Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Zondag gaat Roadburn altijd op een lager pitje door. Er zijn geen optredens meer in Patronaat en Stage 01. Ook het nog overgebleven publiek begint toch wat stiller te worden. Argus '[foto onderaan] krijgt in de kleine zaal toch een behoorlijk enthousiaste respons. De band uit Pittsburgh is meer ouderwetse blue collar heavy metal met een doomrandje, dan pure doom. Sterke punt is het dubbele gitaarwerk. Precies het soort ongecompliceerde en pakkende muziek dat deze officiële afterparty nodig heeft.
Hetzelfde geldt in het kwadraat voor Admiral Sir Cloudesely Shovell. Drie Engelsen met verweerde koppen van wie je vermoedt dat ze in het verleden roadie voor Motörhead zijn geweest. Ze gebruiken als introtape in ieder geval een monoloog van Lemmy over de voordelen van speed ten opzichte van andere drugs. Admiral Sir Cloudesely Shovell houdt er ook een flink tempo op na, maar de muziek is meer een verpunkte versie van proto-hardrock van een band als MC5 . De gitarist en de drummer zijn niet slecht en de bassist is zelfs een prima muzikant, maar de heren klokken waarschijnlijk liever pints weg dan dat ze met de metronoom erbij in het oefenhok werken aan de strakheid van de band. Ook wat betreft het onderdeel zingen houden de heren de mentaliteit aan dat wat je aan het einde van de avond in de pub doet als ze je favoriete nummer spelen goed genoeg klinkt. Niemand die zich eraan stoort, want het hoort gewoon bij deze band, net zoals een song als 'The Thicker, The Better' opgedragen aan "the ladies".
Claudio Simonetti's Goblin [foto boven] vertolkt ook op zondag een van zijn beroemde soundtracks live, deze keer die van Dario Argento's barokke horrormeesterwerk Suspiria. Naar conventionele maatstaven is Dawn of the Dead de superieure film; plot en acteren van Suspiria zijn ronduit abominabel. De reputatie van de film is puur gebaseerd op de intense audio-visuele nachtmerrie die Argento met behulp van zijn setbouwers, camerman en dus Goblin wist te creëren. De film leent zich daarom beter voor vertoning met live soundtrack dan Dawn of the Dead, waar je toch op het verhaal en de dialoog gaat letten. Daar staat tegenover dat de Dawn of the Dead-soundtrack muzikaal interessanter is dan de vooral uit variaties op een paar thema's bestaande Suspiria-soundtrack. Uiteindelijk zorgt het verschil tussen de films en hun soundtracks dat beide door Goblin smetteloos uitgevoerd opvoeringen zeer de moeite zijn.
De oudgedienden-psychrockers van Terminal Cheesecake [foto hierboven] trekken flink van leer, maar zijn door een gebrek aan vorm nogal moeilijk te behappen zo op het einde van het festival. Bovendien lijkt het wel of de luchtverversing in de kleine zaal vier dagen intens gebruik niet aankan. Elke dag is het er een stukje warmer, tot de temperatuur tijdens de Afterburner dusdanig hoog is dat elke kwarktaart er inderdaad binnen de kortste keren terminaal is.
Snel dus naar de relatieve koelte van de Cul de Sac waar Hypnos mag spelen. De jonge Zweden blijken een ware revelatie. Aangedreven door een beestachtige ritmesectie strooit de gitaartandem lustig met topriffs. De podiumpresentatie is ook prima; de gitaren gaan regelmatig synchroon de lucht in. Hypnos lijkt Enforcer naar de kroon te kunnen steken, totdat – en dat is niet de eerste keer deze editie van Roadburn – de zanger zijn mond opendoet. Hij heeft een Rainbow-shirt aan, dus hij zou moeten weten hoe het wel moet, maar ja, dan nog doen.
Label- en tourmaatje van Hypnos is het New Yorkse The Golden Grass. Die zijn van de boogie. De perfect gespeelde, almaar doorrollende, met melodieuze gitaarsolo's doorspekte en door de drummer van prima zang voorziene boogie. Heerlijk ongecompliceerd bandje, dat begrijpt dat juist als je je orthodox aan een stijl houdt, je je moet onderscheiden moet op de uitvoering. Dat krijgt het publiek ook te horen: er mag 'Hey!' mee worden gezongen, maar dan moeten we wel beloven dat we het in de maat en op toon doen. De juiste toon is een As, de gitarist speelt hem even voor. Het is maar half een grap.
Dat maakt The Golden Grass een passende afsluiter voor deze editie van Roadburn, waarop een aantal zeer veelbelovende bands die ook buiten het ecosysteem van het festival succes kunnen hebben zich melden. Naast The Golden Grass zijn dat ook Lazer/Wulf, Messenger, Death Hawks, SubRosa en Spidergawd.
Aan de minkant staan al die zangers en zangeressen die niet kunnen zingen, maar dat is een bijverschijnsel van een heel positieve ontwikkeling: het liedje is terug. Een aantal jaar kon het niet laag, zwaar en traag genoeg zijn. Dat leidde tot een enorme stroom bands die eigenlijk meer geluid dan muziek produceerden. Dat kan, maar het is maar weinigen gegeven om het goed te doen met als gevolg veel saaie concerten. Nu is er meer afwisseling omdat er bands zijn die zich richten op echte liedjes en ook bands die met melodie en hooks de 'laag, zwaar en traag'-formule aanvullen.
De belangrijkste ontwikkeling voor de toekomst is het steeds verder inkrimpen van het midden van de popmuziek, daar waar Roadburn zijn headliners vandaan haalt. Er is genoeg te ontdekken in de kleinere zalen, maar bands vinden die de grote zaal van 013 vol kunnen krijgen wordt steeds lastiger. Vrijdag en zaterdag had het hoofdpodium nu al grotendeels dezelfde line-up. De vraag is hoe het volgend jaar gaat uitpakken, als na de verbouwing de grote zaal van 013 nog groter is geworden. Dat het voor artistiek succes niet nodig is om grote namen te boeken, bewijst deze editie wel. Maar Pekko Käppi & K:H:H:L en Ashtoreth zijn (helaas) geen namen die kaarten verkopen.
http://www.kindamuzik.net/live/roadburn/roadburn-2015-afterburner/25889/
Meer Roadburn op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/roadburn
Deel dit artikel: