Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Festivalorganisatoren die hoog van de toren toeteren over een thematische programmering? Eerst horen en dan geloven, is daarbij vaak het beste devies. Bij Rewire doet men gelukkig wel wat beloofd wordt.
Oftewel: als je een beetje opgelet hebt richting de wat meer experimentele of avant-gardistische oorden binnen de hedendaagse (elektronische) muziek dan is meteen duidelijk dat Rewire het dit jaar zoekt in een scherp contrast tussen akoestisch en elektrisch, tussen hedendaags en 'klassiek' (geen Beethoven of Bach) en tussen vol op het orgel en ssssssst-stil een beetje. Pakt een en ander ook live zo klinkend uit? KindaMuzik neemt twee dagen de proef op de som en struint de diverse locaties in Den Haag af. (SS)
Doorslaande stoppen
De vrijdagavond van Rewire gaat van start op een locatie die perfect past bij de muziek van openingsact Herman Kolgen [bovenste foto]. De Canadese kunstenaar die bekend staat om zijn multidisciplinaire vertoningen kreeg van de organisatie de E.ON Elektriciteitsfabriek toegewezen en de ruime voormalige fabriekshal met zijn grauwe ambiance leent zich perfect voor Kolgens soms erg kille geluidsuitbarstingen.
Het plan is dat Kolgen samen met de Belgische percussiegroep Bl!ndman drie van zijn audiovisuele projecten ten uitvoer brengt, waarvan Train Fragments - een ode aan Steve Reichs Different Trains - als eerste aan bod komt. Even lijkt het alsof de fabriek nog steeds actief is, want vanuit alle uithoeken van de zaal klinkt metalig geschraap en het gekletter van ijzer op ijzer. Alsof een trein op brute wijze ontwricht wordt, en inderdaad: op het scherm achter de nog onbemande instrumenten komen fraaie beelden van ontsporende treinstellen tevoorschijn. Kolgen regisseert alles vanaf een tafeltje in het publiek, terwijl de Belgen van Bl!ndman het podium betreden om na een hypnotiserend Reichiaans xylofoon- en klokkenspelstuk toe te werken naar een daverende climax. Er hangen een stuk of tien gongs op het podium en samen met wild aangeslagen bekkens zorgen zij voor een catastrofaal slot van het stuk, dat visueel ondersteund wordt door beelden van uit elkaar gescheurde voertuigen.
Of nou ja, het heftig applaudisserende publiek denkt dat dit het slot is, want een teleurgestelde Kolgen roept dat er iets fout is gegaan. Het lijkt haast te ironisch om waar te zijn, maar de stroom blijkt uitgevallen in de Elektriciteitsfabriek. Het optreden begon al een klein half uur te laat, maar het komt nu helaas ook vroegtijdig tot een einde doordat de stoppen zijn gesprongen. (TL)
Licht uit
De doemrijke jazz van Bohren und der Club of Gore zou in principe ook akoestisch overeind kunnen blijven. De Duitsers spelen in de Grote Kerk echter geen unplugged set, maar de geweldenaren houden het qua volume alleszins christelijk. De set kabbelt, schuurt en meandert door een bordeauxrode toonzetting heen waarin de absentie van verrassende, onvermoede lichtpunten de intensiteit van de muzikale dramatiek onderstreept. Het tempo is slepend en ligt tergend laag , maar de minimale middelen roepen toch geen zwelgend gevoel van tristesse op. Eerder doen de heren in overdrachtelijke zin het licht uit, waardoor hun werkstukken continu zwanger zijn van een zekere onheilspellende lading die je op het puntje van je stoel houdt.
Als je een orkest vormt, is het wellicht handig om de dirigent of in ieder geval elkaar te kunnen zien. Von Nohrfeldt Ensemble vindt dat niet nodig. Dat hoor je. Ook hier heerst de duisternis, maar nu in de zaal en op het podium. Zij het dat achter de groep op vier schermen abstracte visuals getoond worden. Die zijn bij vlagen uitmuntend. Muzikaal heeft de lappendeken wat minder te bieden. Of eigenlijk: alles is te veel binnen een keurslijfje en er is te weinig lef om eens lekker te doen waar je goed in bent. Piano, cello, elektronica en blokfluit: je kunt er een messcherp concert mee geven op het snijvlak van improvisatie en hedendaagse gecomponeerde muziek.
En dat doet het ensemble ook wel. Maar wát de vier doen - het herhalen van een melodie of een ritme - komt niet over als een bewuste positieve keuze, eerder als een vlucht om vooral niet uit de band te springen en de rest in de war te schoppen. Het geheel dissoneert niet, ritmisch blijft het uiterst behapbaar (mede door de steady beat) en zo duikt de spanning richting middle of the road. Er had tussen Cage en Raster-Noton - en dus helemaal in de geest van Rewire - meer uit dit in potentie uiterst intrigerende idee gehaald kunnen worden. Laat het lekker los(ser) lijkt het devies. (SS)
Galm
Even om de hoek bij de Prinsengracht ligt de Barthkapel, onderdeel van een voormalig klooster van de zusters van Carolus Borromeus. De zusters zijn het pand allang verlaten en organisaties kunnen het kapelletje tegenwoordig huren. Rewire zet er de uit Brooklyn afkomstige Noveller (echte naam Sarah Lipstate) neer.
Lipstate is dankzij haar nevenactiviteiten als maakster van filmmuziek bedreven in sfeervolle soundscapes en door middel van vele loop- en effectenpedalen zorgt ze er met behulp van een enkele gitaar voor dat de Barthkapel ondergedompeld wordt in rijke geluidstapijten. Vaak is even niet goed te horen wat ze nou zelf aan het spelen is door alle galm en het feit dat haar ingespeelde gitaarlijnen vaak pas later in haar nummers aan de oppervlakte komen. Haar tranceachtige heen-en-weerwiegen gevolgd door schelle gitaarerupties maakt evengoed indruk.
Na enige tijd krijgt de in innige verstrengeling met de gitaar waggelende Lipstate gezelschap van een keyboardspeler, die er tot zijn ongenoegen achter komt dat het instrument niet helemaal de juiste klanken weet voort te brengen. Dan maar een ander nummer, eentje dat door de gigantische overdrive op de toetsen Lipstates verrichtingen lomp galmend overstemt. Ook de schilderachtige achtergrondanimaties die uit een beamer op een omgekeerd bierkrat worden geschoten werken niet altijd goed mee. Kleine smetjes op een verder bedwelmend staaltje muzikaliteit.
Chemie
In de Grote Kerk vindt de wereldpremière van het project Scripted and Prepared van Duitser Henrik Schwarz en Zwitser Nik Bärtsch plaats. De een is een dj die techno en deephouse combineert met een voorliefde voor jazz en niet bang is voor het experiment, de ander is een gevierd solopianist. Sober gekleed in een zwarte monnikspij betreden de twee kale mannen het podium met daarop twee glimmende vleugelpiano's.
De rechterpiano is vakkundig gehackt door Henrik Schwarz en heeft toetsen die automatisch op en neer gaan volgens vernuftige algoritmes uit een Apple-laptopje op een krukje ernaast. Een soort muzikale robot dus. Bärtsch' piano is eenzelfde lot bespaard gebleven, maar is wel geprepareerd. Dit tot John Cage te herleiden principe houdt in dat er tijdens het optreden met de binnenkant van de piano geklooid wordt, zodat de klanken die uit de toetsen komen op bizarre wijze vervormd worden.
Het geeft de muziek van de beide heren ook iets percussiefs. Wanneer Bärtsch tussen zijn subtiel geplaatste pianoklanken tegen de snaren en de zijden van het pianobinnenste mept. Sowieso kent het optreden meer beats en grooves dan je van een klassiek optreden zou verwachten. Het mechanische, repetitieve tempo van de automatische piano van Schwarz en de soms funky manier waarop Bärtsch hierop inspeelt, zorgen bij vlagen zelfs voor erg swingende passages.
De chemie tussen de twee heren valt hier wel danig op en dit blijkt duidelijk uit de geconcentreerde en dan weer breeduit grijnzende blikken over en weer. Ook is het te horen aan de manier waarop de house-achtige pianoakkoorden van Schwartz naadloos bij de subtiele aanslagen van Bärtsch passen. En zo vullen de op het eerste gehoor gevoelloze geprogrammeerde klanken - hoewel duidelijk verschillend van door de mens gespeelde tonen - elkaar harmonieus en schitterend aan. (TL)
Glitch met minimal luit
Harmonie is ook een van de trefwoorden die van toepassing is op Jozef van Wissem. Deze klassiek geschoolde sterluitist werkt sinds een tijdje samen met Jim Jarmusch en dat zorgt voor de nodige extra roem, maar Van Wissem is toch vooral solo een meester die je niet mag missen. In zijn minimalmusic-composities versmelten oude muziek, klassiek, modern en hedendaags idioom organisch met elkaar. Herhalingen worden tactisch doorbroken door middel van live gespeelde glitch-achtige subtiele vertragingen of hakkelingen en de mee-resonerende snaren van de luit brengen continu een wolk aan boven- en ondertonen in het toch al flitsende klankenspel van Van Wissem.
De - overigens gitzwarte - luit wordt elektrisch versterkt, maar is ook akoestisch prima te horen. Dat blijkt als Van Wissem per ongeluk de kabels uit elkaar trekt. Je mist een klein beetje warme galm, maar je wordt op slag gedwongen nog beter op te letten. Niks mis mee. Kniesoor wellicht, maar de vocale bijdrage in het laatste nummer is niet het sterkste moment van het verder ijzersterke concert dat een volgepakte Prins27-zaal over de volle lengte bij de lurven grijpt. Al kan dat ook komen door de nogal heavy metal-achtige poses die de met laarzen getooide Van Wissem zwiepend met de halflange haren ten beste geeft. Het oog wil en krijgt dan ook wat.
Het mist
Van hot naar her, straat over of wandelingetje naar kapel of kerk. Op Rewire word je wel bezig gehouden en als je alles wilt zien, heb je hoe dan ook pech. Er is gewoon te veel. De kermis waarvan Greg Haines de toehoorder laat thuiskomen, is wel aardig koud. Met vleugel en een enorme batterij elektronica bouwt hij klanktapijten die ergens tussen akoestisch en elektronisch blijven hangen. Dat leest spannender dan het is.
Haines kan puik werk leveren, vooral waar hij neoklassieke elementen verbindt met hedendaagse elektronica, maar om de een of andere reden duikt hij een mistige wereld van slappe krautrock in die tot overmaat van ramp gelardeerd wordt met de nog dikkere walm van het soort reggae dat op repeat staat in coffeeshops. Althans: zo'n lome beat dus en veel dubby echo's. Het spoor bijster raken is er muzikaal dan ook niet bij in de simplistische stijloefeningen, maar je zou je helemaal kunnen verliezen in deze mistbanken vol psychedelische hoogpoligheid. Zou. Kunnen.
Goed
Tijd dus om orde op zaken te stellen in Het Paard. Wordt geregeld denkt Drvg Culture, dat monotone, repetitieve, kille, staalharde beats afvuurt en achter de draaitafels staat met een blik die verraad dat het goed is. Meer hoeft dat soms inderdaad niet te zijn. Goed. Dus. De broekspijpen wapperen, de maag voelt de bas en je weet op slag dat de clubavond van Rewire begonnen is. Welkom.
Machinerie
Gezelligheid met kaarsjes is niet de ontvangst die Vessel vervolgens even fijntjes wil toebereiden. Hij beukt er machinaal en maniakaal op los. Breed en diep zijn de schilderijen die hij met vlotte toets neerzet. Zwart ook. Of met grijstinten. De Brit gaat volledig op in zijn show en dit enthousiasme is aanstekelijk en begrijpelijk. Deze industrial laat horen dat er in het genre nog heel veel potentie zit. Een kwak noise erbij, een ratelende beat die onverwacht langskomt en bovenal: oren voor elke toon die an sich tot in de perfectie getuned is. Waar Raster-Noton-acts alles uitkleden tot op het skelet, heeft Vessel staal op de botten. En veel.
Gek genoeg wordt de machinerie nooit koud of afstandelijk, een knap staaltje! Integendeel: een beetje zoals op de beste momenten van de Blade Runner-soundtrack is dit industriële futurisme uiterst menselijk en daardoor ook per direct te verhapstukken. Vessel komt dichter bij dan je misschien lief is en die omhelzing is beklemmend en dansant bevrijdend tegelijk: een ziedend hoogtepunt van de Rewire-vrijdag. (SS)
Hard Edge
De grote Mark Rothko-expositie is een eind verderop in Den Haag en dus presenteert Simian Mobile Disco zich niet als een exponent van de zachte kanten en de subtiel pulserende vlakken. De twee beuken op monsterlijk volume keihard door de Grote Zaal, op een manier die aan de Hard Edge-schilderkunst doet denken. Felle kleuren. Duidelijke afbakeningen. Op het oog simpel en uiterst doeltreffend.
Schijnt bedriegt, want deze modulair spaced-out krauttechno zit zeer vernuftig in elkaar. Zozeer zelfs dat wie de benen al lichtelijk begint te voelen aan de show ook een prima luisterset heeft. Het is beslist geen samenvatting van een rijkgeschakeerde eerste festivaldag, maar Simian Mobile Disco onderstreept de contrasten die het Rewire-programma voor het voetlicht brengt nog eens dubbel en dwars en zet daar een moddervet uitroepteken achter. (SS)
Foto's van Ed Jansen (Bohren & der Club of Gore, Herman Kolgen), Piet Kers (Drvg Culture,Greg Haines, Inga Copeland, Noveller,Simian Mobile Disco, Von Nohrfeldt Ensemble) en Stephan Kaffa (Jozef van Wissem)
http://www.kindamuzik.net/live/rewire/rewire-re-cap/25480/
Meer Rewire Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/rewire
Deel dit artikel: