Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
R = Ribot, Marc
Ribot is lid geweest van The Lounge Lizards en heeft samengewerkt met John Zorn. Later speelt hij mee op platen van bijvoorbeeld Elvis Costello, Foetus, Marianne Faithfull en Barkmarket. Zijn grillige gitaarspel past perfect op Rain Dogs. Hij en Waits zitten op dezelfde golflengte, want als Waits bijvoorbeeld zegt: “Speel zoals op de bar-mitzvah van een dwerg”, weet Ribot precies wat hij wil. Verder werkt hij mee aan Franks Wild Years (1987) en de liveplaat Big Time (1988). Elf jaar later komt hij terug voor Mule Variations en ook op Real Gone (2004) zijn Ribot en zijn scratchy gitaar van de partij.
S = Swordfishtrombones
Begin jaren tachtig zit Waits in een dipje. De pianoballads en het geluid dat hij al een tijd gebruikt, zijn hem te vanzelfsprekend geworden. Hij begint te experimenteren met kurkdroge percussie en veel blazers, begint ruwer te zingen, en ontwikkelt een klank die wel eens omschreven wordt als Brecht en Weills Die Dreigroschenoper gezongen door Howlin’ Wolf. Als hij met de tapes van Swordfishtrombones bij Asylum komt aankloppen, wijzen ze hem de deur. Gelukkig ziet men bij Island Records het potentiëel van de plaat en als ze verschijnt in 1983 wordt ze onder een lawine van laaiend enthousiasme bedolven.
T = ‘Tommy the Cat’
Tom Waits’ muzikale wereldje staat grotendeels op zichzelf; hij is een grillige rots in een eenzame zee. Maar soms leent hij een zweem van zijn cool aan bevriende artiesten. Je hoort hem op platen van Roy Orbison, Chuck E. Weiss, John Lurie en Sparklehorse. Met de freakfunk band Primus heeft hij een speciale relatie. Bassist/zanger Les Claypool speelt mee op Bone Machine. Op Mule Variations en Real Gone doen ook andere groepsleden mee. Als wederdienst zingt Waits op Sailing the Seas of Cheese (1991) en Antipop (1999). ‘Tommy the Cat’ is hun leukste samenwerking. “Say baby, do you wanna lay down with me …”
U = Used Songs
In 2001 verschijnt deze compilatie die zijn eerste zeven albums omvat. De tracklist is omstreden onder Waitsfans, net zoals bij eerdere verzamelalbums als Bounced Checks (1981) en Asylum Years (1986). Er ontbreekt altijd wel een essentiële song. Op Used Songs staan in ieder geval de meeste nummers en is dus het meest economische overzicht van Waits’ beginjaren. Het melodramatische ‘Christmas Card from a Hooker in Minneapolis’, het aan zijn vrouw opgedragen liefdesliedje ‘Jersey Girl’ en het ook door Rod Stewart gecoverde ‘Tom Traubert’s Blues (Four Sheets to the Wind in Copenhagen)’
mogen in geen enkel huishouden ontbreken.
V = Voice
Je kan Tom Waits om vele redenen bewonderen: zijn muziek, zijn geluiden, zijn poëtische beschrijvingen, zijn surreële verhaaltjes, zijn humor, zijn hoedjes of zijn schuurtje. Wat hem echter het meest onderscheidt, is zijn stemgeluid dat het midden houdt tussen het monster onder je bed, een dronken en astmatische oudoom, Rolf uit The Muppets en verroeste spijkers die met schuurpapier bewerkt worden. Er zijn natuurlijk referentiepunten in de rockgeschiedenis: Howlin’ Wolfs donkere geblaf, Captain Beefhearts geëxalteerde gegrom of Bruce Springsteens keelgeschraap, maar niemand kan zo wild tekeergaan en tegelijkertijd zo ontroeren als Tom Waits.
W = William S. Burroughs
In 1988 vraagt avantgarde toneelregisseur Robert Wilson (onder andere Einstein on the Beach met Philip Glass) aan Waits om mee te werken aan een project dat gebaseerd is op een boek van schrijver, Beats-coryfee en wereldberoemde junkie W.S. Burroughs. In 1990 gaat The Black Rider: The Casting of the Magic Bullets in premiere in Hamburg. Waits omschrijft de broze Burroughs als ‘as solid as a metal desk. In 1993 verschijnt het album The Black Rider, waarop Burroughs voor één liedje de zang op zich neemt en nog maar eens laat horen dat niet alleen Waits een zeer aparte stem heeft.
X = Casey Xavier Waits
Waits’ zoon Casey X speelt drums op Blood Money (2002) en percussie en draaitafels op Real Gone (2004). Hij is de middelste van de Waits-Brennan kinderen en geboren in 1985. Kellesimone is van 1983 en Sullivan is van 1993. Casey is degene die zijn vader in contact brengt met het oeuvre van Aesop Rock, Cannibal Ox en Ol’ Dirty Bastard. Waits in 2004: “Als je kinderen hebt, ben je op een bepaald moment de controle over de draaitafel kwijt. Ik heb al jaren niks meer te zeggen thuis. ‘Als je die Leadbellyplaat nog één keer opzet, pa, dan gooi ik iets naar je hoofd’, roepen ze”.
Y = Yenom Dloob
Oftewel Blood Money achterstevoren, een plaat die in 2002 gelijktijdig verschijnt met Alice. De twee platen zijn bewerkingen van theaterprojecten met Robert Wilson. De mooie, ontroerende songs van Alice stammen van 1990 en zijn geschreven voor een toneelstuk dat geïnspireerd is op het leven van Alice Liddell, het meisje dat Lewis Carroll inspireerde bij het schrijven van Alice in Wonderland. Het duisterdere Blood Money is gebaseerd op Woyzeck, in 1837 geschreven door de Duitse dichter Georg Buchner, en staat vol groteske walsen en in pathos gedrenkt cabaret.
Z = ‘Frank’s Wild Years (For Frankie Z.)’
Wie is Frankie Z? Dit nummer van Swordfishtrombones - met de legendarische zin “(Frank) hung his wild years on a nail that he drove through his wife's forehead” - is de inspiratie voor een toneelstuk dat Waits samen met Brennan schrijft. Franks Wild Years gaat in 1986 in première. Het hoofdpersonage wordt vertolkt door Waits zelf; de rest wordt uitgevoerd door het Steppenwolftoneelensemble. Een jaar later verschijnt de gelijknamige plaat, vol romantische liedjes in een bizarre uitvoering. ‘Innocent when You Dream’ is bijvoorbeeld één van Waits’ mooiste songs ooit; zelfs ruw uitgevoerd met een pomporgel blijft het kroppen in kelen veroorzaken.
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/tom-waits/tom-waits-abc-deel-3-r-z-van-raar-mannetje-tot-zeer-interessant/14462/
Meer Tom Waits op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/tom-waits
Deel dit artikel: