Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Daar hangen ze dan: de trossen. En op de rand van het podium liggen de subs. Mogwai is in huis en oordoppen zúllen geen overbodige luxe worden, ze zijn zelfs broodnodig. Niet dat allesverzengende volumes subtiliteit ook maar enigszins in de weg staan; daar kun je de heren uit Glasgow na twintig dienstjaren wel voor laten lopen. Mogwai speelt live de soundtrack bij de film Atomic van regisseur Mark Cousins die op groot scherm boven de in schemerduister zittende band geprojecteerd wordt.
Cousins sneed uit vele tientallen uren archiefmateriaal van het British Film Institute, CERN, NASA en andere bronnen een zeventig minuten durende film. Een aanklacht is het, vooral tegen atoomwapens en het gebruik daarvan. Tegen de bezopen wapenwedloop die inmiddels meer dan genoeg kernwapens opleverde om het leven op de planeet tig keer van de kaart te vegen. Kernenergie wordt door Cousins voorgesteld als een dreigende kracht die de mensheid niet in de hand heeft. Met rampbeelden, lijden, verminking en protest, in veelal hortend naast elkaar geplaatste fragmenten zorgt Cousins ervoor dat de boodschap niet mis te verstaan is: slecht plan.
Atomic is geen film over alleen kernwapens of kernenergie. Zo nu en dan gaat Cousins ook in op de wetenschappelijke doorbraken die atoomonderzoek opleverden, zoals op het medische vlak. Waar je echter graag Peter Higgs eens met een citaat zou hebben gehoord, presenteert Cousins verdraaid lang het verdriet van een ouderstel dat ondanks bestralingsbehandelingen toch hun dochtertje verloren is. Hier schurkt Cousins vervaarlijk dicht tegen tranen trekken aan. Balans is toch al niet het sterkste punt in zijn overhellende aanklacht, die bovendien getekend wordt door vele herhalingen - alsof de verschrikkingen er vooral ingehamerd en vastgeramd moeten worden. En ja: de wenken voor de jongste dag blijven bespottelijk, maar het geheven vingertje van Cousins dreigt dat na drie, vier keer hetzelfde shot ook te worden. Het is toch vooral Paradise Lost wat de doomsday clock slaat.
Kosmische achtergrondstralingen, paddenstoelwolken, microscopische celdelingen, medische wonderen en de LHC van CERN; de zon met protuberansen en stormende uitbarstingen; Cousins had er een geatomiseerd verhaal van elementaire, existentiële deeltjes mee kunnen vertellen, explosief wegschietend vanuit een nucleus. Ergens lijkt hij de bouwstenen nadrukkelijk in een keurslijf te willen dwingen, een atoomraster waaruit je niets wijzer wordt dan je was toen de film begon te lopen. Een herhaling van zetten dus, met daarin nog meer herhalingen van zetten; als Russische poppetjes waarmee balletje-balletje gespeeld wordt. De film als whiteout-flits waarin de paradox van dread and promise verdampt: weg spanningsveld - wat resteert, is een nachtmerrie met soms de ware poëzie van collagevideokunst.
Mogwai is - in weerwil van het trucje van de zacht-harder-hardst-dynamiek, waarvan de Schotten nogal vaak beschuldigd worden - gelukkig niet voor keurslijf of uniformiteit te vangen. De vier, live aangevuld met de piepjonge Alex MacKay op toetsen en gitaar, bestrijken het volledige dynamische spectrum. Ook en vooral emotioneel: van melancholisch futuristisch op de Blade Runner-manier tot woedend tierend, klaaglijk als bij Górecki of Schnittke, maar even goed geëxalteerd jubelend en uitbundig, mét citaat uit Blondies 'Atomic'!
Mogwai verplettert door immense volumes die de stoelen doen trillen, imponeert door niet in de valkuilen van Cousins te treden. De muzikanten walsen omineuze intro's niet plat met bruut dichtgesmeerde betonnen dreunen, maar laten in crescendo's meanderende lijnen van piano of klavecimbel dwars door geigertellerbliepjes en Adrian Belew-achtige textuurgitaar snijden en zelfs dan, in het oog van de storm, hoor je de kleinste snaaraanslagen als heldere wegwijzers van hoop of krachtiger nog dan dat: van belofte. Mogwai speelt niet de kaart van het krachtig aangezette protest en levert al helemaal geen spookmuziek bij de nachtmerrie. Ondergronds geraas is bij Mogwai geen grootse en niet te vermijden 'voorbode voor de Apocalyps', maar gewoon dit: diepe drone. Daarin voel je wel de abstracte paradox die wellicht zowel wijst op de razende deeltjes in de versneller bij Genève, waar fundamentele ontdekkingen gedaan worden, als op het tegenwicht - onderaardse kernproeven van weleer. En dat mag je zelf uitzoeken.
De inspirerende diepgang en rijkdom die Mark Cousins met Atomic zoekt, krijgt pas in en met Mogwai de ruimte en de gelegenheid. Dan koppelen regisseur en band het bewuste via vaak extreme grensvlakverkenningen aan het on- of onderbewuste. Daar wordt het zien van een film een fysieke ervaring tot en met. Voor dread bestaat geen goed Nederlands woord. Blij toe, wellicht dat we daar in onze taal nooit aan toegekomen zijn. Het klinkt en voelt als een stukje van Mogwais Atomic, een ode, een hymne voor zowel dread als promise; een oerkracht die even mysterieus als expansief is en bovenal ongrijpbaar blijkt. Een spook dat ook een goede geest kan zijn, zo laat Mogwai horen.
Foto's uit het KindaMuzik archief door Remco Brinkhuis (eerste foto) Michella Kuijkhoven (tweede foto).
http://www.kindamuzik.net/live/mogwai/holland-festival-2016-mogwai-play-atomic/26758/
Meer Mogwai op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/mogwai
Deel dit artikel: