Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Waar de vrijdag van London Calling, behalve een selectie grunge-acts, opmerkelijk weinig rockbands op het affiche had staan, is het tij op de zaterdag gekeerd. Royal Blood zet het festival op zijn kop met ruige Led Zeppelinrock, Telegram en Childhood brengen hypnotiserende glalrock en rock-'n-rollact Fat White Family zorgt voor het meest absurdistische optreden van het hele festival.
Singer-songwriter Matthew Daniel Siskin, beter bekend als Gambles, is een man die graag dichtbij zijn publiek blijft. Dat blijkt al wanneer hij zich aan het begin van de show in de bovenzaal met akoestische gitaar om de hals een weg baant door het publiek, om vervolgens in het midden van de kleine zaal zijn optreden af te trappen. Begeleid door zijn rauwe gitaaraanslagen en gestampvoet, bezingt Gambles in een halfuurtje allerlei vormen van misère, al toont hij zich tussen de nummers door wat minder zwaarmoedig dan de klassieke troubadour. Problemen met microfoons, ruis in de boxen en een lekkend flesje water zorgen bij de Amerikaan telkens voor hilariteit, in sterk contrast met de gepijnigde ziel die in zijn liedjes naar voren komt.
Als de achterste helft van de zaal met oorverdovend gebabbel duidelijk aangeeft niet erg onder de indruk te zijn van de Bob Dylan- en Tallest Man On Earthachtige folksongs van Gambles, heult de sympathieke zanger samenzweerderig met het voorste deel van het publiek, teneinde hen stil te krijgen. Tevergeefs: zelfs als hij zijn stemvolume beperkt tot gefluister hebben de barhangers niet door dat ze op zijn zachtst gezegd niet heel sociaal bezig zijn. Een klein smetje op een verder erg mooi optreden van iemand die een zwart schaap tussen alle energieke gitaarbands van vandaag zal blijken. (TL)
Bij de Londense band Telegram klopt alles: de leren jasjes, de puntschoenen, de op gelijke lengte geknipte lange haren van de bandleden en - niet te vergeten - de net iets te laag hangende snor van gitarist Matt Wood. Maar nog belangrijker dan Telegrams gevoel voor mode (of beter: antimode), is hun talent voor het maken van relevante muziek. En daarin overtuigt de vierkoppige band live volledig. Telegram is dan wel de opener in de grote zaal, maar dit is niet het soort band om eens lekker onderuitgezakt bij te gaan zitten koffiedrinken. Telegram is zowel muzikaal als qua rock-'n-rollperformance ontzettend energiek en hun muziek werkt door de krautinvloeden bovendien ontzettend hypnotiserend. Waar single 'Follow' trouwens nog erg Beatlesachtig en dus jaren zestig klinkt, laat de band in Paradiso horen dat de jaren zeventig eigenlijk een veel betere referentieperiode voor zijn muziek is. Telegram klinkt als een eigenzinnige mix van vroege jaren zeventigglam (Roxy Music) en protopunk (The Stooges) met late jaren zeventigpunk (The Ramones). Dat eigenzinnige karakter wordt versterkt door het sterke accent van de Welshe zanger Matt Saunders. Tel daar de no-nonsense punkdrums van Jordan Cook bij op, het bedoeld monotone baswerk van Oli Paget Moon en de galmende psych-gitaarklanken van Wood en ziehier: uw nieuwe Londense rock-'n-rollband. (JL)
Sinds The Bohicas bij het bekende Engelse Domino Records tekenden is er een flinke hype ontstaan rond het viertal uit Essex en Londen, dat Nederland duidelijk niet heeft overgeslagen. Al voor aanvang is er geen enkele mogelijkheid meer om de volledig met lichamen dichtgemetselde kleine zaal binnen te komen. Degenen die er wel in geslaagd zijn zich de zaal in te wurmen, worden voor de moeite beloond. The Bohicas overrompelen het publiek met hun energieke en frisse rock. Scherpe riffs vliegen constant om de oren en de zanger is, zoals het bij dit soort bandjes hoort, lekker arrogant. De muziek is dan misschien niet heel origineel, de band speelt wel lekker strak en energierijk en zet een prima optreden neer. Single 'XXX' walst prettig over de aanwezigen heen, die niks anders kunnen dan met de kopjes op-en-neer. Ze komen nog op Down The Rabbit Hole deze zomer, een mooie kans om dit eens met eigen ogen te zien. (TL)
De bandleden van zowel Telegram als het Zuid-Londense Childhood zijn tijdens het London Callingweekend potentiële bezoekers geweest van de vintagewinkels in de Amsterdamse Negen Straatjes. Waar de bandleden van Telegram echter hebben gezocht naar de strakke zwarte broeken en leren jassen, zijn de bandleden van Childhood eerder die types die de rekken met foute jaren tachtigbloesjes afstruinen. Én ermee wegkomen, want Childhood is stylish as hell. Waar het dragen van vintagekleding in de praktijk helaas nog al eens samengaat met het predicaat 'moeilijke hipster', komen de bandleden van Childhood in de grote zaal echter over als the nicest kids in town. Wanneer zanger Ben Rowans Hopcraft het festival bedankt dat zijn band er mag staan, geloof je hem en als hij zegt dat het de eerste keer is dat hij in Amsterdam is, is dat charmant. Zijn Robert Smithdansjes lijken bovendien niet 'bedacht', maar gemeend.
Muzikaal gezien brengt de band bovendien een overtuigende mix van psychedelica, Madchester en dromerige wave. Het echoënde gitaarwerk van Rowans brengt het beste van de Cocteau Twins naar boven en de hypnotiserende songs van Childhood overtuigen. Om te variëren op de psychedelische gitaarsound gebruikt de band zo nu en dan een synthesizer. Aan de muur van galm en psychedelica kleeft echter ook een nadeel: ze overstemmen soms de songs, waardoor de muziek na verloop van tijd dreigt te vervallen in eentonigheid. Totdat de band 'Solemn Skies' inzet, hun eigen 'I Am the Resurrection'. Hopcraft schreeuwt het uit en Paradiso is stil. Dit is goed. Als de band op hun deze zomer te verschijnen debuut nog iets meer sterke songs als 'Solemn Skies' weet te krijgen, kan Childhood zo eens Britain's next big thing worden. (JL)
Sommige bands blijken zonder dat je erbij stilstaat opeens ontzettend invloedrijk te zijn. Denk maar aan The xx, dat een hele revolutie aan minimale dreampop teweeg heeft gebracht. Staat datzelfde nu te gebeuren voor de postpunk en goth van Savages? Een eerste teken hiervoor is de aanwezigheid van de band Desperate Journalist op London Calling. New wave en gothrock met een kortgeknipte dame - Jo Bevan - als frontvrouw. Net als bij Savages is het grootste referentiepunt zonder enige twijfel Siouxsie and the Banshees. Waar Savages de perfecte betekenis geeft aan het woord 'gitaargeweld', kiest Desperate Journalist echter voor een iets melodieuzere aanpak, mede door de gevoelige en doordringende zang van Bevan.
In de bovenzaal resulteert dit in een indrukwekkende show, met als absolute hoogtepunten de singles 'Christina' en 'Organ'. Waar de bijdragen aan de popmuziek van bands als Within Temptation en Evanescence ervoor hebben gezorgd dat de term 'gothic' bij het grote publiek al snel wordt gelinkt aan commerciële, aanstellerige tienerpop, laat Desperate Journalist horen hoe gothrock ooit klonk in de jaren zeventig en tachtig. Nu is het aan hen om de naam 'gothic' in ere te herstellen. Aan de songs kan het niet liggen, want in de bovenzaal blijkt dat de band beschikt over een repertoire vol sterke nummers voorzien van donkere, snijdende gitaarpatronen. Een band to watch. (JL)
Lekker rockende tweemansbandjes zijn niet meer heel uitzonderlijk. We kennen The White Stripes natuurlijk, en ook The Black Keys en Blood Red Shoes. Maar waar die bandjes hun riffs vanuit de gitaar de wereld in slingeren, gooit de nieuwste Britse rocksensatie Royal Blood het over een andere boeg. Naast de strakke drums van Ben Thatcher is het de bas van zanger Mike Kerr die centraal staat in de muziek van Royal Blood, dat vanavond uitgroeit tot de sensatie van deze editie van London Calling. De bas van de af en toe wel erg als Jack White zingende Kerr klinkt niet zoals een bas normaal gesproken zou moeten klinken. Met de ogen dicht zou het net zo goed een (zwaar klinkende) gitaar kunnen zijn waarmee Royal Blood het publiek genadeloos terroriseert.
De sound zit ergens tussen The White Stripes en Queens of the Stone Age in, en nummers als 'Little Monster' en 'Out of The Black' zorgen ervoor dat de halve zaal wordt verzwolgen in een orgastische moshpit. Royal Blood was eind vorig jaar genomineerd voor de BBC Sound of 2014, en die belofte maakt het tot nu toe ruimschoots waar. Nu maar wachten op een eerste album, live zit het in ieder geval al hartstikke goed. (TL)
Het viertal Arthur Beatrice staat voor de lastige taak om de kort daarvoor door Royal Blood opgehitste grote zaal te overtuigen. Dat lukt maar mondjesmaat. Met klanken die doen denken aan een iets meer aangeklede versie van The xx sust Arthur Beatrice de zaal geleidelijk aan een beetje in slaap. Jawel, de basgrooves zijn soms om van te smullen, de stem van zangeres Ella Girardot is ook niet vervelend en de tropisch klinkende gitaar zou er normaal gesproken voor moeten zorgen dat de voetjes van de vloer komen.
Toch wil het vanavond allemaal nog niet zo vlotten, en dat komt vooral door het wat tegenvallende liedmateriaal. De meeste nummers beginnen fraai, maar worden vervolgens net iets te vlak uitgewerkt om vier à vijf minuten lang te boeien. Jammer, want de band heeft duidelijk wel potentie. Dat laat het bijvoorbeeld horen in single 'Midland', die echter ook na enkele minuten alweer een beetje begint te vervelen. Het is nu zaak om wat meer spanning aan te brengen, want het is tekenend dat de enige momenten van opwinding ontstaan wanneer Ella Girardot besluit haar heupen te wiegen op het samenspel tussen bas en gitaar. (TL)
Hypes en popmuziek: ze zullen tot het einde der tijden onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Soms duidt een hype rondom een band op the next big thing, soms op de vluchtigheid van de journalistiek. De show die het New Yorkse Public Access T.V. in de bovenzaal geeft, wijst tot op heden nog voornamelijk op dat laatste. Het nummer 'Monaco' zorgde ervoor dat de band werd opgemerkt door NME, waarna het balletje is gaan rollen voor de band uit Lower East Side in Manhattan. Ze zijn vers van de pers, want het optreden in de bovenzaal van Paradiso is pas hun zevende gig ooit.
Maar wat zit er achter die band van 'Monaco'? Wel nu, Public Access T.V. brengt dansbare rock die doet denken aan The Strokes, The Virgins en Tom Petty and The Heartbreakers. De in leren jasjes gehulde bandleden doen hun best, maar we kunnen de band nog niet betrappen op een song van vergelijkbare kwaliteit als 'Monaco'. Nu is Public Access T.V. natuurlijk nog maar net begonnen en is het überhaupt al een prestatie om te kunnen zeggen dat je je zevende optreden circa 5860 kilometer van huis hebt gedaan (en er ook nog voor betaald werd). Toch de band heeft nog wat meer killers à la Circa Waves nodig om deze potentie te kunnen omzetten in succes. (JL)
Allereerst een compliment aan London Calling voor de gewaagde tijd waarop het de Zuid-Londense sensatie Fat White Family heeft geprogrammeerd. Het is nagenoeg twee uur 's nachts, een pauze-dj is al bezig met een goedbedoelde hitmix en de grote zaal staat nog vol aangeschoten tienermeisjes die zijn gekomen voor die knappe zanger van The Neighbourhood. Een artistieke anti-band met een half ontblote, excentrieke zanger die met zijn hoofd een soort van absurde kippendans doet, lijkt niet het meest logische vervolg van de avond. Het publiek is dan ook even verrast wanneer Fat White Family zijn show vol vervreemdende rock begint.
Die verrassing slaat langzamerhand over in een feest van absurdisme, waarbij steeds meer handen vol overgave de lucht ingaan. Het percentage mensen dat het concert bovendien als aanleiding gebruikt om zijn eigen talenten te verkennen in het doen van krankzinnige dansmoves stijgt exponentieel. Maar er kan er maar één de beste zijn en dat is zanger Lias Saoudi. Hij schreeuwt, trekt een gezicht alsof hij zojuist onder een volle veewagen terecht is gekomen, beweegt als een bezetene en wordt daarbij begeleid door een agressieve, doch artistieke rockband.
Na het zien van Fat White Family weet je dat je iets bijzonders hebt bijgewoond. Hier staat geen rockband met vervelende stadiontrucjes. Hier staat een band met leden die een jaar geleden over straat liepen met een spandoek met "The bitch is dead", na het overlijden van Margareth Thatcher. Hier staat een linkse band en een groep die het aandurft om als volledige nieuwkomer uit te halen tegen 'rockgod' Alex Turner. Wat u zelf van die houding vindt, laten we over aan uw meningsvorming. Wat wij constateren is dat de wereld er een ware rocksensatie bij heeft. (JL)
Opvallend is dat de zaterdag van deze London Calling een opmerkelijk sterkere programmering had dan de vrijdag, die er met zijn affiche met bands als The Trouble of Templeton en Folly and The Hunter toch net iets te vaak naast zat. Het is dan ook geen wonder dat de vrijdag zo matig verkocht. Waar Wolf Alice en Jungle op die dag de kar moesten trekken, stond de zaterdag vol met hoogtepunten - met natuurlijk als absolute climax het overdonderende optreden van Royal Blood.
In ons verslag van de vorige London Calling schreven we al dat het gezicht van het festival wel ver te zoeken is en die kritiek blijft aanwezig. De hoge bezetting van Amerikaanse en Australische bands op London Calling blijft opmerkelijk, al helemaal gezien er in Groot-Brittannië na wat minder vruchtbare jaren plotseling weer zoveel sterke bands boven komen drijven. Een ander kritiekpunt is te geven op de mainstreamgehalte van het programma. Het is de vraag wat Top 40-acts als Folly and The Hunter, Ryan Keen en The Neighbourhood op een showcasefestival voor nieuwe indie te zoeken hebben. Sterke optredens van Royal Blood, Jungle en Fat White Family zorgen ervoor dat het over de gehele linie alsnog een redelijk geslaagde editie is geworden, maar het moet gezegd: het is wel eens spannender geweest tijdens London Calling. Het festival moet dan ook oppassen niet in de Lowlandsvalkuil van mainstreamprogrammering te trappen.
Met veel dank aan Willem Schalekamp voor de foto's
http://www.kindamuzik.net/live/london-calling-festival/london-calling-zaterdag-2162/25007/
Meer London Calling Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/london-calling-festival
Deel dit artikel: