Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Terwijl buiten de lentezon schijnt, zet het Duitse Bohren & Der Club of Gore [foto boven] de tweede festivaldag in. De minimale horrorjazz die het viertal maakt zou beter 's nachts in een donkere bar tot zijn recht komen, maar toch werkt dit ook. De grote zaal is totaal verduisterd en enkel het drumvel - waarop de hoes van het recente Dolores prijkt - is verlicht. Verder vang je soms een glimp op van een sporadisch verlichte basgitaar, saxofoon of een hoofd dat op de maat van de muziek in een desolate schijnwerper opduikt. De intensiteit waarmee de band echter noot na noot op het publiek loslaat is adembenemend. Minimale keyboards, incidentele drums, een ijle ademstoot door een saxofoon en doordringende basaanslagen bouwen een fascinerende set op waaraan eveneens de afstandelijke bindteksten een steentje bijdragen.
Net als Amon Düül II een dag eerder, heeft Angel Witch het voordeel van een verwachtingspatroon dat niet bepaald hooggespannen is. De NWOBHM-pioniers ogen en klinken echter stukken frisser dan verwacht. De ritmes galopperen en het solospel van Kevin Heybourne is scherp. Zelfs de nieuwe nummers klinken goed. Omdat deze stijl van metal weer terug in zwang aan het komen is, lijkt Angel Witch nog wel een tijd mee te kunnen.
Steve von Till is al sinds jaar en dag het boegbeeld van Neurosis maar voor zijn solowerk gaat hij heel wat meer ingetogen te werk. Hij werkt hiervoor onder zijn eigen naam maar eveneens onder het pseudoniem Harvestman, de andere naam die op de affiche prijkt. Hij treedt alleen met gitaar aan in de Groene Zaal. Na een lijvige intro waarin Von Till met feedback en resonantie in de weer is, volgen zijn liederen waarin hij als een ware bard zijn ziel blootlegt. Von Tills zware stem snijdt door merg en been en roept bij momenten zelfs referenties op aan Mark Lanegan.
Mono [foto rechts] is sinds meerdere jaren één van de belangrijkste postrockbands en hun doorgang op Roadburn - dat op zich toch een ode brengt aan de gitaarriff in vele vormen - is alleszins gepast. Mono put voornamelijk uit het vijfde, onlangs verschenen album Hymn to the Immortal Wind. De band speelt een strakke set waarbij de spanning subtiel opgebouwd wordt en waar gitaren haast continu naar climaxen op zoek zijn en voor noise-erupties zorgen. Ook al is het moeilijk om in dit genre vernieuwend uit de hoek te komen, toch kunnen begeesterende concerten zoals dit verrassend uitpakken.
Roadsaw doet waar Roadsaw voor gekomen is: een vette pot ongecompliceerde bikerrock neerzetten. Het zweet gutst van de muren van de Batcave, de halve liters bier worden op de maat van de muziek naar binnen geklokt en hoofden en voeten worden onweerstaanbaar meegezogen met de groove. Is het artistiek hoogstaand of vernieuwend? Nee. Is het feest? Gegarandeerd.
Cathedral [foto rechts] maakt het het publiek in de grote zaal niet gemakkelijk. Er wordt nauwelijks materiaal van de meest succesvolle eerste twee albums gespeeld. Geen 'Ride', geen 'Ebony Tears', geen 'Midnight Mountain'. Wel komt er een nieuw nummer voorbij, dat volgens Lee Dorrian zelfs nog niet helemaal af is. Het maakt een solide indruk, maar werpt zoals meer recent materiaal van Cathedral wel de vraag op of het nog iets toevoegt aan wat de band al eerder heeft gemaakt. Zo is het hele optreden eigenlijk vooral degelijk en vertrouwd klinkend te noemen. Zelfs Dorrians gekke dansjes komen wat routineus over.
Saint Vitus is vooral bekend als toonaangevende metalband die in het begin van de jaren zeventig begon met heavy metal in slow motion aan de man te brengen. Na de ontbinding in de tweede helft van de jaren negentig hervormde de band in 2003 voor een korte reünietour, wat door enkele sporadische herenigingen gevolgd werd. Het concert op Roadburn is zo'n moment en Saint Vitus kwijt zich goed van deze taak. De band draait om Scott 'Wino' Weinrich die getooid met lange grijze haren en een bril - die in de loop van het eerste nummer reeds verdwijnt - de show steelt.
Saint Vitus speelt de rol die van de band verwacht wordt en brengt oerdegelijke metal waarbij Weinrich subtiel luchtgitaar speelt of zich als een bezetene op de microfoon stort. Het is wel jammer dat hij enkele malen van het podium verdwijnt waarop gitaar en drums beginnen te soleren, wat echter niet altijd even interessant is. Afgezien daarvan brengt Saint Vitus een set die hen waardig is - en die uiteraard 'Saint Vitus' bevat - en die hun (in)directe relevantie voor het postmetallandschap aangeeft. Een mooi eerbetoon van/aan een baanbrekende band.
Tegelijk met Saint Vitus in de grote zaal, staat Dragontears in de kleine zaal. Ook een bijzonder optreden, want eigenlijk is het een studioproject van Baby Woodrosevoorman Lorenzo Woodrose. Die heeft voor de gelegenheid twee extra gitaristen aan die band toegevoegd en een synthesizer meegenomen. De grote norse Deen is al jaren een van de meest consistente rockmuzikanten van Europa en ook nu levert hij weer topkwaliteit. Ondanks dat het een gelegenheidsproject is, slingert Dragontears de psychedelische jams met een strakheid de zaal in alsof de band al jaren bestaat. Hoewel het concert grotendeels instrumentaal is, laat Woodrose zich niet onbetuigd als zanger. De ijzersterke set wordt bijvoorbeeld afgesloten met een intense cover van Bob Dylans 'Masters of War'. De eindconclusie kan alleen maar zijn dat Dragontears meer zou moeten optreden en dat Woodrose meer waardering verdient.
Seven That Spells zou eigenlijk dik twee uur optreden in de kelderzaal van V39. Het wordt nog langer als gevolg van een opgeblazen versterker. De gitarist van deze Kroatische spacerockers is bijna clichématig Balkanstijl flamboyant en dat uit zich niet alleen in Yngwie Malmsteenstijl gitaaracrobatiek en grote verhalen tussen de nummers door, maar ook in te ver opengedraaide knopjes op de (geleende) Marshall. In de herkansing gaat het gelukkig goed. Zo goed zelfs dat de show van Seven That Spells herinneringen oproept aan het hoogtepunt van 2008: het optreden van Earthless.
Op zijn "God in het brandende braambos"-bariton valt niks af te dingen. Maar verder is het optreden van Neurosisvoorman Scott Kelly niet bijster interessant. Het wekt sterk de indruk dat hij wat overgebleven ideeën van zijn hoofdband heeft omgezet naar simpele arrangementen voor de akoestische gitaar.
In de late nacht is het optreden van het Amerikaanse Saviours dan een stuk gedenkwaardiger. Niet in de laatste plaats om het uitzinnige publiek dat al pogoënd en crowdsurfend met volle teugen van de rauwe metal met sludge- en hardcore-elementen geniet. De band heeft alles in zich om een publiekslieveling te worden zoals een Mastodon. Briljant zweterig optreden in een kolkende Batcave.
Foto Bohren & der Club of Gore uit het KindaMuzik archief door Reinier Asscheman.
http://www.kindamuzik.net/live/roadburn/roadburn-2009-vrijdag/18507/
Meer Roadburn op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/roadburn
Deel dit artikel: