Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Al op voorhand is het een prachtig affiche dat de Effenaar in samenwerking met het lokale Muziekgebouw voorschotelt onder de noemer Naked Song Presents. Met Grant-Lee Phillips én Howe Gelb op een en dezelfde avond staat er een enorme schat aan podiumervaring onder de gewelven van de kapel. Volledig akoestisch.
Met een verkoudheid onder de leden verontschuldigt Grant-Lee Phillips zich vooraf voor de toestand van zijn vocalen en voor de mogelijke overlast die de eerste rij kan ondervinden. Dat blijkt echter behoorlijk mee te vallen wanneer de voormalig Grant-Lee Buffalo-voorman - die tussendoor nog een verhandeling houdt over de long johns, de lange onderbroek die hem warm houdt - diep in zijn teksten duikt. Zijn liedjes zijn sterk, maar ook vrij conventioneel. Met een verbeten blik werkt hij zich door zijn set heen, met als hoogtepunt het hoopvolle en energiek gebrachte 'Walking in the Green Corn'.
Dan is het tijd voor Phillips om zijn makker Howe Gelb op het podium uit te nodigen en hem nog één nummer bij te staan. Direct verandert er iets in de sfeer. Nog zonder een woord gezegd te hebben heeft de man uit Arizona de kapel al voor zich gewonnen. Het is zijn kwajongensachtige houding, zijn brutale en tegelijk geestige oogopslag, zijn nonchalance en de losheid, waarmee hij direct het verschil maakt. In alles valt te zien dat het podium zijn natuurlijke habitat is. Een speeltuin voor volwassen mannen.
Op een vaalrode akoestische gitaar tokkelt hij zich een weg door de nummers en zodra hij overstapt op de piano (die hij betitelt als "this piece of furniture)" tovert hij de kapel gevoelsmatig om in een typisch Amerikaanse nachtclub. Inclusief een stukje van Louis Armstrongs 'What a Wonderful World'. En zijn afspraak met Ilse de Lange, een paar dagen voor de show, heeft hem kennelijk zelfs geïnspireerd om een stukje van The Common Linnets ten gehore brengen.
Gelb is er de man niet naar om zijn liedjes plichtmatig van voor tot achter te spelen. Er is constant ruimte voor humor, spontaniteit en improvisatie. Is het niet in woord, dan is het wel in zijn mimiek. Wat hij doet, komt schijnbaar zo uit de losse pols. Wanneer hij het publiek vraagt om verzoeknummers is hij niet bang om iets te spelen waarvan hij vooraf niet weet of hij de hele songtekst nog wel kan opdreunen. En als het moet, dan onderbreekt hij een liedje gewoon even.
Het deert hem duidelijk niet. Dit is acteren op impulsen en op intuïtie. Wat hij doet lijkt soms bijna op improvisatietheater, vol met knipogen. Zo is de grap over zijn riem met het enorme Ford-logo - "I can afford it" - bijna te flauw, maar uit zijn mond klinkt het hilarisch. Ondeugend, onconventioneel en ontspannen - niet voor niets noemde hij zijn laatste plaat The Coincidentalist - klopt hij een enerverende voorstelling uit zijn zwarte hoedje.
Foto Howe Gelb uit het KindaMuzik archief door Bart van den Hoogenhoff
http://www.kindamuzik.net/live/howe-gelb/howe-gelb-grant-lee-phillips/25664/
Meer Howe Gelb op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/howe-gelb
Deel dit artikel: