Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Openingsact Nathan Hamilton noemt zijn Hollandse fans vrienden en het is zeker dat hij met gemak voor een inburgeringsexamen zou slagen. Hij hoort een beetje bij het meubilair van de concertzalen in het land. Hij laat niet veel bijzonders horen, gewoon de gebruikelijke rootsrock links van Springsteen, rechts van de Drive-By Truckers.
Geef de zingende arbeider Dan Bern, opener in de Kleine Zaal, een paar simpele akkoorden en vervolgens oppert hij ellenlange monologen in de traditie van de jonge Dylan. Ook haalt hij herinneringen op aan zijn allereerste optreden op Take Root. Een déjà vu is het gevolg, ondanks halfklaar materiaal dat duidelijk geïnspireerd is door zijn verblijf in Nederland. Al een poosje missen zijn songs de scherpte van zijn vroege werk en moet hij het hebben van 'oude successen'. Nummers over de vijfde zanger van The Beatles en Bin Laden blijven echter in zijn gitaarkoffer. Dan Bern overtreft zichzelf deze keer niet.
Het git- en gitzwarte is er de laatste jaren bij American Music Club [foto rechts] wel een beetje vanaf. Het gezelschap rondom de keurig in pak gestoken Mark Eitzel levert romantische pop-noir. De prima zingende Eitzel kan niet verhullen dat de band niet heel goed op dreef is. De muziek kabbelt te veel voort en de Grote Zaal stroomt angstwekkend snel leeg.
Na het zoutloze zitoptreden van countryzangeres Annie Keating is het festival toe aan een flinke trap onder de luie billen. De countrypuristen kijken met ogen als schoteltjes naar het bezeten spelende O'Death [foto boven]. De New Yorkers brengen een furieus klinkend mengelmoesje van folk en punk. Je hoort duidelijk de invloeden van de vroege Sixteen Horsepower, maar O'Death gaat een stuk harder te werk. Ze hebben dan wel violen en banjo's, maar eigenlijk maken ze gewoon ruige punk. Bij The Storys in de immer rumoerige foyer is het trekken van een conclusie heel wat makkelijker: de zouteloze en rommelige countryrock smaakt helemaal nergens naar.
Built to Spill [foto links] zou de perfecte headliner zijn op een festival van vergeten gitaarbands (Gravel, God's Eye etc.) maar heeft niets te zoeken bij cowboys, singer-songwriters en folkpunks. Toch misstaat de groep niet, omdat ze zo akelig goed is en de meest bedwelmende muziek van de avond maakt. Doug Martsch is ouder, kaler en dikker maar zijn hoge stem die hij schuddebuikend de microfoon in perst is ongelooflijk mooi. En de drie gitaren spinnen en zoemen om elkaar heen als in de beste jaren. Het tempo ligt anno 2008 wat lager dan ten tijde van Keep It Like a Secret, maar de geconcentreerde band benadert de perfectie en is typisch zo'n outsider op de startlijst die met Jimmy LaFave om de hoofdprijs vecht.
Topact Jimmy LaFave en zijn enthousiaste band weten wel hoe je een countryminnend publiek moet bespelen. Als de zuurkijkende en heerlijk mompelende LaFave 'Just Like a Woman' zingt dan is het alsof Dylan in zijn huid kruipt. De fijn gearrangeerde en hoogstaande countryrock is authentiek omlijst met orgel, trekzak en het professionalisme van vakmensen. Je zou willen dat de briljante LaFave zo vaak te zien is als bijvoorbeeld David Olney, een vroeger drinkmaatje van Townes van Zandt en nog altijd vaste gast in iedere tot folkmuziekclub omgebouwde voetbalkantine. Zijn begeleider is de vuige en vakbekwame gitarist Sergio Webb die een paar wonderbaarlijk gemene nummers uit zijn cowboyhoed tovert. Over het algemeen haalt de oude Olney weinig nieuws uit zijn keurige gleufhoed.
Vernieuwing is echter ook niet alles, zoals wel blijkt uit het pretentieuze gepriegel van de koffiejuffrouw in de entreehal, oftewel het avant-gardecollectief My Brightest Diamond. Met een klein orkest, ukelele en vervormde stem is de rommelige poppenkast compleet. Er zijn niet veel mensen die hierbij hun biertje willen opdrinken. Interessanter is dan wellicht Bon Iver dat ook niet vies is van experimenten. De zanger probeert in zijn eentje te klinken als The Bee Gees. Iedereen barst in lachen uit als hij verzoekt om hem na te doen. Ondanks die ene meezinger lijkt de lichtautistische singer-songwritermuziek van het ongewoon populaire Bon Iver toch vooral voor de iets kleinere zaaltjes gemaakt. Die uitverkoop op een groot festival roept een oncomfortabel gevoel op.
Verrassend, fris en helemaal uit Canada gevlogen is Ladyhawk [foto rechts]. Laat op de avond helpen decibellen om het lijf van de festivalbezoeker op de been te houden. Ladyhawk voegt daar lekkere hooks aan toe en een zanger die waarschijnlijk meer dan een boterham met kaas gebruikt voor hij op het podium explodeert. Ladyhawk zoekt een synthese tussen lyriek en kwaadheid en dat levert een boeiende set op. Een bandje om in de gaten te houden.
Met een voetpedaal onder zijn linkervoet en een akoestische gitaar staat John Hiatt de hoofdact te wezen in de goed gevulde grote zaal. Hij zegt dat hij niet echt een set heeft voorbereid, dus roept u maar. Dat hoef je de Groningers geen twee keer te zeggen. Hiatt pakt de verzoekjes op als een vakman, al weet hij geen weg met liedjes die hij op de piano componeerde. De oude baas houdt met gemak de zaal bij zich met gouwe ouwes van Bring the Family en Slow Turning. Hiatts overacting gaat na een uur op de zenuwen werken; toch is de man een klassieke, doorleefde songschrijver die een americanafestival als Take Root niet kan missen.
Twee jaar geleden stond Elliott Brood met een koffer als drumstel in de kleine binnenzaal van de Oosterpoort en nu sluiten ze het festival af in de Kleine Zaal. Geleidelijk aan nemen de Canadezen de americana over, denk ook aan Justin, Rutledge, NQ Arbuckle en Luke Doucet. Elliott Brood beschikt inmiddels over een heus drumstel, maar de banjo en de semi-akoestische gitaar klinken nog even goedkoop en gruizig. Dat gevoegd bij twee zangers die eenmaal daags een fles schuurmiddel wegklotsen en een stel elementaire songs die diep geworteld zijn in de traditie van Harry Smith, maakt het trashy Elliott Brood tot een heerlijke festivalact. Elliott Brood en Bon Iver zijn uitstekende slotacts voor de 2400 bezoekers van een ronduit geslaagde editie van Take Root waarin de traditionele country in botsing raakt met alternatieve rock.
http://www.kindamuzik.net/live/take-root/take-root/17563/
Meer Take Root op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/take-root
Deel dit artikel: