Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De tweede dag van Motel Mozaïque begint vroeg met een masterclass muziekleer van Yuri Landman [foto links], die het prepared piano-principe van John Cage uitlegt aan een kleine groep belangstellenden. Yuri Landman is instrumentenbouwer en hij heeft door de jaren heen speciaal op maat gemaakte gitaren gebouwd voor onder meer Sonic Youth, Blood Red Shoes en dEUS. Althans, dat leert Youtube. Landman is zelf te bescheiden om te pochen met zijn cliënten en gaat na een zeer korte inleiding meteen over op waar de organisatie hem voor gestrikt heeft: het voor leken begrijpelijk maken van de technieken die de experimentele pianist Hauschka direct na de lezing zal gebruiken om de grote zaal van de Schouwburg in vervoering te brengen.
Landman houdt geen wetenschappelijk praatje over de natuurkundige achtergrond van klankgolven, maar het blijft bij behapbare kost. Hij toont de verschillende technieken die je als gitarist kunt gebruiken om de klank van je instrument zonder effectpedalen te veranderen en geeft de aanwezigen daarna genoeg tijd om zelf wat aan te kloten met de verschillende trucjes. (TL)
Van gitaar naar piano: de Duitser Volker Bertelmann, beter bekend als Hauschka [bovenste foto], is een ware grootmeester in het handmatig manipuleren van het geluid van zijn instrument. Bewapend met een arsenaal aan hulpmiddelen om het geluid van zijn piano mee te verwringen, gaat hij aan de slag. Het publiek kan door middel van een videoscherm precies zien wat er allemaal gebeurt in de piano. Tijdens het spelen klateren lepeltjes tegen metalen balken en Hauschka gooit er schijnbaar achteloos tamboerijnen en pianostemmers in om zijn gewenste klank te vinden.
"Zoals jullie kunnen zien heb ik een telefoon bij me. Niet omdat ik een belletje verwacht, maar omdat ik zo verloren raak in de muziek dat ik de tijd vergeet." Precies wat de toeschouwers die op de planken van de schouwburgzaal zitten vanmiddag overkomt. De tijd staat even stil wanneer Hauschka zijn publiek met beklemmende klanken meesleept in een maalstroom van gedachten. De pianist heeft een karrenvracht albums waar hij uit kan putten, maar gaat bij deze show voor een serie losse schetsen van nummers van zijn jongste plaat, Abandoned City. Soms schuren de niet altijd lekker in het oor liggende klanken, dan weer betoveren ze de toehoorders in al hun pracht. Heel knap weet Hauschka industrieel aandoende ritmes te versmelten met melodieuze pianostukken en af en toe gooit hij er met de hand een percussiebeat doorheen. Op het einde maakt hij het hallucinerende publiek wakker door op theatrale wijze de verschillende tools uit zijn piano te verwijderen, iets wat zo lang doorgaat dat het op de lachspieren werkt. (TL)
Angel Olsen is een bescheiden dame, haar grote ogen verstopt achter een zwarte truckerspet, het hoofd koel, de lichaamstaal verraadt dat ze verlegen is. Misschien is het juist daarom dat de overvolle zaal schrikt als ze plots uithaalt met haar diepe, krachtige vrouwenstem die door de ruimte schalt. Ook in instrumentaal opzicht kent de show veel uitdaging: van ingetogen, gedetailleerd gitaarspel tot psychedelische uitspattingen en spannende instrumentale tussenstukken. De dochter (of misschien is kleinkind wat geloofwaardiger) van PJ Harvey: een fantastische stem, lef, streng gitaarwerk en een overtuigend en genadeloos livegeluid. (LdJ)
Twee uur later is het de beurt aan Jonathan Wilson [foto rechts] en zijn vierkoppige begeleidingsband om de grote zaal te betoveren. De Amerikaan maakt muziek zoals alleen Amerikanen dat kunnen, muziek die uit dezelfde klei komt als die van zijn jarenzeventighelden. Revivalbands kennen we tegenwoordig misschien meer dan ons lief is, maar waar de meeste van deze groepen hun inspiratie halen uit de psychedelische klanken van The Beatles, The Pretty Things en de vroege Pink Floyd heeft Wilson overduidelijk een flinke paplepel The Band, Neil Young en The Grateful Dead binnengekregen.
De schouwburgzaal is helaas nog niet eens halfgevuld - wat wil je op een festival waar Jonathan Wilson, Angel Olsen en Moss op hetzelfde moment spelen - maar het handjevol fanatiekelingen dat is komen opdagen, is getuige van een show die in alles perfectie uitademt. De muzikanten die Wilson bij elkaar heeft geraapt, zijn stuk voor stuk klasse, wat resulteert in fraaie, lang uitgesponnen jams. Sowieso klokt geen enkel nummer van Wilson onder de zes minuten: mensen met een korte spanningsboog kunnen inderdaad beter hun heil ergens anders zoeken. Mooi opgebouwde epossen met een hoofdrol voor Wilsons relaxte stem en de schoonheid van zijn helder snerpende solo's ontluikt langzaam. Was het gisteren nog een dag van feest en beroering, vandaag staat compleet in het teken van onthaasting. (TL)
Erlend Øye [foto hieronder] heeft fans en haters, om het maar eens bot te zeggen. De gemiddelde Motel Mozaïque-ganger zal zich zeker niet bij de laatste groep willen scharen, maar de echte fans? Die in zomerjurkjes dansen op de vrolijke liedjes van The Whitest Boy Alive op Lowlands? Wij hadden ze in ieder geval niet verwacht, maar er staat zowaar een Schouwburgzaal vol mee. Het repertoire dat Erlend Øye door de jaren heeft opgebouwd met zijn laatste band en Kings of Convenience is divers en zijn stem en gitaarspel vormen inmiddels een genre op zich, dus de verwachtingen zijn hoog (zowel van zijn fans als van de haters). Wat krijgt het publiek: zomerse, Italiaanstalige folkliedjes, gespeeld door zijn Erlend Øye Trio: Een IJslandse man met baard op toetsen en gitaar, een klein mannetje op blokfluit, en natuurlijk de rossige frontman zelf. Hij begint streng en wijst zijn publiek erop dat er absoluut niet gepraat mag worden. Maar halverwege de show neemt zijn humeur een wending en vertelt hij vrolijk over zijn tijd in Italië, over zijn bandleden, over Rotterdam en over fietsers. Het publiek kan even zittend genieten van het opgewekte gitaargepingel, zijn IJslandse multi-instrumentalist mag ook drie minuten in z'n eentje de spotlights in. Vermakelijk en luchtig, dat wel, maar een goede performance: niet zozeer. Na een halfuur wordt de glimlach van Øye zelfs een beetje irritant. Maar het publiek wil meer, krijgt meer en lijkt te genieten. Toch is het muzikaal een oninteressant zooitje, vooral na het overrompelende concert van Jonathan Wilson. (LdJ)
In de neobarokke Paradijskerk hoeven we ook geen ruige gitaarbands te verwachten. Eerder op de avond was de kerk het sfeervolle decor voor het aan Mumford & Sons, Laura Marling en Johnny Flynn verwante Matthew & The Atlas, in het uurtje voor middernacht mogen de tweelingzussen van Clean Pete er hun Nederlandstalige pop ten gehore brengen. De in Nijmegen opgegroeide zusjes spelen cello en akoestische gitaar en worden tegenwoordig bijgestaan door niemand minder dan Anne Soldaat, die de dames ontmoette toen hij hen als jurylid bij de Grote Prijs van Nederland moest beoordelen.
Vanavond speelt Clean Pete een reeks nummers van het dit jaar verschenen debuutalbum, Al Zeg Ik Het Zelf. Liedjes in de zuiverste vorm van het woord. Geen onnodige fratsen of gekunstelde, semi-poëtische teksten, maar haast kinderlijke pracht. Spitsvondige zinnetjes zorgen er keer op keer voor dat de kerkbezoekers een glimlach niet kunnen onderdrukken. Anne Soldaat mag bij Daryll-Ann dan wel gewend zijn aan prachtige tweelingsamenzang, stiekem zijn de harmonieën van de zusjes Loes en Renee veel mooier. De loepzuivere stemmen vinden elkaar feilloos en de heldere uithalen die geregeld door het middenschip van de Paradijskerk schallen weten het publiek doodstil te krijgen.
Waarschijnlijk de meest besproken act van Motel Mozaïque: De Griekse multi-instrumentalist Larry Gus. In zijn eentje staat hij op het podium in de hal van de Stadsschouwburg. Toevallige voorbijgangers blijven hangen, wat resulteert in een overvolle (en logistiek dramatische) overgang tussen de Grote Zaal en de uitgang van de Stadsschouwburg. Er wordt gedanst, gesprongen en gefeest op de elektronische tonen en de percussie van de bebaarde muzikant. Hij schreeuwt, jankt, zingt alsof zijn leven er van af hangt. Helemaal in zijn eigen wereld, geen oog voor het aanwezige publiek, alleen voor zijn eigen instrumenten. Een maniak, maar wat heerlijk om een muzikant zo op te zien gaan in zijn werk. Hadden we dit liever gezien in een donkere, zweterige, stampvolle Rotown? Misschien, maar dan was het aan veel mensen voorbijgegaan. Een slimme zet van het festival. (LdJ)
Na al deze serene rust en schoonheid is het na twaalven tijd om de heupen los te schudden. Het laatste optreden in de grote zaal van de Schouwburg valt volledig ten prooi aan Seun Kuti met zijn veertienkoppige Egypt 80. Kuti is de jongste zoon van de legendarische afrobeatpionier Fela Kuti en Egypt 80 was de begeleidingsband van zijn vader. Al op jonge leeftijd mocht Seun af en toe een nummertje meezingen op het podium van Fela's groep, en toen zijn vader in 1997 overleed nam hij op veertienjarige leeftijd het stokje over.
Voor degenen die op tijd naar huis moeten is het optreden van de jongste Kutitelg een swingend einde van het festival, voor degenen die nog tot in de vroege uurtjes doorfeesten alvast een spetterend begin van de nacht. Geen enkele band die de voorbije dagen op Motel Mozaïque stond, heeft het opstoken van het publiek zo natuurlijk onder controle als Kuti, die zijn lichaam - begeleid door stomende afropopklanken - werkelijk in elke positie kronkelt. Niet alleen is Kuti goed in kleurrijke danspasjes, hij is ook zeer bedreven op de saxofoon, en weet de ene na de andere spetterende solo uit zijn instrument te wringen. Wat wil je ook, als zoon van een van de grootste saxofoonhelden die de wereld heeft gekend? Tenslotte nog een eervolle vermelding voor de oude man aan de linkerkant van het podium, de onverwoestbare nestor die een uur lang stoïcijns en vrijwel onafgebroken met zijn stokje op een houten blokje aan het kloppen is. (TL)
http://www.kindamuzik.net/live/motel-mozaique/motel-moza-que-2014-de-zaterdag/24882/
Meer Motel Mozaique op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/motel-mozaique
Deel dit artikel: