Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Met een line-up om van te smullen is Take Root voor de aftrap al een succes. Een wandeling door de Groningse Oosterpoort, met een blik op programmaboekje en het daar op afgekomen publiek, bevestigt dat op het festival de status van 'klein, knus en voor de fijnproever' voor dit jaar in elk geval niet meer van toepassing is. Op het affiche van het festival voor past, present and upcoming American music prijken dit jaar bijzondere namen als Wilco, Isobel Campbell & Mark Lanegan en Iron & Wine. Die prachtige namen zijn dit jaar goed voor een opvallend jonger publiek.
Dat publiek zal Caitlin Rose waarschijnlijk met gemengde gevoelens bekijken. De Amerikaanse zangeres mag aftrappen in de foyer en moet de eerste nummers flink haar best doen om überhaupt boven het binnenwandelende en luidruchtig pratende publiek uit te komen. Gelukkig lukt het haar om het deel van het publiek dat wel wil luisteren te overtuigen met ontroerende countryliedjes over drank en tragische liefdes. De prachtige snikstem en ingetogen luisterliedjes verdienen veel meer aandacht dan de charmante Amerikaanse krijgt van de langslopende bezoekers.
In de grote zaal maken de bandleden van Old Crow Medicine Show zich zorgen over de daily banjo intake van de gemiddelde Nederlander. Gelukkig staat het gezelschap uit Nashville, Tennessee ervoor om dat gebrek te compenseren met enthousiast gespeelde bluegrass. Het gezelschap krijgt de handen op elkaar met ietwat traditionele liedjes en een optreden dat aanvoelt als een vrolijke masterclass Amerikaanse muziekgeschiedenis.
Nauwelijks bekomen van een binnenkort te verschijnen interview met KindaMuzik stappen de jonge helden van Deer Tick [bovenste foto] het podium op. Zanger John McCauley spoelt zijn whiskey weg met bier en is iets te beneveld om echt hard toe te slaan. Maar wat zijn de liedjes mooi en wat zingt McCauley intens. Verrassend genoeg pakt Deer Tick uit met veel nieuw werk en toont zo volop in ontwikkeling te zijn.
De bleekneuzen van Romantica spelen een brave set, maar komen later beter uit de verf als begeleiders van het pittige wijf Carrie Rodriquez. Zij beschikt over een reusachtig netwerk als veelgevraagd sessiemuzikant en strooit met covers en anekdotes over dezen en genen. Een optreden voor de ouderwetse rootsliefhebber.
Ouderwets ook zal de organisatie het gevonden hebben om de bezoekers louter te voeden met hompen vlees van Amerikaanse grootte. De Texas Burgers zijn dan ook bescheiden, maar smakelijk. Ze doen het vooral goed onder de mannen van middelbare leeftijd, die de leren hoeden en linnen tasjes thuisgelaten hebben maar de eettradities in ere houden. Jonger en alternatiever publiek - dat voor een groot deel op Wilco en Black Mountain afgekomen zal zijn - blijkt beter bestand tegen de weeïge gaarkeukenlucht van saté en kaasfondue.
Een curiositeit is Frank Fairfield [foto hierboven] die honderd jaar te laat geboren is. Raar stampend met zijn lange benen en vliegensvlug spelend op de viool en de banjo moet deze jonge knaap wel een verre nazaat van Dock Boggs zijn. Zang, kleding, haarstijl: alles is tot in de puntjes authentiek jaren twintig en dertig, maar dan uit een andere eeuw.
Wreed dat de organisatie dit jaar Phosphorescent en Damien Jurado [foto hierboven] tegenover elkaar programmeert voor praktisch één en dezelfde doelgroep. Gelukkig waren deze geweldenaars van de treurmuziek al uitgebreid te bewonderen in het clubcircuit. Vanavond gooien ze er allebei een heerlijk optreden uit, waarbij opvalt dat Phosphorescent een steeds vastere band wordt rond de lekker onvast zingende Matthew Houck en Jurado adoratie oproept die op het kleffe af is, wat niet helemaal goed voelt bij zijn donkere romantiek.
Voor Isobel Campbell & Mark Lanegan loopt de grote zaal in no time vol. Wie heeft er nu geen oren naar een uurtje met de countryversie van 'The Beauty & The Beast'? Met een effectieve back-upband zorgt het duo voor sfeervolle muziek, die sterk refereert aan de jaren vijftig en de duetten van Lee Hazlewood en Nancy Sinatra. Lanegan - stijf als een stok op het podium - croont zich door de romantische muziek heen, terwijl de ondersteunend zingende Campbell zucht als een Frans meisje. Hoe mooi het plaatje ook is, uiteindelijk wordt het wat saai. Liedjes lijken verdacht veel op elkaar en het 'fluister-gromtrucje' gaat vervelen. Als Campbell vervolgens vloekend als een dokwerker een nummer afbreekt wegens een piep in een microfoon is de illusie van lief meisje ook al snel doorgeprikt.
Sam Beam, op het podium bekend als Iron & Wine [foto hierboven] blijkt zo populair dat de toegangsdeuren naar de kleine zaal op slot gaan, vanwege te grote drukte. De singer-songwriter brengt een set met breekbare tokkelliedjes, die het publiek aan zijn flink bebaarde lippen kluistert. Wel jammer is dat Beam zijn band niet heeft meegenomen en in zijn eentje speelt: de fijne nuances en vooral het mysterie van zijn liedjes blijft achterwege; het wordt zelfs wat klef en dat is jammer.
Devon Sproule en haar man Paul Curreri snappen dat ze geprogrammeerd staan om het publiek op te warmen voor de twee hoofdacts van de avond, maar hun presentatie en show zijn lauwtjes.
Wilco [foto hierboven] is de gedroomde headliner van het festival en met één Nederlands optreden ook de band waar mensen van heinde en verre voor naar Groningen zijn gekomen. Natuurlijk speelt de band van meet af aan een gewonnen wedstrijd. Jeff Tweedy en companen hebben er trek in en in een extra lange set van twee uur wordt vrijelijk uit de ruime discografie geput. Waar de tegelijkertijd spelende Dave Rawlings samen met Gillian Welch diep ontroert, imponeert Wilco vooral. De band roept bewondering op door zijn melodieuze twang af te wisselen met stevig experiment. Mooie liedjes als 'Jesus Etc.' worden afgewisseld met de naar krautrock neigende nummers van Yankee Hotel Foxtrot en A Ghost Is Born. Wanneer het publiek zich te pletter schrikt door een onverwachte noise-explosie in het bedrieglijk rustige 'Via Chigago' grijnst Tweedy tevreden. En met recht: Wilco bewijst nog steeds een van meest inventieve bands van de laatste jaren te zijn.
Drie heren van Old Crow Medicine Show die eerder op de middag een eigen set speelden, maken vanavond deel uit van de Dave Rawlings Machine [onderste foto], de groep of het project van Rawlings en zijn vrouw Gillian Welch, wier komst naar Nederland na lange jaren van radiostilte een kleine sensatie is. Het wachten wordt beloond. De machine loopt gesmeerd en speelt anderhalf uur bluegrass 2.0, met alle stijltrucjes en grollen uit de oude muziek en songs ook van The Band, Neil Young en Bright Eyes. Rawlings speelt bluegrass als een rockgitarist en is de gitaarvirtuoos waarvan elk festival er wel eentje moet hebben. Welch, traditioneel gekleed in een fijne truttige jurk, zingt één eigen nummer en schittert in de duetten. Dit gloedvolle optreden gaat de boeken in als wellicht het beste dat Take Root tot op heden heeft meegemaakt.
http://www.kindamuzik.net/live/take-root/take-root-2010/20656/
Meer Take Root op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/take-root
Deel dit artikel: