Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Dag één was leuk, met hier en daar een verrassing. Dag twee is echter een opeenstapeling van hoogtepunten. Weinig Britten, maar veel goede optredens.
Aan Ra Ra Riot om te doen wat Braids een dag eerder niet lukte: de aandacht grijpen van binnendruppelend publiek in de Grote Zaal. Het lukt de sympathieke New Yorkers deels. Het begint leuk, met een paar aanstekelijke liedjes die van Vampire Weekend hadden kunnen zijn. Halverwege zakt het allemaal wat in en kabbelt de band wat richtingloos voort, maar door de laatste nummers (vooral hit 'Too Dramatic') lukt het ze om enigszins te blijven hangen. Door de twee niet geheel onaantrekkelijke dames met cello en viool is het optreden zowel muzikaal als uiterlijk goed te pruimen. Vooral de violiste zou er goed aan doen wat van haar enthousiasme, waarmee ze nogal wat paardenharen doet sneuvelen, over te brengen op haar bandleden.
De voor London Calling zo typische zweetwolk in het volgepakte bovenzaaltje komt voor het eerst opzetten tijdens het optreden van Dry the River [onderstaande foto]. Goed te beschrijven als rauwe baardenfolk. Vooral de bassist weet hoe je een goede baard trimt, zo lijkt het. De mooie folkliedjes worden live flink aangedikt met een behoorlijke muur van geluid, vooral afkomstig van een allesoverstemmende elektrische gitaar. Ook bij dit optreden is een viool betrokken, maar wat daar precies de toegevoegde waarde van is wordt niet duidelijk. Onvervalste folkrock zonder onnodige fratsen. De eerste zweetsnorren van deze avond in Paradiso zijn een feit.
Helaas lukt het de hipsters van Cults niet om de lichaamssappen vloeiende te houden. Vooral door de veel te harde bas vallen de ingewikkelde liedjes volledig in het water. De balans in de mix van dit optreden is ver te zoeken. Erg zonde, want de popliedjes die door het duo Brian Oblivion en Madeline Follin zorgvuldig in elkaar zijn gesleuteld komen zo totaal niet over. Uit pure ellende lijkt Oblivion er dan maar flink op los te raggen met zijn gitaar, om het optreden door middel van een bak noise van de nodige spanning te voorzien. Bij afsluiter 'Oh My God' is de balans gelukkig eindelijk op orde. Helaas te laat om alsnog van een goed optreden te kunnen spreken.
Bij de springerige muziek van The Crookes [onderstaande foto] valt op het geluid vrij weinig aan te merken. Deze keer geen trillende ingewanden door een veel te zware bas, maar door een enthousiast springend publiek. Spreek de naam van deze band snel en binnensmonds uit waardoor de 'r' wegvalt, en je hebt de bandnaam van de grootste inspiratiebron van deze vier jonkies uit Sheffield. Het eerste échte Britse gitaarpopbandje op deze editie van London Calling, waarvan je weet dat het goed met ze gaat komen. Beter laat dan nooit.
De eerdergenoemde zweetwolk bereikt zijn hoogtepunt bij het optreden van Cloud Nothings [onderstaande foto]. Aan alle kanten rammelende garagerock, met een gigantische pit als gevolg. Met een gemiddeld volume van zo'n 108 decibel is dit het luidste optreden tot dat moment. De nummers worden rommelig gespeeld, maar dat hoort bij de muziek. Even is Paradiso een volgepakte garage waar baldadige tieners elkaar in de haren vliegen. Een belletje van klagende buren lijkt slechts een kwestie van tijd. Niet te min een van de hoogtepunten dit weekend.
Want na Cloud Nothings stapelden die hoogtepunten zich op. Allereerst een meesterlijk optreden van de allesbehalve wilde Wild Beasts [onderstaande foto]. De kwaliteit van het geluid in Paradiso is gedurende het hele festival onderwerp van geklaag, maar Wild Beasts toont aan dat het gelukkig ook anders kan. Een band die precies weet wat hij wil en daardoor een optreden neerzet dat tot in de puntjes klopt. Ieder muzikaal detail is bewust en in de drie kwartier dat ze spelen komt alles wat zo goed is aan deze band naar voren. Rustiger nieuw werk wordt afgewisseld met steviger ouder werk. Het lijkt er zelfs even op dat het doorgaans zo rumoerige publiek in Paradiso even stil is. Vooral het ijzersterk opgebouwde 'End Come Too Soon', waarmee het optreden wordt beëindigd, is prachtig. Tactisch gekozen ook: dit had best wat langer mogen duren.
Het is vervolgens aan Cloud Control om het hoge niveau vast te houden. Een haast ondankbare taak voor het Australische viertal. Door de set te beginnen met een flink uitgebouwde en veel steviger versie van 'Meditation Song #2' lukt het de band om in ieder geval flink de aandacht te trekken. Cloud Control staat erom bekend live flink uit de bocht te vliegen en bevestigt dat meteen. Op plaat zijn de liedjes vooral doordacht en gemoedelijk, live is het luid, krachtig en zeer opzwepend. De band straalt plezier uit en dat klinkt door in de muziek. En die revanche waar we over schreven? Die heeft de band met dit optreden genomen. Proficiat!
De ultrahip geklede en van nichterig snorretje voorziene George Lewis jr. trekt Paradiso met zijn band Twin Shadow [bovenste foto] zo de jaren tachtig in. Het tempo ligt live vele malen hoger dan op het album en vaak zijn de liedjes pas herkenbaar als Lewis jr. begint te zingen. Zelfs het oorspronkelijk zeer trage 'Tyrant Destroyed' wordt live omgetoverd tot een opgefokt en dansbaar nummer. En eigenlijk is dat bij alle nummers wel het geval. De zware synths, de ijle stem van Lewis jr. en de stevige drumpartijen maken dit het opwindendste optreden van de avond. Met britpop heeft dit werkelijk niets van doen, maar dat is al lang geen ingangseis meer. Als Prince en David Bowie een kind hadden kunnen krijgen was het ongetwijfeld George Lewis jr. geweest.
http://www.kindamuzik.net/live/london-calling-festival/london-calling-zaterdagavond/21632/
Meer London Calling Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/london-calling-festival
Deel dit artikel: