Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De dag die de geschiedenis in zal gaan als de dag dat Opethopperhoofd Mikael Åkerfeldt volledig loos mocht gaan om zijn oude proghelden te eren. En dan beginnen met het legendarische Franse Magma [bovenste foto]: dat is nog eens loos gaan! Het achttal lijkt zowel muzikaal als visueel uit een andere tijd te komen, maar vergis je niet: vanaf het allereerste moment is duidelijk dat Magma een fabelachtige, op alle punten overtuigende band is. Openen met een met een ruimt twintig minuten lang prognummer dat alle kanten op mag gaan is sowieso al gedurfd, als het dan ook nog eens waanzinnig goed gespeeld wordt, ebt alle van tevoren bedachte kritiek als sneeuw voor de zon weg. De band speelt met een jongehondenmentaliteit fris en fruitig door het extreem gecompliceerde werk heen, waarbij duidelijk wordt dat de leden volledig één zijn met hun muziek: ze kúnnen niet eens andere muziek spelen, al zouden ze het willen. Geniale band. (BI)
Wie de prog van Magma niet blieft, kan in Het Patronaat terecht bij Tyranny [foto hierboven] voor precies het tegenovergestelde: zo min mogelijk noten voor zo veel mogelijk effect. Dit soort bands heeft de neiging nogal op elkaar te lijken - er zijn maar zo veel manieren waarop je een loodzware drone kan spelen - en bij Tyranny is dat ook letterlijk het geval, want ook zij dragen monnikspijen. De onderscheidende factor zit hem in het gebruik van een keyboard op stand 'loeiend kerkorgel' voor wat extra melodieuze impulsen. Dat werkt erg goed en had eigenlijk best wat meer gebruikt mogen worden.
Net als Earthless komt Harsh Toke uit San Diego en de band is ook getekend door Tee Pee Records. De bassisten lijken ook nog eens op elkaar. Evenals als Earthless kan Harsh Toke geweldig jammen. Dat doen het kwartet voor de gelegenheid met Lenny Kaye, gitarist van The Patti Smith Group en samensteller van de beste verzamelaar aller tijden, de compilatie die leidde tot garagerock: Nuggets. Omdat Kaye meedoet zijn de jams gedeeltelijk gebaseerd op garagerockklassiekers. Lou Reeds 'Run Run Run', The Seeds' 'Pushing too Hard' en uiteraard 'Gloria' - volgens Kaye 'the national anthem of garage rock' - komen voorbij. De jamsessie is sterk, maar Kayes in hippiestijl geïmproviseerde teksten (de man speelt al veertig jaar samen met Patti Smith) hebben vaak een te hoog THC-gehalte. Wel heel authentiek hoor, maar laat liever die gitaar gieren. (MtH)
The Body heeft last van het 'Locrian-syndroom' van de dag ervoor: spelen in daglicht, geen uitstraling hebben en dan een extreem nihilistische sfeer willen neerzetten. Ook hier is het voor een deel aan de band zelf te wijten: zorg voor visuele ondersteuning middels stemmige projecties en speel zelf ook met zichtbare intensiteit, alsof je leven ervan afhangt. Maar nee, een backdrop met één tekstregel erop, en een duo dat zich verschuilt achter drumstel en flightcase. Later gaat het verhaal dat het een invaldrummer betreft (in dat geval is het hem vergeven), maar de gitarist/schreeuwerd/noisemaker heeft geen excuus. Ga ervoor, haal je flightcase van het podium, laat zien dat je het meent, dat alle zwartheid van de wereld op je schouders rust en dat je er gestoord van wordt. Het desperate van de muziek wordt zo half tenietgedaan. Graag een herkansing in een klein donker hol waaruit geen ontsnappen mogelijk is, en opgeleukt met totaal desolate beelden.
Op de zaterdag zal het nog vreemder worden, maar als in de Stage01 Nicklas Barker & Reine Fiske schuin tegenover elkaar zitten met twee mellotrons en een laptop is het al duidelijk dat het hier geen lawaaiorgie gaat worden. De twee doen aan geluidstapijten, ambient en dromerige kraut die soms bijna tegen techno aan schurkt, zonder beats. Het duo weet heel goed dat het niet boeiend is om naar twee gasten te kijken die zittend enkele toetsen beroeren of aan knoppen draaien met op de achtergrond stemmige projecties van weidse landschappen en klassieke B-films. Mooi hoor. (BI)
Goblin of Claudio Simonetti's Goblin, zoals deze incarnatie officieel heet, is net als Magma een legendarische progrockgroep uit het begin van de jaren zeventig, vooral bekend vanwege de soundtracks van horrorfilms. In de goed gevulde grote zaal komen de Italianen sterk voor de dag. Het geluid is perfect, de ritmesectie subliem en Simonetti's analoge synths brommen heerlijk. Dat Goblin vooral bekend is van soundtrackwerk blijkt een reden te hebben: die muziek heeft een duidelijke richting en sfeer en blijft daardoor gevrijwaard van het ergste proggefröbel. In de andere nummers duikt dat af en toe op, hoewel Goblin daar ook nog wel eens zijn Herbie Hancock-invloeden wil laten gelden, zodat er zowaar af en toe voorzichtige dansstapjes gezet worden. Op Roadburn! Bij progrock! Ondanks de sporadische sporen van kazigheid is het optreden van Goblin daarmee zeer geslaagd te noemen.
Procession is van oorsprong een Chileense band. Alleen is dat land niet echt een centrum van metal, dus hebben de heren hun biezen gepakt en zijn ze naar Zweden verkast. Ze staan daar met hun traditionele doom vlak voor een band geprogrammeerd uit datzelfde land die ongetwijfeld een grote invloed is: Candlemass. Nu zijn de meesters objectief gezien duidelijk stukken beter de leerlingen. Het klinkt in de grote zaal allemaal als een klok en Mats Levén blijkt een prima vertolker van het integraal gespeelde Ancient Dreams. Maar het is ook allemaal wat te clean, terwijl bij Procession rauwe energie en spijkerbanden op verder kledingloze torso's domineren. En dat is in metal toch ook wat waard.
Dat punt wordt helemaal duidelijk gemaakt door Obliteration. De Noorse deathmetaltornado is een verademing tussen alle progrock die Opethopperhoofd Mikael Åkerfeldt verder heeft geprogrammeerd. Niet alleen is het energieniveau gigantisch, ook weet Obliteration een eigen draai te geven aan old school death metal; dit is niet de zoveelste herinterpretatie van de klassieke Entombedsound. Kan Obliteration niet over twee weken gewoon terug komen voor Neurotic Deathfest? Zulke bands kan je niet vaak genoeg zien. (MtH)
Sula Bassana verrast behoorlijk. Dat komt vooral doordat hun Bandcampsite vooral spacy elektronische muziek laat horen, en als er al gerockt wordt blijft het redelijk clean. Vandaag staat er echter een meer dan prima spacerockgroep (eerste optreden als band trouwens, voorheen was het eenmansproject) op het podium, met breed uitwaaierende, overstuurde gitaren, mooie effecten, en een ware stonerrockgroove waarvan alle hoofden ongewild heen en weer gaan knikken. Het Patronaat zit vol, de temperatuur is hoog, de sfeer is goed, en de spacerock van Sula Bassana maakt het af. Fijne band.
De leden van het Deense trio Papir zijn waarschijnlijk zo jong dat ze hun flesjes Clearasil nog maar net in de prullenbak hebben gegooid, hun de uitstraling is gelijk aan die van je nerdy buurjongen, maar als ze gaan spelen schrik je je kapot: dit is potdomme een geniale band! Ze borduren voort op jams en gaan volledig op in hun instrumenten en in de muziek die ze met zijn drieën maken. De extreem goed op elkaar ingespeelde bas en drums zorgen voor een heerlijke groovende en creatieve ondergrond, waarbij ze zich bepaald niet inhouden om hun spel op te leuken met allemaal roffeltjes en lickjes. De gitarist zorgt afwisselend voor sfeervolle ondersteuning (als de ritmesectie loos gaat) of uitgesponnen solo's met een fabelachtig gevoel voor melodie. Het drietal jamt als Earthless in topvorm, maar kiest dan wel voor een postrock-achtige basis in plaats van stonerrock. Subliem! (BI)
Opeth mag dan de headliner zijn, het optreden van de band is toch vooral een showcase van wat er allemaal verschrikkelijk kan zijn aan progrock en -metal. Uiteraard geweldige muzikanten allemaal, maar als de muziek alleen maar richtingloos meandert om vooral te laten zien hoe eclectisch je wel niet bent, dan schiet het niet op. Wat een verschil met Goblin, dat eerder op de avond liet horen hoe je virtuositeit prima kan inzetten in dienst van emotie en sfeer. Het geluid van Opeth past ook precies bij de muziek: kristalhelder, maar zonder enige bite. Vooral de gitaren klinken volkomen futloos. Ook nu weer is in het grote aanbod progrock dat Åkerfeldt programmeerde het voorbeeld te vinden dat laat zien hoe het wél moet. Tegelijkertijd zelfs: Elephant9 & Reine Fiske in de kleine zaal. (MtH)
En inderdaad, waarbij het Opeth vooral clean en braaf bleef, gaat het bij Elephant9 & Reine Fiske volledig loos. Ze maken het zich niet makkelijk - met een trage opener en dito opbouw - maar eenmaal enkele minuten aan de gang en het wordt duidelijk dat hier gespeeld wordt op het spreekwoordelijke scherpst van de snede. Met een basis van jazzrock en progrock gaat het daarna vaak richting freejazz en de elektrische jazz van Miles Davis anno 1970. De toetsenist en gitarist kleuren de boel mooi in, maar uiteindelijk gaat de aandacht vooral uit naar de even stoïcijnse als fabelachtige bassist en de werkelijk beestachtige drummer, die opzwepend, virtuoos, hard, gedetailleerd en met het grootste gemak de meest bizarre ritmes en fills speelt. Soms lijkt hij totaal uit de bocht te vliegen met volkomen tegendraadse breaks en tegenritmes, maar even later blijkt hij volledig in control, het baken waarop de hele band zich kan richten. Zien is geloven. Dat ze als eerste band ook mogen terugkomen voor een toegift zegt genoeg. (BI)
The Old Wind mag de tweede dag van Roadburn afsluiten met een portie posthardcore. Dat gebeurt met drie gitaren, doordringend gekrijs en veel volume. Dat is goed voor een indrukwekkend geluid, maar zoals wel vaker in het genre verzandt het allemaal in eendimensionaal doordrammen. (MtH)
http://www.kindamuzik.net/live/roadburn/roadburn-2014-de-vrijdag/24906/
Meer Roadburn op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/roadburn
Deel dit artikel: