Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
55. EMILIANA TORRINI – FISHERMAN’S WOMAN
[Rough Trade/Konkurrent; 2005]
Vol verwondering heb ik zitten staren naar het artwork van Emiliana Torrini’s, in een beperkte oplage van 1250 stuks verschenen, eerste single ‘Lifesaver’. De hoes, een getekende tak met blaadjes, is gevuld met een gedroogd blaadje aan de Leaf- en een bloemetje aan de Bramble-zijde. Het vertegenwoordigt de levendigheid van haar muziek, is de conclusie na het beluisteren van beide zijden. Muziek moet intimiderend, eng en mooi tegelijk zijn, stelt Torrini. Het moet zo op je neervallen dat je niet weet of je nu moet huilen of lachen. Torrini overvalt je met haar prachtige stem vol emotie. Als ze ‘Heartstopper’ zingt, doet ze je daadwerkelijk naar adem snakken. Als ik haar vraag wat het intimiderende, angstige en mooie in haar muziek is, zegt ze bescheiden: “Ik weet het niet. Ik denk dat het gezond is er één te missen, want waar ga je vanuit als je de drie-eenheid hebt?” (door mischa verheijden)
» bekijk de artiestenpagina
54. NINE INCH NAILS – THE FRAGILE
[Nothing; 1999]
Deze dubbelaar haat je, of je sluit hem in de armen. The Fragile is geen Downward Spiral, het agressieve en grillige album van vijf jaar eerder, maar deze voorlaatste moet dan ook gezien worden als een compleet andere plaat. Waarom? De titel zegt genoeg: The Fragile is stukken fragieler. Die breekbaarheid is het best te vertalen naar de dosis ingehouden woede in de stem van Trent Reznor. Als een granaat op scherp. Daarnaast hebben de rustige en meeslepende nummers een venijnig randje. Het ouderwetse conceptalbumprincipe van dit epos (van honderd minuten lang) zuigt je in de muziek, alsof het een moeras is. De lijst van medewerkers is opzienbarend, onder anderen Steve Albini, Dr. Dre (!), Page Hamilton (van Helmet) en Alan Moulder (productie) verlenen hun assistentie. Zeker niet de minsten. Niet genoeg aan? Grijp dan slim naar het toetje: And All That You Could Have Been (2002) met akoestische versies. (door stéphan lam)
» bekijk de artiestenpagina
53. GIRLS AGAINST BOYS – YOU CAN’T FIGHT WHAT YOU CAN’T SEE
[Cycle/Rough Trade/Konkurrent; 2002]
Een Slayer-achtige gitaarriff, iemand roept ‘ow!’. Pulserende rock- én electrobassen brengen de trein op gang, iemand snauwt ‘yeah!’ De drummer valt in met een simpele boem-tsjakbeat, voorzien van stuwende, aan dance refererende hihats. Iemand snauwt, op lijzige toon: ‘I won’t listen to reason / I won’t listen to you’. Zo begint You Can’t Fight What You Can’t See, het laatste album van de New Yorkse noiserockband Girls Against Boys. Welkom op planeet GVSB, waar stijl, geil en attitude heersen. Wat volgt is van hetzelfde niveau: tien jachtige rockers en één verstilde ballade. Veertig minuten absolute perfectie, waarop je net zo goed kan dansen als headbangen. En ruige seks beleven, dat ook. Dit is de revanche van een groep die zich na een handvol grensverleggende releases voor undergroundinstituut Touch & Go liet verleiden tot een overgeproduceerd major label-avontuur. Een jaar later gooien ze er het bijltje bij neer; de eer is gered. All killer, no filler. (door tom verschueren)
» bekijk de artiestenpagina
52. DAFT PUNK - DISCOVERY
[Virgin/EMI, 2001]
Zoals hoort bij een echt meesterwerk zijn de meningen bij het verschijnen van Daft Punks tweede plaat verdeeld. En dat terwijl geen album in recente tijden zo makkelijk de grenzen van genres slecht, de muziek doet klinken als iets onnoembaars en alomvattend (heeft het nog zin om dit te beperken met de benaming house?). Discovery is het geluid van een andere 21ste eeuw: een vrolijk, hoopvol tijdperk, een niemandsland tussen verleden en toekomst, tussen ironie en authenticiteit, zonder instortende dubbelspiegels, achterhaalde woestijnoorlogen, hyperreële kruistochten. De naïeve robots van Daft Punk kennen geen duisternis of woede. Melancholie zeker, al vermoed je soms dat het een melancholie met een oorsprong uit een verre toekomst is, wanneer de mensheid verdwijnt, dat gemankeerde soort waar Discovery een gift voor is.
(door omar muñoz cremers)
» bekijk de artiestenpagina
51. BROKEN SOCIAL SCENE – YOU FORGOT IT IN PEOPLE
[Arts & crafts; 2004]
Er moet daar iets in de lucht hangen, daar in het muzikaal vruchtbare Canada. Niet alleen Arcade Fire en Godspeed You Black Emperor! staan hier in ons lijstje te pronken, ook Broken Social Scene mogen we bij een eindlijst niet vergeten. You Forgot it in People brengt zo maar eens even vijftien muzikanten uit de scene van Toronto bij elkaar (bandleden uit Stars, Do Make Say Think, Treble Charger, A Silver Mt. Zion en Mascot, om maar enkele groepen te noemen). De aanpak om diverse gastmuzikanten uit te nodigen, betekent een verrijking voor het album. Ondanks de lo-fi inkleding van het hoesje, is de muziek op het schijfje voortreffelijk in balans. Opener ‘Catching the Flag’ klinkt ingetogen en is de ideale opbouw voor het explosieve ‘KC Accidental’. Het poppy ‘It Looks Just Like the Sun’ is catchy as hell en het instrumentale ‘Pitter Patter Goes My Heart’ mag het album met treurende violen afsluiten. Kortom: You Forgot it in People is een plaat voor elke stemming van de dag. (door hanne rombouts)
» bekijk de artiestenpagina
50. A PERFECT CIRCLE – THIRTEENTH STEP
[Virgin/EMI; 2003]
Ken je dat moment tussen slapen en wakker worden? Je weet dat er een nieuwe dag is, maar hij ziet er in de waas van het ochtendgloren zo anders uit. Wat zich de afgelopen nacht ook in je onderbewustzijn heeft afgespeeld, deze dag voelt anders aan. Je draait je nog een keer om in de hoop dat dit vreemde, zwevende gevoel zo lang mogelijk blijft. Langzaamaan dringt echter de realiteit tot je door; vandaag zal helaas net als alle andere zijn. Maar dat gevoel, van een droom die zo tastbaar lijkt, dat is Thirteenth Step. Tool-zanger Maynard James Keenan is als een gids door dit vreemde landschap. Hij sleept je of jaagt je zelfs door de passages heen die als een nachtmerrie aanvoelen. Vervolgens biedt die bezwerende stem troost. Hoe vreemd - en soms eng - die wereld ook is, je blijft ernaar verlangen. A Perfect Circle heeft een lucide droom in geluid gecreëerd. (door philippus zandstra)
» bekijk de artiestenpagina
49. JILL SCOTT – WHO IS JILL SCOTT? WORDS AND SOUNDS VOL. 1
[Hidden Beach/Sony; 2000]
Is Jill Scott een bitch? “Nee, principieel”, zegt ze zelf. De debuutplaat van de Amerikaanse soulzangeres staat bol van de liefde. Avondwandelingen door het park, ochtenden vol zweterige vrijpartijen (sweaty, sex-funky), warmte, sensualiteit. Het album beschrijft haar geluk en romantiek, maar zodra je daar aan komt, is ze een gevaarlijk dier. Ze waarschuwt eerst: “Sister girl, je begrijpt het niet, maar je zal moeten. Jouw man heeft voor mij gekozen, hij houdt van mij en ik van hem.” Wil de dame in kwestie niet luisteren, dan volgt een iets dwingender verzoek. Is dat niet genoeg, dan kan de kaper gerust een klap voor de kop verwachten. Dat Jill Scott haar venijnige kant genadeloos bloot geeft, maakt haar tot een sterke en zelfbewuste persoonlijkheid. De twee kanten vormen een mooi evenwicht op de door Jazzy Jeff geproduceerde neosoul en toveren Jill Scott om van gewaardeerde achtergrondzangeres naar gerespecteerde frontvrouw. (door atze de vrieze)
» bekijk de artiestenpagina
48. OPGEZWOLLE – EIGEN WERELD
[Top Notch/PIAS; 2006]
Wat is Nederland eigenlijk een saai land. In de Randstad gebeurt nog wel eens wat, een groepsverkrachtinkje links en rechts, beveiligde politici. Maar verder? Volgens Opgezwolle is dat helemaal zo erg nog niet. Zij voelen zich goed in hun eigen wereld, in het Overijsselse Zwolle, chillend op een bankje in het park. De afgelopen jaren zijn ze de voortrekkers geworden van de Nederlandse hiphop. Zonder opsmuk, recht voor zijn raap. De mannen van Opgezwolle doen zich niet groter voor dan ze zijn en zijn daar zo langzamerhand de grootste van allemaal mee geworden. Rappers Rico en Sticks beschikken over de meest natuurlijke flows van Nederland, met Delic heeft de groep een beatmaker van de buitencategorie en op het podium zijn ze niet te kloppen. Vanuit die eigen wereld kijkt Opgezwolle naar de echte wereld. Nuchter, grappig, maar ook betrokken zonder moraliserend te zijn. Opgezwolle zoekt de balans en vindt hem. (door atze de vrieze)
» bekijk de artiestenpagina
47. DE KIFT - KOPER
[V2; 2001]
Mystiek en de lompe nuchterheid van de Zaankanter: het lijkt een rare combinatie. Toch, als op een koude ochtend de ochtendnevel over het beknotwilgde laagveen en langs de nors zwijgende molens trekt, dan snap je waar de surrealistische fanfarepunk van De Kift vandaan komt. Die moet zich daarvoor wel ontwikkelen. Gaaphonger uit ’97 wordt niet voor niets verkocht als boek met een cd erbij; de muziek dient er meestal als beleiding voor lange gesproken passages. Op opvolger Vlaskoorts (’99) ontpopt Ferry Heyne zich meer en meer als zanger en als het echt weemoedig moet zet het hele collectief een klaagzang in. Die ontwikkeling vindt zijn voorlopig hoogtepunt in Koper, de plaat waarmee De Kift zijn twaalf-en-een-half-jarige jubileum op gepaste wijze viert. Een plaat als een koortsige nachtmerrie, met hallucinante schots-en-scheve ritmiek, angstaanvalopwekkende fluisterkoren en altijd die teksten die een geheel eigen, gedurende speelduur steeds meer vanzelfsprekend wordende, logica volgen. Het voelt precies zoals Heyne zingzegt in ‘Vorstin’: “Ze was in haar slaap plotseling overvallen door een wilde vrolijkheid die gepaard ging met een onuitsprekelijke angst.” (door martijn ter haar)
» bekijk de artiestenpagina
46. ANIMAL COLLECTIVE - FEELS
[Fat Cat/PIAS; 2005]
Het Amerikaanse viertal Animal Collective - Avey Tare, Deaken, Geologist en Panda Bear voor de vrienden - bewees reeds wat het waard is met platen als Campfire Songs, Here Comes the Indian en Sung Tongs. Maar op hun vorig jaar verschenen Feels komt alles mooi samen: experimentele én gevoelige kampvuurliedjes, pure pop, gitaarrock en psychedelica. De plaat is een hoogst originele en dansbare cocktail, wars van alle conventies, vol gekke stemmetjes, heerlijke ritmes en perfecte melodieën. Hoogtepunten zijn het hitgevoelige ‘Grass’, het euforische ‘The Purple Bottle’ en het immer opbouwende ‘Banshee Beat’. Ook live leiden deze nummers de band naar ongekende hoogtes. Laat je betoveren door de vreemde doch heerlijke dierenwereld van Animal Collective en begin met Feels. (door geertje cools)
» bekijk de artiestenpagina
45. FENNESZ – ENDLESS SUMMER
[Mego/Konkurrent; 2001]
Tussen trage stromen van troebel lawaai drijven schimmen van melodieën die al behoorlijk zijn aangetast omdat ze te lang tussen het kapot geluid hebben gerot. Dat is geen probleem: al die happen uit de melodieën maken de melancholie alleen maar krachtiger. Als het tenminste goed gebeurt. Gelukkig is Fennesz een geluidstovenaar die behendig is met de gitaar en de laptop. De genoemde botsing van popsentimentaliteit en avant-gardisme kan de Oostenrijker daarom als geen ander uitwerken. Op Endless Summer is het contrast tussen de zoete gitaarmelodieën en de robuuste ruis het sterkst, zodat je zowaar de eeuwige zomer kunt horen tussen die brokjes lawaai en error. Wees niet bang, geen oeverloos experiment. Al het gebrom fungeert enkel als ondergrond voor de deuntjes die je meteen verleiden. ‘Caecilia’ is het allermooiste. Een bontgekleurde melodie die tot twee maal terugkomt na wat digitale storingen, binnen de tijd van een goed popliedje. (door thijs menting)
» bekijk de artiestenpagina
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/de-77-van-7-jaar-kindamuzik/de-77-van-7-jaar-kindamuzik-nummers-55-tot-en-met-45
Meer De 77 van 7 jaar KindaMuzik op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/de-77-van-7-jaar-kindamuzik
Deel dit artikel: