Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Rond lunchtijd is Hauschka de enige artiest die optreedt. Erg druk is het nog niet, maar de mensen die in de Blessumtent staan komen speciaal voor de Duitse experimentele pianist. Buiten valt miezerregen, een decor dat past bij de zeer stemmige klanken. Hauschka maakt gebruik van een geprepareerde piano: door stukjes papier, drumstokken of belletjes op de snaren te leggen, creëert hij extra geluiden. Door deze live te loopen, en met toevoeging van wat spaarzame beats, ontstaat beklemmende en melancholieke muziek die soms raakt aan ambient of postrock.
Het is bloedmooie maar zware kost zo vroeg in de middag, en wanneer hij zonder duidelijke ritmes improviseert, verslapt de aandacht enigszins. Maar bij sterk ritmegeleide nummers, met name van het schitterende Abandoned Cities rijgt hij hoogtepunt aan hoogtepunt. Helaas ontbreken de beeldprojecties van de verlaten steden. Het had de zeer beeldende klanken nog meer emotionele lading gegeven. Niettemin is Hauschka een indrukwekkend hoogtepunt van het festival.
Het meest bizarre optreden van Welcome to the Village komt zonder meer op naam van Jerry Paper. De jonge New Yorker staat in een kimono op het podium en maakt balletposes en onhandige dansjes op muzakdeuntjes die uit een doosje komen. Daarnaast zingt hij op zeurderige toon en diep vanuit zijn keel over bijvoorbeeld de samenhang tussen technologie en relaties. Paper wordt 'the face of auth' genoemd, een undergroundbeweging die zich afzet tegen de mainstream en conventies. De leden willen dat hun muziek puur als kunst beschouwd wordt, en zoeken hiervoor niet de media op. Toch valt er weinig kunstzinnigs te ontdekken aan de absurde show van Jerry Paper. Spraakmakend is het wel.
Uit België komt Tourist LeMC, een allerminst stoer ogende hiphopper. Hij rapt dan ook niet over bitches, maar over grotere levensthema's. Ook de muzikale omlijsting gaat verder dan alleen beats, met folk, reggae en kleinkunst. Toch ontstaat er geen zijig kleinkunstsfeertje, maar zorgt de vakkundige band voor een lome groove. Jammer genoeg zijn de verhalende teksten in het (plat) Vlaams soms moeilijk te verstaan, zodat de finesse ervan niet overkomt. Toch is het een relaxed en onderhoudend concert.
Mountain States is een jong kwartet uit Nijmegen dat het zoekt in dromerige stromingen als new wave, Nieuw-Zeelandse indierock uit de jaren negentig of shoegaze. De band zet de galmschuiven goed open en speelt gevarieerde nummers, die laveren tussen Beach Fossils en The Chameleons. De redelijke zang zit goed verwerkt in het totaalgeluid waarop het fijn wegzweven is. Hoewel ze niet elk nummer even straf voor het voetlicht brengen, weten Mountain States met prima songs een melancholieke sfeer neer te leggen.
Alamo Race Track [foto hierboven]heeft met Hawks een geweldige plaat gemaakt vol inventieve indiefolk. Op het Blessumpodium hebben de muzikale perfectionisten aanvankelijk wat moeite om op gang te komen. Maar de omstandigheden zijn prima voor een enerverend optreden: het geluid staat prima afgesteld en de tent is goed gevuld met publiek. Ralph Mulder praat voor zijn doen veel met het publiek en spoort zijn band aan om er iets feller in te gaan. Het helpt, want na een harde uitvoering van 'All I Got from this Trip Is Another Winter' valt alles toch nog op zijn plaats met een hecht spelende band en intense uitvoeringen van 'The Trail' en 'The Northern Territory'.
Een piepjong trio uit Los Angeles heeft zich vernoemd naar de Amerikaanse tv-presentatrice Cherry Glazerr en maakt rauwe indierock met tevens een dromerige tic. De fragiele zangeres kan schreeuwen als een riot grrrl, maar kan ook subtiel uit de hoek komen gelijk PJ Harvey of gewoon lekker vals zingen. Het geeft de diversiteit in het songmateriaal aan. Zwaar op de hand wordt het nooit, vooral niet wanneer de band de bubblegumpunkkant op gaat, met teksten over bijvoorbeeld tosti’s of tatoeages. Wat Blood Red Shoes de dag ervoor naliet, doet Cherry Glazer wel: indruk maken.
Japan is niet het eerste land dat je associeert met bands die soul en funk spelen. Toch heeft Osaka Monaurail[foto hieronder] een uitstekende imitator van James Brown in de gelederen. Hij heeft een stem die veel op die van The Godfather of Soul lijkt en zingt in vrijwel accentloos Engels. Hennie Huisman zou twintig jaar geleden blij geweest zijn met hem. De drie blazers maken kekke, synchrone danspasjes, en beantwoorden de vragen van de zanger met een overtuigend ''Yeahh!''. Osaka Monorail weet bij vrijwel iedereen in het publiek een brede glimlach op het gezicht te krijgen; het maakt de band uitermate geschikt voor festivals. De ietwat langdradige nummers neem je dan maar voor lief.
Inmiddels is het gaan regenen en dus is het lekker vol in de Ravenswoudtent voor The Growlers[foto top] uit Californië. De bandleden ogen als gesjeesde hippies. De muziek heeft uiteraard invloeden uit psychedelica maar The Growlers maken niet per se muziek voor hippies. Surf, disco, funk en country komen tevens langs in de zeer melodieuze songs, die zonnig twinkelen maar ook iets donkers hebben. Die ongrijpbaarheid zorgt voor een enerverend optreden. Zanger Brooks Nielsen zingt vrijwel achteloos de mooiste zanglijnen. De bandleden ogen zo relaxed dat het lijkt alsof ze maar wat doen, maar schijn bedriegt. Onder die nonchalance zitten uitstekende songs verborgen. Hoe langer het optreden duurt, hoe onweerstaanbaarder de vibe van de muziek van The Growlers wordt. Een toegift voor het dolenthousiaste publiek is dan ook hun terechte deel.
dEUS[foto hieronder] speelde nog nooit eerder in Leeuwarden, dus dan meteen maar als hoofdact en afsluiter van Welcome to the Village. En de band vervult die rol met verve. Met een massief geluid, drukdoener Tom Barman, een rondspringende gitarist Mauro Pawlowski, een gedisciplineerde ritmesectie en gatenvuller Klaas Janszoons geeft de groep een fraaie bloemlezing uit het rijke oeuvre. En ja, de band speelt ook 'Suds & Soda', een nummer dat ruim twintig jaar later nog steeds dezelfde energiestoot geeft. Tijdloos noemen ze dat. dEUS klinkt geïnspireerd en giftig en is een uitstekende afsluiter van een al even uitstekend festival.
De derde editie van Welcome to the Village is, net als de voorgaande edities, een groot succes. Met ruim zevenduizend bezoekers raakt het evenement zo goed als uitverkocht. Behalve met wat regen op zondag is het zomerweer uitstekend, en het idyllische terrein van De Groene Ster behoort tot de mooiste festivallocaties van Nederland. Het muziekprogramma heeft voor elk wat wils, met onder andere indierock, feestbands, soul, funk en hiphop. Je kunt grote namen zien als Typhoon en dEUS, maar ook nieuwe, kleinere bands ontdekken zoals Rats on Rafts of Meridian Brothers.
De organisatie zoekt de samenwerking met andere organisaties voor wat betreft de programmering. Dit levert bijvoorbeeld een uitstekend houseprogramma op. Welcome to the Village neemt elektronische muziek serieus en zij daarvoor geprezen. Daarvan kunnen ze op dat andere hippe Friese festival, Into the Great Wide Open op Vlieland, nog wat leren. De sfeer op Welcome to the Village is tevens minstens zo ontspannen als daar.
Behalve bij Jungle by Night is het nergens echt te druk op het weidse terrein. Zo is het bij grotere namen als Blood Red Shoes en Villagers zelfs opvallend rustig, wat de kans op gezapigheid vergroot. Het verschil qua drukte op het terrein tussen de vrijdag en zondag en de zaterdag is opvallend. Er kunnen dus nog genoeg mensen bij, maar de organisatie onderscheidt zich door bewust te kiezen voor een ruim opgezet terrein zonder drukte en gedoe. Hopelijk is dit volgend jaar ook nog zo, want hoeveel festivals zijn niet hun spontaniteit en relaxedheid verloren door in te zetten op meer publiek?
Daarnaast onderscheidt Welcome to the Village zich door duurzaamheidsprojecten op het terrein en openbare discussies over dit onderwerp. Dit levert fraaie uitkomsten op zoals een oplaadpunt dat biobrandstof gebruikt om je telefoon weer aan de praat te krijgen. Allemaal leuk en aardig natuurlijk, die lobby, maar het komt af en toe wel wat drammerig over met het zoveelste duurzaamheidsproject dat je gezien moet hebben. Ook vrijwel al het eten is biologisch en zogenaamd verantwoord, zodat je flink in je buidel moet tasten om wat te eten te kopen.
Zo wordt een festival steeds moeilijker toegankelijk voor mensen met minder geld en lijkt het steeds meer een ietwat elitair evenement te worden. Op zulke momenten verlang je weleens naar een lauwe frikandel, die je op dit festival nergens kunt krijgen. Toch kost een weekendticket nog geen honderd euro, waar je een uniek festival voor terugkrijgt dat kiest voor kwaliteit in plaats van kwantiteit. Met deze opzet is Welcome to the Village een van de voorlopers in de ontwikkeling van kleinschalige festivals geworden. Met deze mooie formule kan het nog jaren vooruit.
http://www.kindamuzik.net/live/welcome-to-the-village/welcome-to-the-village-2015-de-zondag/26120/
Meer Welcome to the Village op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/welcome-to-the-village
Deel dit artikel: