Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De aftrap van het door Voivod gecureerde vrijdagprogramma wordt verzorgd door Nachtmystium [bovenstaande foto], de Amerikaanse spaceblackmetalband die stilistisch duidelijk schatplichtig is aan de Canadese gastheren. Het optreden is minstens zo verzengend als dat van twee jaar geleden. Live is Nachtmystium vele malen intenser dan op plaat, niet in het minst door de rock-'n-roll-uitstraling van bandleider Blake Judd. Hij heeft vandaag ook nog een vakkundige handlanger in sterproducer Sanford Parker, de elektronicatovenaar, middelvingerzwaaier en bierblikgooier van dienst. Na de integrale uitvoering van Instinct: Decay volgt nog een reeks toegiften, want in tegenstelling tot veel bands op de eerste dag staat Nachtmystium er wel op zijn volledige settijd vol te spelen; de geestdrift spat er werkelijk vanaf. Het besluit met een trits nummers van doorbraakplaat Assassins is hypnotiserend en weldadig, met het titelnummer als onvermijdelijk hoogtepunt. (TG)
Het (grotendeels) Finse collectief Hexvessel [foto hieronder] wordt vaak in dezelfde pastorale, mythische folktraditie geplaatst als Espers en Comus. Dawnbearer, hun debuutplaat die vorig jaar op het toonaangevende Svart uitkwam, bevestigt dit. Maar live blijkt het anders uit te draaien. De subtiliteit die hun plaat siert, verdwijnt helaas live door muzikale overdadigheid en theatraliteit. Acht muzikanten op het podium is misschien te veel, maar het heeft ook veel te maken met Mat "Kvohst" McNerney, zanger in enkele illustere blackmetalbands, die te veel een act wil neerzetten. (HvdL)
"I think we've really underestimated this band", merkt een van de bezoekers voorafgaand aan het optreden van Farflung op als hij de propvolle zaal binnendringt. De sonische kosmonauten uit Los Angeles keren op uitnodiging van curator Voivod terug op het Roadburnnest voor een anderhalf uur durende space session. De zwaar op Hawkwind geïnspireerde psychedelische rock voert langs kleurrijke collages van biepjes, bliepjes, heavy riffs en andere geestverruimende klanken, maar in de echt werkzame stoffen 'tempo' en 'songstructuur' wordt te weinig gevarieerd om al die tijd onder invloed te blijven. (JG)
Vier mannen, de jongste ergens midden dertig, met voorkomens die volledig opgaan in het Roadburnpubliek. Wat heet, het Engelse End of Level Boss [foto hieronder] ziet eruit als de archetypische verzameling stonerrockers, inclusief lang, doch dunner wordend haar en vale spijkerbroeken met slijtgaten op de knieën. Het is dan ook redelijk verrassend dat het kwartet helemaal geen stampende chugga-wugga-stoner maakt, maar juist een doordachte, proggy vorm van stonermetal. De oneven maatsoorten vliegen je om de oren, maar dat neemt niet weg dat de mannen een heel fijne groove neerzetten.
Zanger/gitarist Harry Armstrong ziet er met zijn gebit met missende tanden uit als een Engelse voetbalhooligan met een voorliefde voor metal, maar zijn aankondigingen in plat Engels accent zijn - indien verstaanbaar - buitengewoon sympathiek en humoristisch; hij speelt het hele optreden met een grote grijns op zijn gezicht. Mooi ook hoe hij zijn liefde voor Dimension Hatröss van Voivod betuigt en hoe hij vereerd is dat Voivod de band heeft gevraagd om op de door hen gecureerde avond te spelen. End of Level Boss kan uiteindelijk de muzikale pretenties niet helemaal waarmaken qua liedjes, maar het enthousiasme is aanstekelijk en de hele houding ontwapenend. Fijne band. (BI)
Bands mogen op Roadburn zelf aangeven hoe lang ze willen spelen. Sólstafir was gulzig en heeft een uur en drie kwartier gevraagd en gekregen. Bescheidenheid is niet het sterkste punt van de IJslanders, die debuteerden met het album Masterpiece of Bitterness. Een grote bek is echter geen probleem als je het ook waar kan maken en dat doet Sólstafir in het Patronaat. Met een hard maar helder geluid knallen de IJslanders hun epische postmetalsongs vol overtuiging de zaal in. Dankzij veel met e-bow gespeelde gitaren en galmende zang zijn er referenties aan landgenoten Sigur Rós, vroege U2 en The Cult en - mede dankzij de zwarte hoed van de gitarist - Fields of the Nephilim. Zanger Aðalbjörn Tryggvason vraag het publiek zelfs retorisch: "We used to be a heavy metal band. But tell me, is this music heavy metal?" Maar ook Sólstafir is weer bewijs voor de Roadburnwet dat het vaak de relatieve buitenbeentjes zijn die de beste optredens verzorgen. (MtH)
Curator en überbuitenbeentje Voivod heeft sowieso een voorliefde voor bands die buiten het geijkte Roadburnstramien vallen. De keuze voor Kong [foto hierboven] is dan ook een vrij logische. Tussen alle genres die op Roadburn voorbij zijn gekomen, is de Nederlandse band een mooie aanvulling. Het optreden is tamelijk wisselend van kwaliteit. Aan de ene kant omdat de kruisbestuiving van elektronica en industrial de tand des tijds niet helemaal doorstaan heeft en de band het vandaag zonder zijn kenmerkende quadrofonische opstelling moet doen, anderzijds omdat Kong zich in moet houden om binnen de perken van de samples en onverbiddelijke clicktrack te blijven. Vooral de ingetogen passages in het begin van de set voelen onzeker en berekenend, zo getuige ook de vele blikken die onderling worden uitgewisseld. Op momenten dat de spanningsboog zijn toppunt nadert, voelt de band zich beter in zijn element en dat sorteert tijdens oudere nummers het nodige effect in de zaal. Waarom Kong niet wat meer oude troeven inzet, blijft dan ook een raadsel. Een half uur in het optreden komt de band steeds meer in zijn element en blijkt Kong een waardige show neer te kunnen zetten, met 'Wonderwood' als geschikte afsluiter. (RvE)
Een jaarlijks terugkerend - onvermijdelijk - euvel is een band die geprogrammeerd staat in een te kleine zaal. Helaas is dat ook het geval bij Conan uit Liverpool. Een dikke rij bezoekers dromt ruim voor aanvang al samen voor de ingang van de Stage01. Op de gang zijn alleen dikke basdreunen hoorbaar, die samenkomen met het lichtvoetige gitaarwerk van Witch uit de grote zaal. (JG)
Een band die in 2008 zijn laatste plaat uitbracht en dat op Roadburn vierde met een volkomen waardeloos optreden in de Kleine Zaal, staat in 2012 op het hoofdpodium voor een goed gevulde grote zaal. Het is heel verleidelijk te denken dat Witch [foto hierboven] deze gang van zaken alleen te danken heeft aan het feit dat de drummer J. Mascis heet, maar dat is niet helemaal waar: de twee platen van Witch zijn wat onevenwichtig, maar bevatten een paar regelrechte knallers. Net als in 2008 lijkt dat feit live aanvankelijk ook in 2012 volkomen te verzuipen in de algehele rommeligheid. Hoofdschuldige is Mascis, gitaargod en prutsdrummer-met-golfhandschoentjes, maar de rest van Witch speelt ook niet bepaalt metronoomstrak. Gelukkig draait de band in de loop van het concert warm, zodat de klasse van de tot het laatst bewaarde topsongs 'Sweet Sue' en 'Rip Van Winkle' de zaal wel weet te bereiken. (MtH)
Artist in residence Justin Broadrick mag deze dagen in veel verschillende gedaantes optreden: gisteren nog als White Static Demon/JK Flesh, vandaag als Final, morgen als Jesu. Het toont de diversiteit en de creativiteit van de Brit, die natuurlijk ook bekend is van Godflesh en de zes weken die hij ooit bij Napalm Death speelde. Vanavond gaat hij voor de titel van "meest abstracte muziek van Roadburn 2012" en die wint hij met verve. Gewapend met gitaar, effectenbak en laptop zorgt hij voor een uur lange semigeïmproviseerde drone/soundscape, die op de meest vriendelijke momenten aan de vergankelijke melancholie van William Basinski en The Caretaker/Leyland James Kirby doet denken. Geen vrolijke frans dus, die Broadrick, maar het wordt pas echt bruut als hij de lage tonen knoeperthard door het Patronaat laat klinken: ultradiep, dreigend en zo laag en hard dat de zware stekkerdozen door de trillingen over het podium beginnen te dansen. Voeg daarbij hoogst evocatieve beelden van vervallen barakken, uitkijktorens en half vergane bunkers, en je snapt dat Final zowel in beeld als geluid een verpletterende indruk maakt. Ook al is het maar voor een man of tachtig, want uiteindelijk blijkt het voor de meeste Roadburngangers net wat te abstract. (BI)
Doen al die bands op Roadburn zo hun best artistiek verantwoord bezig te zijn, worden ze allemaal naar huis gespeeld door een rechttoe rechtaan hardrockband die zegt van de binnenkant van de planeet Venus te komen en die wordt aangevoerd door een zwaar ADHD-geval met overgewicht.
Valient Thorr-zanger Valient Himself [foto hierboven] lijkt niet alleen op Tim Harrington van Les Savy Fav, hij is ook net zo gek. Op het eerste gezicht lijkt het niet een man met een enorme conditie, maar hij staat het hele optreden non-stop te rennen, te springen, over het podium te rollen en te raaskallen. Tenminste, dat laatste heeft zijn voorkeur, maar hij schakelt net zo gemakkelijk van een betoog over de ruimte veroveren met motoren met wielen gemaakt van pizza's naar een coherent gebrachte oproep de Occupy-beweging te steunen. Hij weet elke monoloog - hoe warrig ook - uiteindelijk altijd naar een songtitel te herleiden. Zodra hij die noemt, start de rest van de band als door een computer getimed het nummer. De perfect afgestelde rock-'n-rollmachine Valient Thorr hoeft niet af te tellen, maar ramt bovenmenselijk - zou er toch iets van waarheid in dat verhaal over Venus zitten? - strak door tot de zaal tot de fundamenten is afgebroken. Valient Thorr is een livesensatie van het niveau van de hoogtijdagen van Zen Guerrilla en de Jon Spencer Blues Explosion. (MtH)
Het nieuwe officiële lijflied van Roadburn is 'Quantum Mystic', zoveel is wel duidelijk na de niet minder dan iconische show die YOB [foto hierboven] geeft op het hoofdpodium. Het openingsnummer van het integraal gespeelde The Unreal Never Lived zorgt voor zeldzaam extatische toestanden en een heldenontvangst in de bomvolle grote zaal. Het postdoomtrio onder leiding van Mike Scheidt is zich duidelijk bewust van zijn status na de triomfantelijke optredens tijdens de 'vulkaaneditie' twee jaar geleden, zo valt ook af te lezen aan de presentatie, die wat minder go-for-broke is dan in 2010 en soms bijna richting overacting gaat.
Scheidt is met zijn baard, ronde brilletje en extra kilo's steeds meer aan het opschuiven van 'powertrippende gitaargod' naar 'Koos Koets', maar daar heeft zijn spel gelukkig niet onder te lijden, dat is overrompelend en gepassioneerd als altijd. Dat de nuances van Scheidts gitaarwerk en heliumvocalen wat wegvallen in al het geweld is jammer maar onvermijdelijk. Aan de andere kant voegt drummer Travis Foster juist weer wat toe met zijn extreme vertragingen, die soms zelfs Scheidt bijna op het verkeerde been zetten. Na het meer dan twintig minuten durende 'The Mental Tyrant' is er nog tijd voor een toegift van het meest recente album Atma, 'Adrift in the Ocean'. Niemand, inclusief de band zelf, wil dat het afgelopen is, maar godzijdank speelt YOB ook nog op de Afterburner. (TG)
Na de ferme klappen van Vallient Thor en YOB is het aan Black Breath om Roadburn op niveau te houden. Op basis van volume en inzet lukt ze dat prima. Het is maar goed dat driekwart van het publiek oordoppen draagt, want het geluid in 013 is zelden zo hard geweest. Met wapperende broekspijpen zien we de Amerikanen met het erfgoed van de Stockholmse deathmetalsound aan de haal gaan. De lange haren en baarden doen een pure metalband vermoeden, terwijl de dynamiek op het podium het karakter van een hardcoreband prijsgeeft. Met zoveel overgave wordt de strijd gestreden, dat je je afvraagt hoe de drummer op zijn niet bescheiden gewicht blijft. Ook voor het podium is men niet te beroerd om uit te pakken; voor Roadburnbegrippen gaat het er aardig hard aan toe. (RvE)
Jon Porras en Evan Caminiti zijn twee begenadigde muzikanten die elk hun eigen weg banen in de wereld van de gitaargebaseerde ambient. Naast (verschillende) soloprojecten werken beide heren aan het oeuvre van Barn Owl, waar gitaren, elektronica en samples hand in hand gaan en voor sfeervolle geluidspaletten zorgen. Porras en Caminiti lijken bij momenten in een tweestrijd gewikkeld maar de sonische uitbarstingen gaan gepaard met minutieus opgebouwde klankenpatronen. Het geluidsuniversum van Barn Owl is rijk, gelaagd en adembenemend om in te verdwalen. (HvdL)
Bij het tweede optreden van gastcurator Voivod [foto hierboven] is het beduidend minder druk dan even tevoren bij YOB, de feitelijke hoofdact van de dag. Voivod is toch een vreemde band die het publiek verdeelt, zeker als de bijna een kwart eeuw oude avant-metalklassieker Dimension Hatröss wordt gespeeld. De band zelf lijkt zich ook licht ongemakkelijk te voelen in het keurslijf van het integrale-albumconcept, treffend geïllustreerd door het colbertje van het zingende feestbeest Snake. De oude garde vooraan in de zaal kan zijn geluk echter niet op en dat geldt ook voor YOB-frontman Mike Scheidt, die aan de zijkant van het podium finaal uit zijn plaat gaat.
Waar het geluid bij Voivods eerste optreden eerder aan de zachte kant was, is het nu wat al te lomp, waardoor de complexiteit van het album en met name het gitaarspel enigszins verzanden in chaos. Als het tijd is voor de toegiften is dat een zichtbare bevrijding voor de band. De reprises van zowel Die Kreuzens 'Man in the Trees' - met nu wel de originele zanger Dan Kubinski te gast - als de hitcover van 'Astronomy Domine' zijn wat obligaat, en in het laatste geval ook volledig tegen de zin van bassist Blacky, het punkrockgeweten van de band. Dé grote verrassing is echter een uitvoering het enige echte ouderwetse progepos van Voivod, het bijna twintig minuten durende 'Jack Luminous' van The Outer Limits (1993). Daarmee komt het hoogtepunt toch weer uit onverwachte hoek; een passend afscheid van de band die een sport heeft gemaakt van het op het verkeerde been zetten van de luisteraar. (TG)
Het Britse GNOD wordt bijgestaan door Shazulla Nebula, eveneens frontman van Aqua Nebula Oscillator. Het concept is simpel: GNOD speelt de riffs en Shazulla zingt en danst. En dat zorgt voor een heus hoogtepunt. Een eerste uitgesponnen jamsessie van een kleine twintig minuten houdt in zekere zin het midden tussen sunn 0))) en Les Rallizés Denudés, een soort uitgepuurde op drones gebaseerde ritmiek waarop Shazulla's stem de richting aanwijst. Nadien schakelt GNOD een versnelling hoger en wordt de psychedelica meer dansbaar. Gedurende vijf kwartier passeren zes nummers. Herhaling is schering en inslag maar de show mag er zijn. (HvdL)
Er blijken nog verrassend veel mensen zin te hebben in een woest nachtelijk crustpunkfeestje bij Doom [foto hieronder] in het Patronaat. Het Roadburnpubliek is over het algemeen van het luisterende soort, maar nu gaan alle moshtrossen los en zelfs de alomtegenwoordige pater familias van het festival Mike Scheidt waagt zich aan een stagedive. De oude mannen van Doom spelen ongezond hard, snel en snotty, met veel pesterige valse eindes en ook nog een knipogende cover van Black Sabbaths 'Symptom of the Universe'. Na twee lange dagen vol stroperige doom blijken opgefokte d-beats de best denkbare remedie tegen de langzaam intredende metaalmoeheid. (TG)
http://www.kindamuzik.net/live/roadburn/roadburn-2012-vrijdag/22791/
Meer Roadburn op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/roadburn
Deel dit artikel: