Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Op een verregende vrijdag de dertiende taaide ik af naar het Patronaat in Haarlem, waar Lambchop op het hoofdmenu stond. Als exclusief voorafje kreeg ik het Nederlandse podiumdebuut van Diana Darby cadeau. Darby in een roze zomerjurk, die mijn nieuwsgierigheid had gewekt met twee juweeltjes van platen, Naked Time en diens opvolger Fantasia Ball, zat zomaar voor me op een barkrukje en met een elektrische gitaar op haar schoot. Omdat ze per ongeluk haar schoenen in het nabij gelegen hotel had laten liggen, speelde de broodmagere en bescheiden zangeres alleen op witte sokken. Een paar geleende, versleten sportschoenen was een stille getuige van Darby's performance. Voor die enkeling die bekend was met het werk van de Amerikaanse muze kwamen de breekbare liedjes niet als een verrassing. Darby's liedjes, die bijzonder fraai gezongen worden, maar met name voor buitenstaanders meestal eindeloos voortkabbelen, smeken de toehoorders om aandacht. In het Patronaat was de aandacht voor de support act ver te zoeken. Even kreeg ik een déjà vu naar de gratis zondagmiddagen van het Patronaat, waar de buurtbewoners met hun kroos en huisdieren langskwamen om gezellig te ouwehoeren. Hoe dan ook, twee nummers lang ging het goed bij Diana Darby in het Patronaat, maar daarna verloor men de interesse voor de ingetogen en monotone gitaarliedjes. Darby liet zich niet zo snel van de wijs brengen, speelde ongestoord verder en liet weten dat ze de coffeeshops in Nederland erg plezierig vond, maar aan haar gezicht en het verkrampte gitaarspel maakte ik op dat ze het geen eenvoudige opgave vond. Het was een teleurstelling om te horen dat haar liedjes overstemd werden door het gebabbel van het publiek, maar misschien komt haar revanche nog wel eens als men de moeite neemt om een hele plaat van Diana Darby uit te zitten. Achteraf kocht ik nog wel de miniplaat Diana Darby's Last Words to Planet, een gelimiteerde en persoonlijk door haar gesigneerde cd in een kartonnen hoesje waarvan er slechts 125 zijn gemaakt. Ik kreeg nummer 8.
Kurt Wagner, de sympathieke chef van buitenbeentje Lambchop (foto), het nu tien man tellende orkest uit Nashville, droeg ook deze keer zijn baseballpet met gepaste trots. Op het podium van het Patronaat was maar net genoeg plek voor de willekeur aan execentrieke muzikanten. Er was de moppentappende en vaak aangeschoten pianist, Tony Crowe, die ditmaal een wel heel flauwe grap had over een man met drie wensen en een sinaasappelhoofd. Natuurlijk, de immer charmante, gitaar spelende en saxofoon blazende Deanna Varagona ontbrak ook niet in het kleurrijke gezelschap. Anders dan hun shows waarin de duo-albums No, You C'Mon en Aw C'mon centraal stonden, verwenden Kurt en kornuiten de trouwe aanhang met een knallende rockshow, een dwarsdoorsnede van hun tienjarige carrière en maar liefst twee zeer uitgebreide toegiften. De eerste encore bevatte onder meer een venijnige cover van The Stranglers' 'Get a Grip on Yourself', waarbij Kurt in alle enthousiasme van zijn kurk omhoog schoot en spontaan het bier uit z'n flesje lanceerde. Als dat geen pure rock-'n-roll was, dan waren The Stranglers nooit een punkband geweest. In de tweede toegift kwam Lambchop weer tot bedaren met hun broeierige country-noir en het warme, aanlokkelijke stemgeluid van Kurt Wagner. Eigenlijk was hun hele show daarvoor een mengelmoes van alles-en-nog-wat. Zo was er jazz-Lambchop in het tweede, instrumentale nummer, Curtis Mayfield-achtige funk-soul-Lambchop in Thriller-songs als 'Your Fucking Sunny Day' en 'Hey, Where's Your Girl?' en natuurlijk de sprookjesachtige, bijwijlen patriottische zwijmelcountry van hun laatste elpees, Nixon en de eerder genoemde duo-albums. Kortom: iedereen had wel één maar vaak meerdere Lambchop-favorieten langs zien komen. De enthousiaste reacties vroegen om meer en de band wist ook niet van ophouden. Een dik anderhalf uur speelden de publiekslievelingen in het ruimteschip, zoals Billy Joe Shaver een paar weken daarvoor het Patronaat-podium noemde. Dit was het Lambchop zoals ik ze graag zie: soms stevig rockend, om daarna flink gas terug te nemen en te verdrinken in een kalme zee van geluiden. Ze blijven geniaal, al miste ik juist die spitsvondigheid, geniale krankzinnigheid en dat oprechte enthousiasme op hun laatste elpees. Maar vanavond hadden ze dat weer helemaal teruggevonden.
foto uit het archief, genomen tijdens Motel Mozaïque
http://www.kindamuzik.net/live/lambchop/diana-darby-lambchop/6939/
Meer Lambchop op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/lambchop
Deel dit artikel: