Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Primordial is niet helemaal een Roadburnband, maar Dread Sovereign (foto boven) is dat zeker wel. De doommetalband met de zanger en drummer van de Ierse Vikingmetallers brengt zijn debuutplaat zelfs tijdens het festival uit op Roadburn Records. De klassieke doommetal heeft uiteraard veel raakpunten met Primordial, al was het maar omdat de gedragen zanglijnen van Alan Averill uit duizenden te herkennen zijn. In Dread Sovereign speelt Averill ook bas. Nog even wennen, want in het begin staat dat instrument zo hard dat alle andere elementen worden weggedrukt en van de bas zelf geen toon meer valt te onderscheiden; er klinkt alleen een blubberig 'blrrrghhh' elke keer als Averill iets speelt. Wanneer dit euvel is verholpen, komt Dread Sovereign prima voor de dag. Gezien Averills bekende kwaliteiten misschien niet geheel verrassend, maar het is wel een van de eerste shows van de band. (MtH)
De aankondiging van een reünieoptreden van een semilegendarische doommetalband uit de jaren tachtig laat van tevoren de harten niet direct sneller kloppen; in het verleden was dit niet altijd even succesvol op Roadburn en op de donderdag bakte Penance er ook weer niet veel van. Toch maakt Dream Death meer indruk dan verwacht. De vier veertigers staan nogal onwennig op het hoofdpodium en laten ook wat veel stiltes vallen tussen de nummers. De muziek zelf staat als een huis en wordt vol overgave gespeeld. Dream Death speelt eigenlijk ook geen traditionele doom. De muziek ligt ergens tussen niet al te trage doommetal en harde Bay Areathrash, de stroming die eind jaren tachtig zo in zwang was. Ook Celtic Frost is niet ver weg in het geluid. Meest opvallend is de bijna hardcore-achtige felheid in de vocalen, waardoor de lamlendigheid afwezig is die vaak te bespeuren valt bij 'oude-bands-met-reünievirus'. Of de band nog een vaste plek kan verwerven in het huidige muzieklandschap valt te bezien - een nieuwe plaat is vrijwel klaar, de tweede pas - maar dit optreden is behoorlijk goed. (BI)
Kadavar heeft het drumstel pontificaal midden op het podium gezet. Al snel blijkt waarom: de keihard meppende en wild met zijn haar zwaaiende drummer Tiger is de onbetwiste John Bonham van het Duitse trio. Niet dat de rest van de band zich onbetuigd laat. Gitarist Lupus Lindemann heeft een hele voorraad Sabbath- en Zeppelinriffs van topkwaliteit. Als dat niet voldoende is, kan je nog altijd de stroboscopen vol aanzetten, zodat het publiek ook letterlijk verblind wordt door je klasse. Kadavar komt er wel. (MtH)
Zo energiek als Kadavar is, zo lamlendig is Sabbath Assembly, een statisch vijftal dat donkere gothfolk speelt met sporadisch een luidere oprisping. De frontvrouw ziet er stoer uit met haar overvloed aan tatoeages en een basgitaar die groter is dan zijzelf, de rest van de band bestaat uit lulletjes rozenwater, met als ergste exponent de tweede zanger, die met een tekstboek bij de microfoon aan de zijkant bijkans doods eens in de paar minuten een regel staat mee te dreinen. (BI)
Witch Mountain is een exponent van de vermaarde moderne metalscene rond Portland, Oregon en doet in bluesdoom met Grace Slick-sirene. Het ontbreekt de piepkleine zangeres Uta Plotkin, ondanks de kunstig voor één oog gedrapeerde coiffure voor extra hekseffect, toch wat aan echt charisma. De niet bepaald van hooks vergeven vocalen worden na verloop van tijd ook enigszins vermoeiend. De ware held van de band blijkt gitarist Rob Wrong, die alle ruimte krijgt voor zijn knetterharde, virtuoze bluessolo's op een in het oog springende rood-groengekleurde Fender, die hij net als Jimi Hendrix ondersteboven linkshandig bespeelt. Halverwege het optreden in het Patronaat dreigt de eenvormigheid toe te slaan (drummer Nate Carson blinkt niet uit in subtiliteit), maar tegen het eind weet de band er toch nog een schepje bovenop te doen met een meeslepende, langzame bluesexcercitie. Na de al even overdonderende show van Royal Thunder een dag eerder lijkt de al enkele jaren voortdurende witch metal-hype dus toch over een langere adem te beschikken dan menigeen had verwacht. (TG)
Op je eerste Nederlandse show meteen al een volledig volgepakte grote zaal van 013: het lukt Uncle Acid & the Deadbeats. Dat is dan ook dé hype in Roadburnkringen, hoewel het nieuwe album Mind Control wel iets minder enthousiast is onthaald dan voorganger Blood Lust. De combinatie van enorme verwachtingen en nauwelijks live-ervaring maakt dat er heel wat druk op de ketel staat voor de band. Niet dat de eigenzinnige Uncle Acid zich daar erg druk om lijkt te maken. Wars van vertoon treden hij en zijn andere gitarist op met elk enkel een kleine comboversterkertje, nogal een verschil met de Chinese versterkermuren van verwante bands. Het geluid is er niet minder om. Uncle Acid & the Deadbeats zetten een prima set neer die klinkt alsof de band al jaren meegaat. Wel komt de zang zowel wat betreft toonvastheid als overtuigingskracht wat minder goed uit de verf dan op de plaat. Ze beginnen met veel materiaal van de nieuwe plaat, terwijl aan het einde de hits van Blood Lust worden gespeeld. Daarbij wordt de misschien wel grootste hit, '13 Candles', echter doodleuk overgeslagen, terwijl als afsluiter een nummer van debuut Vol. 1 wordt gespeeld, een plaat die alleen in zeer beperkte oplage op cd-r is verschenen. Eigenwijs blijven ze, maar net als voor Dread Sovereign geldt voor Uncle Acid & the Deadbeats dat het nu al prima is en alleen nog maar beter kan worden. (MtH)
"Hello Roadburn, are you high?" Het schijnt nog altijd niet tot buitenlandse bands door te dringen hoe infantiel die opmerking in Nederland overkomt. Gelukkig voor Moss-zanger Olly Pearson - die de uitstraling van The Beatles en de stem van Ozzy Osbourne in zich verenigt - zijn Nederlanders in de minderheid op Roadburn. Dankzij een indrukwekkend Roadburnoptreden in 2010 staat Moss in het collectieve geheugen gegrift, zodat de kleine zaal een kwartier voor aanvang in een oogwenk volstroomt. Vandaag is Moss echter minder goed in zijn element. Het spel van drummer Chris Chantler is bot en verre van trefzeker en Pearson staat er wat verloren bij. De onheilspellende gitaarbrom is de enige constante factor, maar het lukt Moss niet om het publiek in trance te brengen, wat toch echt de bedoeling is van de ellenlange doomcomposities.
Degenen die het optreden Moss nog het voordeel van de twijfel gunden, worden bruut de mond gesnoerd door Cough. Een raak drumintro zet de boel krakend en piepend in beweging en wanneer de gitaristen zich op hun eerste akkoord storten is het alsof de inhoud van Richmonds grootste beerput zich een weg baant door de kleine zaal. Er is geen houden aan, alles en iedereen gaat ten onder. Cough is de optelsom van Eyehategod op zijn smerigst en Black Sabbath op zijn traagst. De vocalen zijn even desolaat als verbeten en de band ploetert stug door op een tempo dat nauwelijks meetbaar is. Occulte filmhuisprojecties maken de gruwelijke sfeer helemaal compleet. De feedback tussendoor is zo overweldigend dat het onzachtzinnige begin van elk nummer de boel gek genoeg openbreekt. De band schopt je bruut onderuit en sleept je een uur lang aan je voeten door de bagger. Cough verplettert. (RvE)
The Pretty Things beloven een 'full-on psychedelic set' te spelen, maar in de context van Roadburn klinkt de op de kop af een half eeuw oude band toch vooral heel erg poppy. Zanger Phil May beseft dat maar al te goed en vraagt na een paar nummers met de tong ferm in de wang geplant of het allemaal niet te hard is. Het enige andere originele lid, gitarist Dick Taylor, is de zeventig inmiddels gepasseerd en ziet eruit als tachtig, maar zijn spel is nog dik in orde. Bovendien zorgt de jonge ritmesectie voor een flinke extra punch, waarbij bassist George Perez ook nog eens voorbeeldig de hoge vocalen voor zijn rekening neemt. De catchy, lichte kost van de nota bene ooit zo beruchte Pretty Things leek vooraf toch een risicovolle programmering, maar het werkt vandaag bijzonder verfrissend en resulteert in een zaal vol lachende gezichten. (TG)
Headliner en curator op de tweede dag is Electric Wizard. Een heel grote naam in Roadburnland en een band die sowieso niet zo vaak intensief toert, waardoor bijna elk optreden een evenement wordt. Als de groep gaat spelen, is het eerste wat opvalt het relatief lage volume. De massieve grooves van Electric Wizard horen de broekspijpen te laten wapperen en de bierglazen van de bar te laten trillen, maar daar is in 013 geen sprake van. Bij vlagen schiet Electric Wizard uit de rollende groove door naar een agressief hakkend ritme, waarbij de kenmerkende huil van frontman Jus Osborne vanzelf ook overgaat in een schreeuw. Kleine foutjes, in wat verder vooral een degelijke performance is van een van de belangrijkste bands binnen het genre. Electric Wizard heeft niet de inspiratie om zijn rol als curator en headliner om te zetten in een echt verpletterend optreden. Een niet onaanzienlijk deel van het publiek besluit dan ook na drie kwartier toch nog maar even Goat te gaan checken. (MtH)
Dat leidt tot waarschijnlijk de grootste rij ooit op Roadburn voor het Patronaat. Voorafgaand aan dit optreden zijn er twee kampen. Het ene vindt Goat een hype en is sceptisch, het andere vindt de Zweedse voodoosekte een openbaring en kijkt er enorm naar uit. De spanning is goed voelbaar in het Patronaat: zou Goat dat unieke geluid kunnen waarmaken? Het antwoord: Meer dan dat! Een drummer, een percussionist, een bassist, twee gitaristen en nog twee zangeressen. Allen uitgedost in uitzinnige pakjes en maskers die het midden houden tussen Afrikaanse gewaden, carnavalskleding en kabouterpakjes. Zo bizar klinkt de muziek ook. Fuzzy gitaren, dikke baslijnen, Afrikaanse ritmes, jarenzeventigblaxploitationfunk, groovende stonerrock en dan die twee zangeressen, die vooral nogal opruiend hun koortjes scanderen. Vanaf de eerste noot is duidelijk: dit wordt legendarisch! De chemie is voelbaar, het samenspel fenomenaal, het totaalgeluid helder en euforisch en dan die opzwepende zangeressen die uitzinnig dansend over het podium gaan. Ze dragen maskers, maar de hele zaal is verliefd op ze. Het is vervreemdend, maar nergens gekunsteld of moeilijk, uitzinnig, maar nooit overdreven. Goat is de hype totaal voorbij. Het wordt een waanzinnig feest met een glorieuze winnaar. En dan lopen ze zonder afscheid het podium af, het publiek compleet in verbijstering achterlatend. (BI)
Dat doet Seremonia ook, maar dan de andere kant op. Zonder enige twijfel is dit de allerslechtste band op deze editie van Roadburn. Wat deze vier Finse heren en hun elfjes-achtige zangeres precies nastreven, is volstrekt onduidelijk. Wel duidelijk wordt dat - wat het doel ook is - oefenen met de band volstrekt uit den boze is en dat je er als man absoluut geen shirt bij mag aanhebben, hoe bleek en vadsig je ook bent (misschien zitten ze in een sekte die Matt Pike vereert?) De bandleden staan continu volledig ongecoördineerd op hun instrumenten te harken en door elkaar te schreeuwen. Bizar dieptepunt: de dwarsfluitsolo van drummer. Hij kan al niet eens normaal recht vooruit drummen, maar wekt bij de fluitsolo de indruk dat hij tien minuten voor het optreden toevallig het instrument in handen gedrukt heeft gekregen en toen heeft besloten tot die solo.
"Hey Satan, hey Lucifer, we're here baby!" Satan's Satyrs-frontman (tevens dubbelganger van voormalig Apers-gitarist Jerry Hormone, inclusief kokette motoriek) Claythanas weet hoe je een concert moet beginnen. Het trio uit Virgina blijkt wel meer te weten over hoe je een goed concert geeft. Strak en opgefokt schudden ze Roadburn wild uit hun weed- en alcoholroes met doorgesnoven, motorfietsvererende punk-'n-roll in de lijn van Zeke, vroege Hellacopters en New Bomb Turks aangelengd met een flink scheut Venom. Doompunk noemen ze het zelf. Al snel staat iedereen te stuiteren en op een gegeven moment wordt er zelfs gecrowdsurft. Zeer terecht dat de band zaterdag op herhaling mag en eveneens zeer terecht dat dit met een set van Blue Cheerklassiekers is. Yeah, baby! (MtH)
http://www.kindamuzik.net/live/roadburn/roadburn-2013-vrijdag/23943/
Meer Roadburn op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/roadburn
Deel dit artikel: