Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
33. PREFUSE 73 – ONE WORD EXTINGUISHER
[Warp/Rough Trade; 2003]
Gebroken hiphopbeats worden opnieuw gebroken, om als kapotte stukjes vervolgens weer aan elkaar te worden gelijmd met huiskamertechno en samples. Alleen een genie kan dit tot iets bijzonders smeden. Deze plaat van Scott Herren kan je, net als voorganger Vocal Studies & Uprock Narratives, bij de eerste paar luisterbeurten frustreren en opfokken door de schijnbare verkniptheid van het geluid. Daarna blijkt juist dat het idee van Herren hechter is dan dat van welke beatsmaker ook. Het geluid is warm, melodieus en samenhangend. Nummers als ‘Color Of Tempo’ en ‘Busy Signal’ weten na een stuurloos begin een vet ritme in te zetten dat alle stukjes hun eigen plaatsje geeft in het geluidenpalet. Met de knappe logistiek van samples en beats en de vruchtbare samenwerking met onder meer geluidskunstenaars Daedelus en Dabrye, slaat One Word Extinguisher een brug tussen frutselelektronica en dansvloerkrakers. (door henri oogjen)
» bekijk de artiestenpagina
32. VOICST - 11-11
[Duurt Lang; 2004]
Wat ronkt, spuwt vuur, laadt zich jaren op om tot een sublieme ontploffing te komen? Het is geen vulkaan, het is geen monster... het is Voicst! Het Amsterdamse trio maakt al enige tijd furore in het clubcircuit voordat het in New York opgenomen debuut het daglicht ziet. Bang voor diversiteit, zo heet het. Maar lieve Tjeerd, Joppe en Sven: die diversiteit is in combinatie met de vlammende poprockmachine die jullie vormen nu juist jullie kracht. Voicst gaat van groovende nummers naar hoekige liedjes, van frisse pop naar gewelddadige rock met pa pa pa's op de achtergrond. De winnende live combinatie van venijn en pakkende melodieën blijft op 11-11 fier overeind. Beter nog, de staccato riffs worden afgewisseld met mooie breaks, achtergrondkoortjes en subtiel getokkel of licht pianospel.So if you like it, if you like it, then you clap, zingen ze. Het worden eerder juichen, heren! (door wilko van iperen)
» bekijk de artiestenpagina
31. 16 HORSEPOWER – SECRET SOUTH
[Glitterhouse/Munich; 2000]
Bij de combinatie van muziek en religie hoeft u niet meteen te denken aan een blij zingende gemeente en verheugd kijkende kindergezichtjes. Iedereen die 16 Horsepower kent weet dat frontman David Eugene Edwards een zeer religieus man is, maar absoluut geen muziek maakt die uitnodigt tot vrolijk meeklappen. Secret South is het derde studioalbum en een voorzichtige stijlbreuk met eerder werk. De apocalyptische folk wordt ietwat losgelaten en een prominent aanwezige elektrische gitaar en strijkers doen hun intrede. Het levert een ongekend mysterieus en gelaagd album op, waar je voortdurend nieuwe dingen aan ontdekt. Op ingenieuze wijze geeft 16 Horsepower een eigentijdse en inventieve draai aan de stokoude folk waar hun muziek zo sterk op leunt. Secret South zou het op één na laatste 16 Horsepower-album blijken. Na de release van het ingetogen Folklore wordt de band opgeheven. De overige bandleden hebben het dan wel gehad met Edwards’ religieuze fascinaties… (door bart breman)
» bekijk de artiestenpagina
30. THE SHINS – OH, INVERTED WORLD
[Sub Pop/Konkurrent; 2001]
Dit album heeft in eerste instantie alle schijn tegen. De productie is wat dunnetjes, waardoor de kopstem van James Mercer nog schriller klinkt dan normaal. En: The Shins maken ambachtelijke indiepopliedjes, in een tijd dat vernieuwing de boventoon voert (zie de nummer 1 van deze lijst). Bij vaker luisteren gaan de deuren naar de muzikale rijkdom van de mannen uit Albequerque echter open. Bijvoorbeeld de dromerige klanken in opener ‘Caring Is Creepy’, dat door de boeiende compositie na vier luisterbeurten evolueert van luisterpop tot beweegmuziek - waarbij ik danspasjes ontdek die ik niet eerder kende. Of het wonderschone ‘New Slang’, dat zo’n serene rust uitstraalt dat het glas toch opeens halfvol blijkt te zijn, zelfs voor een doorgewinterde pessimist. Of neem het imposante ‘Know Your Onion’, waarbij swingen opeens hip lijkt. En de productie? Die maakt het alleen maar geheimzinniger, alsof nog lang niet alle deuren geopend zijn. (door henri oogjen)
» bekijk de artiestenpagina
29. THE FLAMING LIPS – THE SOFT BULLETIN
[Warner, 1999]
Het is onbegrijpelijk hoe een bende langharige freaks met drugsproblemen platenmaatschappij Warner zo ver kreeg dat ze Zaireeka (1997) uitbracht: vier tegelijkertijd af te spelen cd’s vol orkestrale noiserock. Het vervolg van het Flaming Lips verhaal is nog onwaarschijnlijker, want twee jaar later brengen ze een perfecte plaat uit, die het midden houdt tussen pop en experiment. Songs als het opzwepende ‘Race for the Prize’, de langzaam opbouwende groove van ‘Waitin’ for a Superman’ of de mutantengospel ‘The Spark that Bled’ blijven telkens opnieuw verrassen door hun exuberante melodie en levensvreugde. Hoe ze in ‘A Spoonful Weighs a Ton’ van wat strijkers en bubbelende noisebreaks een fijne luisterbeleving maken, is ook onbegrijpelijk. ‘Suddenly Everything Has Changed’ is het hoogtepunt: een aandoenlijk liedje waar de verschillende delen ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hebben, maar toch samenwerken om iets prachtigs op te bouwen. Niet slecht voor een bende weirdo’s met een hoofdwondenobsessie. (door sid meuris)
» bekijk de artiestenpagina
28. SUPER FURRY ANIMALS – RINGS AROUND THE WORLD
[Epic/Sony; 2001]
Pas op album nummer vijf komen de knotsgekke en o zo politiek gemotiveerde Welshmen van Super Furry Animals tot volle wasdom. Perfecte popliedjes schreven ze al eerder, maar het is de ongebreidelde experimenteerdrift en de ambitieuze, overdadige productie die van Rings Around the World zo’n overweldigende plaat maken. Onderwijl proberen de Furries ook nog de wereld te redden van ecologische rampen, de atoombom, Amerikaanse invasies en het christendom. Deftige crooners, sci-fi Britpop, een luchtig latin liedje met vocoder, freaky elektronica-experimenten, niets is te gek voor Super Furry Animals. Het gehele muziekspectrum wordt verkend op de psychedelische trip die Rings Around the World heet. En alsmaar die sarcastische, politieke teksten van zanger Gruff Rhys. Spijtig genoeg is de wereld vijf jaar na dato nog geen steek verbeterd. We kunnen troost vinden in dit album, dat nog steeds met gemak de geestverruimende werking van een LSD-trip overtreft. (door ernst-jan)
» bekijk de artiestenpagina
27. FRANZ FERDINAND – FRANZ FERDINAND
[Domino/Munich; 2004]
Eind 2003 speelt het Schotse kwartet Franz Ferdinand nog voor anderhalve man en een paardenkop in Nederland, in het jaar dat volgt is het een van de hoogtepunten op Eurosonic, Pinkpop én Lowlands en dé grote bestseller in de alternatieve platenwinkels. De doorbraak van de Franz Ferdinand mag gerust stormachtig genoemd worden. De indiepoppende wereld valt als een blok voor hun simpele boodschap: “dans!” Cynici wijzen naar het verleden. Hoekige gitaren klonken twintig jaar geleden immers ook al. Maar daarmee doen ze Franz Ferdinand natuurlijk schromelijk tekort. De band gooit achteloos zijn ‘dartspijlen van plezier’ vol in de roos: de Schotten brengen met een lichtvoetig artistiek imago en een plaat vol ijzersterke liedjes de gitaarmuziek naar de dansvloer en zetten daarmee een trend die tot op de dag van vandaag nadreunt. (door atze de vrieze)
» bekijk de artiestenpagina
26. MASTODON - LEVIATHAN
[Relapse; 2004]
Remission mag dan door velen gezien worden als het beste werk van deze heren uit Atlanta, opvolger Leviathan heeft toch onbetwist gezorgd voor de doorbraak naar het grote publiek. Het levert Mastodon een tour op met Slipknot en Slayer. Alsof dat nog niet genoeg is, krijgt het viertal niet lang erna een deal met Warner aangeboden. Daarop verscheen deze maand de opvolger Blood Mountain. Leviathan borduurt stevig voort op zijn voorganger, maar klinkt toch al een stuk toegankelijker. De felle riffs, complexe drumpartijen en schreeuwpartijen zijn nog steeds aanwezig, maar er is al meer ruimte voor melodie. De sound is werkelijk indrukwekkend en overdonderend. De voorliefde van de band voor mythen en sagen wordt onderstreept door het schitterende artwork van de hoes. Speciale aandacht graag voor uitschieters als opener ‘Blood and Thunder’, ‘Seabeast’ (met een killer metalriff) en de epische afsluiter ‘Hearts Alive’. (door sander tonino)
» bekijk de artiestenpagina
25. THE DILLINGER ESCAPE PLAN - CALCULATING INFINITY
[Relapse; 1999]
Iedereen die Calculating Infinity heeft, herinnert zich vermoedelijk nog als de dag van gisteren de keer dat hij hem voor het eerst draaide. Het leek wel alsof de cd compleet verkeerdom was opgenomen. De een mikte daarop de plaat in een hoekje, voor veel anderen blijft het debuut van The Dillinger Escape Plan intrigeren. Zeven jaar later blijkt deze schijf nog steeds de maatstaf te zijn voor allerlei klonen die nooit zullen tippen aan dit precisiebombardement. Deze vulkaaneruptie bevat alles: schizofrene gekte, technische wiskunde, hels gekrijs, maar ook opgekropte emoties en woede. Zet deze plaat maar eens op in een boze bui. Wedden dat je daarna weer fris door het leven stapt. Of niet, want de kans is aanwezig dat het een enkeltje gekkenhuis wordt. In elk geval staat buiten kijf dat Calculating Infinity de metalwereld definitief op zijn kop heeft gezet. (door maurice van der heijden)
»
bekijk de artiestenpagina
24. DEATH FROM ABOVE 1979 – YOU’RE A WOMAN, I’M A MACHINE
[679/Warner; 2004]
Depressie, heroïneverslaving, Courtney Love zonder make-up in de ochtend: allemaal zaken die niet goed zijn voor het libido van een man. Geen wonder dat rockmuziek post-Nirvana een nogal seksloos iets werd. Terwijl rappers in hun videoclips uitgebreid vrouwenvlees keurden op de stevigheid, poogden bands als Tool, Radiohead en The Mars Volta vooral hogere bewustzijnsniveaus te bereiken. Maar het vlees is zwak en in 2004 breken twee Canadezen dan ook de kloosterdeuren open. Voor optimaal effect laat het zich Death From Above 1979 noemende duo alles wat niet op de bekkenregio inwerkt weg. De fuzzbass van Jesse Keeler zorgt voor de groove en de ranzigheid, terwijl Sebastien Grainger zijn frustraties en verlangens van zich afslaat op zijn drums en vooral uitschreeuwt. Want wat hij doet op You’re a Woman, I’m a Machine is geen zingen meer, dat is het gehuil van een roedel wolvenreuen tijdens paartijd. (door martijn ter haar)
» bekijk de artiestenpagina
23. MILLIONAIRE - PARADISIAC
[PIAS, 2005]
Niets dan verwarring bij fans en pers wanneer de nieuwe Millionaire op het publiek wordt losgelaten. “Wat is er gebeurd met de funky dansnummers vol hitpotentieel van Outside The Simian Flock?” snikken in afgewassen jeans gehulde hippe vogels vertwijfeld. Het antwoord is even simpel als meedogenloos: “verdrongen door de rock ’n roll, wussies!” Absolute hoogtepunten zijn ‘Streetlife Cherry’, ‘Alpha Male’ en ‘We Don’t Live There Anymore’, stuk voor stuk klassiekers als het op zompige grooves neerkomt. Hysterischer gaat het eraan toe tijdens ‘Wake up the Children’, een razendsnelle punksong die – test zélf uit – de hele buurt wakker krijgt. Paradisiac bevat tevens twee ietwat verloren gelopen ballads (‘Rise and Fall’ en ‘Ballad of Pure Thought’). Deze kunnen – naargelang het humeur – beschouwd worden als welkome rustpunten of te skippen vaartbrekers. Paradisiac blijkt met voorsprong het meest opwindende album van 2005 te zijn. De basiswaarden voor succes: compromisloos, vet, hard, dreigend en vooral uitermate verslavend. (door karen stevens)
» bekijk de artiestenpagina
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/de-77-van-7-jaar-kindamuzik/de-77-van-7-jaar-kindamuzik-nummer-33-tot-en-met-23
Meer De 77 van 7 jaar KindaMuzik op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/de-77-van-7-jaar-kindamuzik
Deel dit artikel: