Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Virus opent vrijdag de grote zaal van 013. Niet echt een logische plek voor de complexe luistermetal van de Noorse band, die in zijn podiumpresentatie dan ook nog eens beperkt is doordat gitarist-zanger Carl-Michael Eide als gevolg van een ongeval op een kruk moet zitten. Virus redt het op de kwaliteit van de muziek, met zijn melodieuze, maar vervreemdende zanglijnen en wringende ritmes. De enige duidelijk aanwijsbare invloed is Voivod. Toch blijft het een feit dat Virus veel beter tot zijn recht zal komen in de Stage01 of Kleine Zaal. (MtH)
"Space is the place", zei Sun Ra ooit, en het is een gezegde dat natuurlijk ook altijd al passend is geweest op Roadburn. Dat geldt zeker voor de opening van de vrijdag in Patronaat met Zombi-maatjes Majeure en Steve Moore die achter elkaar solosets mogen spelen. Majeure trapt af en doet dat op zo een Vangelis-anno-Blade Runner-manier dat je je direct in de toekomst waant. De synth-appergio's suizen om je oren en hoewel het Patronaat niet zo vol is als tijdens de gitaarbands die er normaal staan, blijft de zaal goed gevuld.
Steve Moore gat nog een stapje verder. Hij vindt dat het publiek behalve spacen ook moet dansen, en zet er een heerlijke beat onder. De trance-achtige house gaat de meeste Roadburners echter veel te ver, want de zaal wordt leger en leger. Wellicht dat het achter elkaar programmeren van de twee heren ook voor een synthesizeroverkill zorgt. In ieder geval, iedereen die weggaat of niet eens komt kijken heeft het fout: Steve Moore is geweldig.(BI)
Er bestaat een specifieke Finse variant op de tango. Pekko Käppi & K:H:H:l laten horen dat die er ook is voor de blues. Pekko Käppi speelt zelf op een traditionele Finse gestreken lier, de jouhikko. Via een aantal effectpedalen haalt hij daar een geluid uit dat sterk lijkt op dat van een slidegitaar. Zijn metgezellen hebben een tweesnarige bas en driesnarige gitaar, zo te zien zelf in elkaar geknutseld. De stompende blues die ze gedrieën produceren lijkt wel wat op Morphine en de vroege PJ Harvey. Käppi zingt zijn teksten alleen in het Fins, dus er valt geen woord van te verstaan. Gezien de rauwe vertolking is het niet vrolijk en uit zijn aankondigingen blijkt dat ook in de Karelische bossen zich duistere zaakjes afspelen.
Junius is een van de meer gepolijste bands op Roadburn en tussen alle bands die teruggrijpen op de jaren zeventig ook een van de weinige die een moderne variant op progrock laat horen. Referenties die opkomen bij de muziek van Junius zijn Deftones, Amplifier, Mogwai en ... Tears for Fears. Dat laatste vanwege de zangstem van frontman Joseph Martinez, meteen het sterkste punt van Junius. Hoewel Junius songgericht is voor een progband, is het niet echt een band van pakkende hooks. Combineer dat met een fletse podiumuitstraling en het resultaat is een optreden dat niet bij de festivalhoogtepunten zal zitten, ondanks een meer dan degelijke uitvoering. De lichtman de opdracht geven het vooral subtiel en donker te houden zou overigens al een stuk helpen de gewenste intieme sfeer te creëren. (MtH)
De melodieuze jarenzeventigprog van Brimstone moet ook zeker even gecheckt worden, alleen al omdat Motorpsycho/Spidergawd-drumgod Kenneth Kapstad als invaldrummer mag meedoen. Instrumentaal staat de band als het spreekwoordelijke huis; het spelpeil ligt hoog, de melodieën zijn mooi en de nummers toch nog knap compact. Iedereen blij zou je zeggen. Nee dus, want de gitarist meent oprecht dat hij gezegend is met een mooie zangstem. Hij word daarom verdacht van een ernstige oordeels- en kritiekstoornis, want het is niet om aan te horen, zo vals. Geschokt rent men de zaal uit. (BI)
Ook bij City of Ships is de zang niet altijd glaszuiver, maar dat hoort, want die band maakt emocore in lijn van Hot Water Music en Sunny Day Real Estate, hoewel ook andere jarennegentiginvloeden als Smashing Pumpkins en Dinosaur Jr. doorklinken. In de Cul de Sac laat de band onder lastige omstandigheden – de geluidsman moet uitgebreid instructie krijgen over het mengpaneel, de barman komt er pas na drie nummers achter dat de stereo nog aanstaat – een sterk optreden neer met veel materiaal van het nieuwe album Ultraluminal. (MtH)
Bij de 'grote groepen' is het altijd maar afwachten of ze het waarmaken. Fields of the Nephilim was in zijn eigen obscure vleermuiswereld een hele grote vroeger, maar zal het nu ook nog een beetje kunnen overtuigen? Driewerf ja! Veel rook, paars licht, een band gehuld in versleten donkere leren kledij, cowboyhoeden en geen woord wisselend met het publiek. Het blijkt de juiste distantie om de zeggingskracht te versterken. De liedjes zelf zijn stuk voor stuk nog even mooi als vroeger – toch inmiddels rond de 25 jaar oud – en de stem van Carl McCoy is ook nog even zwartgallig en sterk als toen. Sterke band, sterk optreden. (BI)
Zangeres Johanna Sardonis was vorig jaar onderdeel van een heuse hype met The Oath. Die band stopte echter al een paar maanden na de release van de plaat. Sardonis is nu terug met haar nieuwe band, Lucifer. Die hebben op het moment van het optreden alleen nog maar een single uit, dus het is even afwachten wat het wordt. Het valt niet mee. Sardonis lijkt te denken dat als je maar de goede looks hebt – het steile blonde haar, de zware oogmake-up, de grote hoeveelheid ringen en armbanden en uiteraard een cape – en flink laag galmt, je er bent. Het punt van op toon zingen wordt van ondergeschikt belang geacht. Helaas een opvatting die je momenteel wel vaker ziet in dit subgenre. Voeg daarbij een zeer middelmatige band en de conclusie kan alleen maar zijn dat Lucifer nog flink wat werk te doen heeft, wil het zijn duivelsevangelie met succes verspreiden.
Gelukkig zijn er nog The Heads. Dat is zo een echte stonerjamband: ronkende midtempo groove van de bassist en de drummer en er dan maar overheen jengelen met de gitaren. De core business van het festival. Roadburn is ook zo een beetje de enige plek waar je in optima forma van deze muziek kan genieten, want het publiek voor instrumentale gitaarjams van meer dan twintig minuten is te beperkt voor grote zalen en festivals en de PA van de muziekcafés waar dit soort bands daarom normaal optreedt kan niet de juiste volheid van toon produceren. The Heads maken optimaal gebruik van dit buitenkansje om onder optimale omstandigheden hun kunsten te vertonen aan een grote zaal vol liefhebbers; ze jammen het dak van het Patronaat er af. De artist in residence-status is meer dan verdiend. (MtH)
En dan wordt het moeilijk. Want Enslaved en Wardruna spelen eigen sets en daarna ook nog een gezamenlijk project, Skuggsjá. Allemaal even sympathiek en even oprecht. Alleen, de edelkitsch van Wardruna heeft een veel te hoog newage-gehalte om serieus te nemen. Het gezang is, hoewel wat monotoon, bij vlagen mooi en hypnotiserend, maar de muzikale omlijsting is te gemaakt "kijk ons eens oprecht oude Noorse muziek maken".
En Enslaved, tja. Hun metal is zo niet-spannend, zo veilig binnen de lijntjes. Het is allemaal te goed gedaan om het niet goed te vinden. Maar boeien, ho maar. Degelijk, solide, goed in wat ze doen, dat zijn de dingen die erover gezegd kunnen worden. Maar saai. Echt. Overigens is het natuurlijk allemaal in the eye of the beholder, want beide bands krijgen de grote zaal van boven tot onder mee.
Bij Skuggsjá proberen de bands hun beide stijlen samen te smelten. Ze slagen daar wonderwel in. Maar als beide stijlen op zichzelf staand niet echt kunnen boeien, lukt dat bij elkaar opgeteld ook niet. We proberen het, maar worden geen moment geraakt. Verder echt alle respect voor de oprechte en sympathieke bandleden, maar aan ons is het niet besteed. (BI)
Ivar Bjønson van Enslaved en Einar Selvik van Wardruna zijn ook de curatoren van deze dag. Ze hebben een aantal mooie, nog onbekende bands uitgezocht voor Roadburn. Eerder op de dag was het al prettig kennis maken met Junius en Pekko Käppi, maar het mooiste is voor het laatst bewaard. Death Hawks is namelijk een revelatie. Het Finse kwartet valt muzikaal wat te vergelijken met Goat: ook Death Hawks maakt songs met drijvende krautrockritmes met daarover bezwerende melodieën. Death Hawks is wel een stuk minder extatisch, maar compenseert dat met verfijnde, technisch hoogstaande rustige nummers. Teemu Markkula beschikt dan ook nog over een zeer mooie zangstem, terwijl Tenho Mattila af en toe een schaamteloos smoothe saxofoonlijn in de strijd gooit. Een band met doorbraakpotentieel naar een veel groter publiek.
Dat geldt niet bepaald voor Agusa, dat pure jarenzeventigprog speelt. Grotendeels instrumentaal en met heel veel orgelloopjes, die naar moderne maatstaven vaak iets te huppelig zijn. Dat neemt niet weg dat als je er van houdt - en op Roadburn zijn veel mensen die er van houden - het een prima optreden is.
De avond wordt op Roadburn meestal afgesloten met een harde band in de Green Room. Na een lange festivaldag is het muzikale verzadigingspunt wel bereikt en is er stevig ingrijpen nodig. Donderdag deed Goatwhore dat perfect. Nu is het de beurt aan hun tourmaatjes van Skeletonwitch. Na het machtsvertoon van Goatwhore werpt zich de vraag op welke band zo dom is samen met die act op tour te gaan; wie wil er nu elke avond genadeloos weggespeeld worden? Maar Skeletonwitch blijkt live al net zo een genadeloze metalmachine als Goatwhore. Extra verbazingwekkend omdat de band recent zijn frontman op non-actief heeft gezet wegens een alcoholprobleem en zijn vervanger Andy Horn pas twee weken terug bekend is gemaakt. Horn lijkt geen enkel probleem te hebben gehad met het leren van de songs en is bovendien een podiumbeest eerste klas. Ondersteund door de bizar goed spelende band weet hij het publiek zelfs op te zwepen tot een flinke moshpit, een zeldzaamheid op Roadburn.
Zo is de vrijdag vooral een dag met bands die niet typisch Roadburn zijn. Dat geldt voor de drie headliners Fields of the Nephilim, Wardruna en Enslaved. Dat zijn geen bands als Yob, Sleep of Electric Wizard waar heel het festival bij wil zijn. Voor wie ze wil zien geven deze acts prima optredens. Voor anderen zijn er prima andere opties, die ook vaak niet de standaard Roadburnkost zijn, als Pekko Käppi & K:H:H:L, de solosets van beide Zombi-leden, City of Ships en natuurlijk de daverende afsluiting door Skeletonwitch. Maar ook de orthodox ingestelde Roadburnganger komt uiteindelijk prima aan zijn trekken met Death Hawks en vooral de spetterende jams van The Heads. (MtH)
http://www.kindamuzik.net/live/roadburn/roadburn-2015-vrijdag/25878/
Meer Roadburn op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/roadburn
Deel dit artikel: