Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Onlangs bekeek ondergetekende de dvd Definitely Maybe, die vorig jaar is uitgebracht omdat het alweer tien jaar terug was dat de gebroeders Gallagher het land van de rock-’n-roll op stelten kwamen zetten. En ja, het debuutalbum van de band uit Manchester was bij vlagen geniaal. De bevlogenheid spatte ervan af en door de geveinsde arrogantie kon je onmogelijk heen om wat al snel het fenomeen Oasis heette. Op hun daaropvolgende album stonden de monsterhit ‘Wonderwall’ en nog wat sprekende nummers, maar toen was de koek ineens op.
Oasis had alle energie opgebruikt en Be Here Now, Standing on the Shoulder of Giants (sic) en Heathen Chemistry waren niets anders dan inspiratieloze pogingen om die Grote Rockband te zijn waarvan Oasis zelf dacht dat hij het was. Niet dus. En datzelfde riedeltje kan nu nogmaals afgespeeld worden met het nieuwe Don't Believe the Truth. Sommigen riepen in de aanloop naar deze plaat dat het hervonden zelfvertrouwen te horen zou zijn. Dat blijkt op z’n zachtst gezegd klinkklare onzin.
Oasis probeert weer met alle macht groot te doen. Zo klinkt de opener ‘Turn Up the Sun’ stoer, maar is het niet meer dan een nummer zonder enige betekenis. Bassist Andy Bell wist onlangs te melden dat Oasis vooral een muur van ritmegitaren was. Dat slaat de spijker op de kop want een liedje is niet te ontdekken. Het dommige gepiel dat tevoorschijn komt als de rook optrekt, levert enkel plaatsvervangende schaamte op. De zogenaamd grootste rockband van de wereld is voor het vierde album op rij de weg kwijt.
De heren wilden gaan voor een puur geluid en daarom werd Death In Vegas ontslagen als producersteam. Misschien dat zulks manschap nog iets had kunnen maken van het derde nummer op Don't Believe the Truth, de schaamteloze bijna-cover van ‘I’m Waiting for My Man’ van The Velvet Underground. Jatten in kunst is natuurlijk geen enkel probleem maar in dit geval wordt het nummer er niet sterker door; dit is erg omdat de pure luiheid ervan afdruipt. Dat nu nogmaals blijkt dat Noel echt niet kan zingen, stemt nog triester.
Daarna is het de beurt aan de doodvervelende en haast seniele single ‘Lyla’, waarop Liam de twijfelachtige eer krijgt weer een inspiratieloze nageboorte van zijn grote broer te zingen. Kom nou toch op, de heren weten zelf ook wel dat hier de bravoure van ‘Supersonic’, het omver-blaas-effect van ‘Columbia’, het grootse van ‘Live Forever’, de pit van ‘Roll with It’ en de stoïcijnse kracht van ‘Some Might Say’ gewoon zoek is.
En als het dan definitief de verkeerde kant opgaat met het wel erg simpele ‘Love Like a Bomb’, weten we genoeg. Wat volgt zijn nog meer liedjes zonder ziel, zonder drang, ja zonder rock-’n-roll. Waar is de noodzaak, de wil om te rocken en te schokken? “I can't get a life if my heart's not in it,” zingt Noel in ‘The Importance of Being Idle’. Het lijkt er anders niet op, meneer Gallagher! Rock-’n-roll my ass, zouden ze zelf gezegd kunnen hebben. Gewoon muziek zonder waarde, van een band die is vergeten hoe dergelijke liedjes ook alweer behoren te klinken.
Oasis kan per direct het kabinet van mislukkingen in, naast Lenny Kravitz, U2 en al die andere rockbands die na enkele albums vergaten te boeien. Oasis had wel een dubbelalbum uit kunnen brengen, schreeuwde Noel kort geleden nog, maar om Sony een loer te draaien werd het een enkele schijf. De platenmaatschappij mag blij zijn dat de recalcitrante broertjes het nest verlaten, want dit ene schijfje is er eigenlijk al een te veel.
http://www.kindamuzik.net/recensie/oasis/don-t-believe-the-truth/9669/
Meer Oasis op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/oasis
Deel dit artikel: