trap Them speelt 's avonds nog in Venlo en heeft op voorhand niet bijzonder hooggespannen verwachtingen van een festivalshow aan het eind van de middag. "This is twice the length of our normal set", treuzelt zanger Ryan McKenney wat onwennig. Een paar nummers later begint het hem te dagen hoe gretig het publiek is: "It's official: Roadburn's awesome." De donkere sound van de band krijgt in hoog tempo en met veel krachtpatserij gestalte. Tussendoor werkt McKenney zijn microfoon als een Hollandse Nieuwe naar binnen. Drummer Chris Maggio gaat zo hard tekeer dat hij om de paar nummers zijn kit recht moet zetten. Elk nummer is een knock-out, maar Trap Them blijft meedogenloos doorslaan. Als de bel voor de laatste ronde gaat weet iedereen dat Roadburn een hoogtepunt rijker is.
Ook in de categorie 'hard en snel' zit het Noorse Summon the Crows [onderstaande foto]. De Bat Cave verandert tijdelijk in een kraakpand wanneer het d-beattrio het podium betreedt. Aan presentatie doet frontman/beroepscrust 'K' niet en zijn vocalen zijn verre van geïnspireerd. Na drie nummers is het wel duidelijk dat Summon the Crows nog niet in de schaduw mag staan van stijlgenoten Tragedy. De setlengte van net over de twintig minuten is dan ook geen ramp. (RvE)
Roadburn is het enige festival waar een act met een oeuvre van slechts één full-length en één ep op het hoofdpodium terechtkomt én vervolgens voor een volle zaal optreedt. Daarbij zag dat album ook nog eens bijna twee (!) decennia geleden het levenslicht. Winter is dan ook een van de bands die met het gedenkwaardige Into Darkness de basis legde voor het huidige doomdeathgenre.
De performance van de New Yorkers draait, net als de muziek, om eenvoud. Drie mannen van in de veertig, gehuld in flanellen overhemd of boxershort (drummer) en die vanmorgen waarschijnlijk nog hun vaderlijke taken uitvoerden - de kinderen naar school brengen en nog snel even de auto door de wasstraat rijden - staan op het podium om net als vroeger de sensatie van het optreden te ervaren.
Toch slagen deze veertigers er wonderwel in de grimmige sfeer van Into Darkness te reproduceren. Na een slepend intro van tien minuten is de temperatuur tot ver beneden het vriespunt gedaald en is het geluid op volle sterkte. Winter grossiert in eenvoud en legt het tempo zeer laag. Af en toe wordt het opgevoerd, zoals in 'Into Darkness'. In 'Servants of the Warsmen' is de groove van Obituary terug te horen en tijdens het ultieme Winternummer 'Goden' waaien ijzige solo's over het publiek. Met het terecht getitelde 'Eternal Frost' eindigt de band zijn gedenkwaardige optreden. (JG)
sunn 0))) [bovenstaande foto] heeft de laatste jaren enorm intensief getoerd. De vraag is of ze als curatoren en headliners van de tweede dag Roadburn nog iets kunnen toevoegen aan wat een groot deel van het publiek al kent. In het begin van de show lijkt het daar niet op. Alle bekende ingrediënten zijn er weer: de monnikspijen, de vestingmuur van versterkers en de overuren draaiende rookmachines (de eerste tien minuten is er niets te zien van wat op het podium gebeurt). Na een tijdje dronen volgens bekend recept wordt dan ineens een beat opgestart en komt Keiji Haino het podium op. Die beat is een tamelijk uniek te noemen voor een sunn 0)))-optreden, maar die verdwijnt jammer genoeg al snel.
Haino's angstaanjagende vocale exercities zijn zeker een welkome toevoeging, maar ze zijn in stijl niet wezenlijk afwijkend van wat de min of meer vaste zanger Attila Csihar doet. Die Hongaar voegt zich er op een gegeven moment zelfs bij om met Haino een wedstrijd te beginnen wie de engste geluiden kan maken. Dan gaan de feedbackende gitaren en Moog zelfs uit en staan de beide heren alleen op het podium te gorgelen en krijsen. Het optreden is dan al een flinke tijd onderweg en de constatering is dan dat sunn 0))) er toch weer in is geslaagd het publiek in trance te brengen en de tijd te vertragen. Er is toch iets magisch aan die laag doordreunde bastonen.
Die magie wordt aan het einde nog wel verstoord door Greg Anderson, de meer rock-'n-rollhelft van het duo. Na het naar binnen klokken van een fles wijn gaat hij met microfoonstandaards gooien en met de wandelstok van Haino op zijn gitaar en uiteindelijk de rug van Stephen O'Malley, de meer filosofisch ingestelde van de twee, slaan. Die is daar duidelijk niet van gediend en terecht, want het verpest de zo zorgvuldig opgebouwde sfeer. (MtH)
Vergeleken bij de rituele hoogmis van sunn 0))) staat Hooded Menace [bovenstaande foto] op hoog tempo te spelen. Gorgelende vocalen liggen als een dikke laag bagger over het smerige geluid van de band, die een nette set afwerkt, maar die door een gebrek aan podiumervaring nog wel wat steken laat vallen. Wat dat betreft was het Nederlandse podiumdebuut tijdens de Dutch Doom Days indrukwekkender. (RvE)
Scorn [onderstaande foto], oftewel voormalig Napalm Deathdrummer Mick Harris, blijkt in tegenstelling tot de verwachting niet ingehuurd om sunn 0))) naar de kroon te steken in het opzoeken van ultralage frequenties, maar als veredelde chill-out-dj. Zijn downtempo dark dub sluit qua timbre en beats per minute naadloos aan bij doom metal, dus terwijl veel dames de gelegenheid te baat nemen om ook eindelijk eens even lekker te dansen, staan de heren net zo gemakkelijk door te headbangen. De lange set van Scorn kent helaas nauwelijks progressie of variatie, maar past wel goed op een dag waarop eerder ook al van Roadburnvreemde genres als country en death metal viel te genieten.
De aanblik van de quasi-cocksure lads van Grave Miasma [onderstaande foto] tijdens de line check doet het ergste vrezen. Een hilarische santenkraam aan leer, spikes, omgekeerde kruizen, zelfs een schedel op de gitaarband; het is de smakeloosheid van de Britse onderklasse op zijn black metals. Wonder boven wonder maakt het Londense kwartet het tijdens de met enige vertraging ingezette, maar daardoor niet minder verschroeiende set van een uur nog dubbel en dwars waar ook.
Opererend in hetzelfde mistige straatje als Obliteration, Vasaeleth en Teitanblood keert Grave Miasma terug naar de oertijd van de extreme metal, toen die nog niet verdeeld was door thrash/death/black subgenre-scherpslijperij, maar bij voorkeur gewoon ziek, zompig, sfeervol en vooral occult was. Bonuspunten zijn er voor veelvuldig gebruik van de eigen bandnaam in de songteksten, en de overdosis wierook in het gepaste decor van de Bat Cave maken het old school 'muffe kerker'-gevoel helemaal áf. Minpuntje is het feit dat de show voor een groot deel overlapt met die van Hooded Menace, de andere gruizige deathmetalact op de bill, maar gastcuratoren sunn 0))) bewijzen het festival wel een enorme dienst door dit op Roadburn doorgaans genegeerde genre ook eens zijn verdiende plek te geven. (TG)
Daarmee is de rust nog niet weergekeerd in de Bat Cave. Het optreden van het Italiaanse The Secret kan het best omschreven worden als apocalyptisch en is daarmee een waardige afsluiter van de vrijdag voor deze zaal. In de bloedhitte van de kleine zaal zwoegen de Italianen zich nietsontziend door hun set. Het geluid staat snoeihard en snijdt dwars door je heen. Moeiteloos wordt geschakeld van de tragische, groovende delen naar agressieve grinderupties. Na krap een half uur zijn de mannen klaar en is het publiek uitgeput en afgepeigerd. (JG)
Wie liever wat meer precisie in zijn muzikale geweld heeft kan de dag afsluiten in de Green Room. Powertrio Caspar Brötzmann Massaker [onderste foto] was een grote naam in de underground rond 1990 en is sinds 2010 weer actief. Gitarist Brötzmann (zoon van freejazzlegende Peter) speelt zijn linkshandige Stratocaster rechtshandig zoals Jimi Hendrix zijn rechtshandige linkshandig bespeelde. De muziek van zijn Massaker klinkt als een kruising tussen Battles en Earthless: mathematische krachtpatserij met een onweerstaanbare aardse groove. Het is het zoveelste verbluffende optreden op een Roadburndag die alleen maar hoogtepunten lijkt te kennen. (MtH)
(Met dank aan KM-veteraan Bas Ickenroth voor de gastbijdrage over Mamiffer.)
http://www.kindamuzik.net/live/roadburn/roadburn-2011-de-vrijdag/21477/
Meer Roadburn op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/roadburn
Deel dit artikel: