Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Aan Town of Saints [Foto onder] de eer om de zondag te openen. De Groningers traden twee dagen eerder nog op in Hongarije, maar van vermoeidheid is geen sprake. De energieke folkrock doet denken aan The Pogues, maar dan minder uptempo en met meer indierockbouwstenen. De fraai zwierende golven uit gitaar en viool en de ontwapenende praatjes van de zanger zorgen al vroeg voor een feelgoodsfeer.
Eveneens folkgericht is The Black Atlantic [Foto onder], maar de groep blijft daar niet bij stilstaan want de muziek schuift steeds meer op richting indie- en dreampop. Daarnaast krijgt frontman Geert van der Velde steeds meer charisma. Het geluid is met lichte galm uitstekend afgesteld, zodat de beeldende samenzang en de sfeervolle keyboardtonen de etherische sfeer extra versterken. Maar het is niet alleen dromerigheid, ze kunnen ook stevig rockend uit de hoek komen. Die ongrijpbaarheid zorgt ervoor dat het magnifieke optreden van The Black Atlantic een festivalhoogtepunt is. Vooral de songs van de prachtige laatste ep, Darkling, I Listen, zijn magische momenten.
De bassist en de zanger/gitarist van de Britse Fair Ohs [Foto onder] staan blootsvoets op het podium en ook hun tropische afrobeatrock met Indiase uitstapjes is zomers. De zanger is heerlijk onverschillig in zijn praatjes naar het publiek toe en de klanken zijn meestal dansbaar. Ondanks dit alles ontstaat er geen feestje op het veld voor het podium. Wellicht is de muzikale potpourri van met name laatste plaat, Jungle Cats, toch net iets te eigenwijs om de harten van het publiek te stelen. Bovendien lijkt het hoofdpodium een maatje te groot voor Fair Ohs. Velen blijven daarom in het gras liggen, wat tevens prima bij de muziek past.
Ingetogen schoonheid bij Wonder [Foto rechts]. Marije de Vries las de dagboeken van haar overleden opa en schreef hier vervolgens samen met Patrick Schaafstal dreamfolkliedjes over, die ze met haar band op het opentruckpodium speelt. Ze gaat van akoestisch en ingetogen naar versterkt en onderhuids, met als gemene deler een emotionele geladenheid, waarbij de groep doet denken aan de intieme folk van Musée Mécanique. Het zomerweer, de ietwat naïeve woorden tussendoor en een nog niet helemaal op elkaar ingespeelde band halen de angel enigszins uit het optreden, maar dat hier een bovengemiddeld talentvol songschrijversduo optreedt, is overduidelijk.
Van een heel andere orde is Reptile Youth uit Denemarken. Met een bombastische mengeling van synthwave en disco bouwen ze een van de beste feestjes van het festival. Niet in de laatste plaats veroorzaakt door idioot Mads Damsgaard Kristiansen, die in zijn pyjama over het podium stuitert. Hij doet dit zelfs zo uitbundig dat hij door het podium zakt (!). Met wat planken wordt de boel provisorisch opgekalefaterd en hij zoekt zijn heil dan maar buiten het podium door op de bar te gaan staan, het publiek in te gaan, over een hek te klimmen en in een beekje te springen. Muzikaal heeft het niet zo heel veel om het lijf en het geluid staat belachelijk hard afgesteld, maar wanneer ze nog wat technodeunen toevoegen is het publiek helemaal uitzinnig.
Bij het kijken naar Naive Set [foto hieronder] krijg je het gevoel dat The Feelies in 1980 in een ruimtecapsule zijn gestapt die vandaag pas weer landt in Leeuwarden. Dezelfde ontwapenende, verlegen en nerdy uitstraling, en dezelfde nerveus kronkelende gitaargeluiden zijn bij het viertal op het Blessumpodium te zien en te horen. De drummer steelt de show door staand achter zijn trommels op de plaats mee te joggen op de eveneens aan Television gelieerde hypnotiserende tonen. De bandnaam Naive Set is ontleend aan een wiskundige theorie en die past uitstekend bij de wereldvreemde uitstraling en muziek van de band, die bij vlagen zinderende gitaarkronkels laat horen.
Helemaal niet verlegen is Spike met zijn The Deaf [Foto onder]. De enig overgebleven kandidaat voor de titel Nederlandse Rockster, inclusief leefstijl, maakt die kandidatuur meer dan waar in de zweterige Grootegast-tent. Poses, bijdehante praatjes en een hard rock-'n-rollgeluid dat wel iets van Motörhead wegheeft: hij heeft het allemaal. Maar wie denkt dat Spike maar wat aanrotzooit, heeft het mis: hij schrijft prima songs die schatplichting zijn aan de beat- en garagerockbands van de jaren zestig. Het is alleen jammer dat die prachtige melodielijnen ondersneeuwen in het lompe, keiharde geluid, net als de orgelklanken van de vervaarlijk met zijn instrument heen en weer bewegende Mau. Het zal het enthousiaste publiek worst zijn, dat swingt en springt toch wel.
Maison du Malheur [Foto links] is rond etenstijd de juiste band op het juiste moment. Het veld voor het podium is drukbevolkt en het publiek valt als een blok voor de dansbare muziek van het vooroorlogs uitziende gezelschap, dat klanken uit die tijd samenvoegt met hedendaagse rock. De koperblazers zijn de slagroom op de taart en samen met een honky-tonkpiano maken ze er een superaanstekelijk geheel van, dat daarnaast enkele rustmomenten kent. Frontman J.P. Mesker weet met de juiste woorden het publiek nog meer voor zich te winnen, zodat een prima de luxe sfeertje ontstaat.
Vlak voordat het optreden begint, is zanger Wymer Vaatstra van Vox von Braun [Foto onder] zoek. Even later komt hij doodgemoedereerd aanlopen over een pad langs het kleine strand, hij bleek nog even een broodje gegeten te hebben. Hij stapt vervolgens gewoon het podium op en begint samen met de drie andere bandleden gruizige, dreinende underground gitaarrock te spelen uit de Vera Groningen-gitaarschool. De hele groep straalt overigens diezelfde lome onverschilligheid als Wymer uit en speelt vrijwel elk nummer in hetzelfde midtempo, waardoor een verslavende vibe ontstaat met de twee gitaren die in mooie melodieën tegen elkaar opboksen. Vox von Braun is cool as fuck en maakt dito muziek die beelden oproept van een roadtrip door Amerika.
De elastieken postrock van And So I Watch from Afar [Bovenste foto] uit Belfast sluit het festival in de Grootegast-tent af en de band geeft een memorabel optreden. De virtuoze muzikanten zijn zo goed dat ze letterlijk kunnen spelen met gitaargenres als progrock, metal, shoegaze en new wave. Ze kunnen doen wat ze willen en schakelen tussen allerlei genres in energieke composities, waarbij de drie gitaristen over het podium stuiteren en de drummer erop los hamert. Daarnaast is er ruimte voor synthgeluiden en zijn de afsluitende nummers, waarin ze shoegaze aan tropische invloeden rijgen, ronduit briljant te noemen. Na afloop tuurt de zeer sympathieke frontman Rory Friers met een licht sadistische grijns de zaal in; het zegt alles over dit verschroeiend mooie optreden.
Aan Ewert and the Two Dragons [Foto rechts] uit Estland de eer om het programma op het hoofdpodium af te sluiten. In 2012 was de band een van de hoogtepunten op Eurosonic met doortimmerde rootspop vol indietwists, maar nog een maatje te klein voor grote podia. Ruim een jaar later heeft het vele toeren de groep goed gedaan en de vindingrijke muziek blijft overeind. Toch is Ewert and the Two Dragons meer een sfeerband dan een knallende afsluiter van een festival. De statische presentatie - met een zanger zittend achter een keyboard - helpt daarbij ook niet. De Esten sluiten af met twee uitstekende rockgeoriënteerde nummers, maar ondertussen is het veld al halfleeg geworden.
Dat de Groene Ster een prachtige locatie is, was al bekend. Toch is het een zeer aangename verrassing dat Welcome to the Village zo'n ontzettend mooi festival zou worden. De vergelijkingen die bezoekers op het terrein maken met Noorderzon in Groningen en het Vlielandse Into the Great Wide Open snijden hout, want wanneer je het terrein op wandelt, bevind je je net als bij die festivals in een klein dorp waarin veel op zijn plek valt.
Allereerst is de locatie met water en bomen nagenoeg perfect, met als mooiste podiumlocatie het vlak aan het strand gelegen Blessum. Daarnaast is het eten prima, al verlang je tussen al het zogenaamd verantwoorde aanbod wel eens naar een halfkoude frikandel, of de geur van goedkope hamburgers en aangebrande uien. De sfeer is uitermate ontspannen. Dit lijkt een open deur, maar dronken idioten, hossende menigtes of onvriendelijke mensen kom je er nauwelijks tegen. Het festival heeft wel duidelijk tijd nodig om op gang te komen, maar het groeit uit tot een prachtevenement na de lege velden op vrijdagmiddag en het onweer aan het begin van de zaterdag, met als hoogtepunt de sfeervolle zondag. Er ontstaat iets moois naarmate het festival vordert.
Welcome to the Village sluit met succes aan bij een nieuwe generatie festivals die op een milieubewuste manier in de natuur letterlijk hun tenten opzetten. Ze gaan niet voor de grote bands en dito mensenmassa's, maar voor een totaalbeleving waarin ook kinderen welkom zijn. Al kun je je afvragen wie daar iets mee opschiet, zeker wanneer ze zonder gehoorbescherming vlak voor een podium staan. Veel mensen die een betaalbaar festival zochten dat niet zo snel uitverkocht was, kwamen uit het hele land naar Leeuwarden. Welcome to the Village heeft na slechts één keer organiseren al iets eigens, en daarbij speelt het fraaie artwork een belangrijke rol.
Uiteraard zijn er dingen die beter kunnen. Het volume in de tent en bij het hoofdpodium is soms veel te hoog afgesteld. Dit is totaal onnodig en veel van de subtiliteit van sommige optredens gaat verloren. Wat de muziekprogrammering betreft: die is voor een entreeprijs van vijftig euro voor een heel weekend goed te noemen, al blijven behalve Pinkunoizu echte muzikale verrassingen uit. Tot slot blijft dance nogal onderbelicht, maar wie de hartverwarmende reacties op social media over dit zeer fijne weekend leest, weet nu al dat de belangstelling voor de editie op 18, 19 en 20 juli 2014 vele malen groter zal zijn.
http://www.kindamuzik.net/live/welcome-to-the-village/welcome-to-the-village-de-zondag/24164/
Meer Welcome to the Village op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/welcome-to-the-village
Deel dit artikel: