Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Het festival moet duidelijk nog op gang komen wanneer de eerste bands beginnen. De deuren zijn nog maar een halfuurtje open (foutje organisatie?) en de grotere zalen zijn nog niet toegankelijk wanneer Electric Tears in de kleine Marathonzaal beginnen. Het viertal speelt inwisselbare gitaarrock zonder echte vonken. Opwindend is het geen moment, vooral omdat de toetseniste het geluid aan alle kanten dichtsmeert met obligate riedeltjes. Het tijdstip en het weinige publiek verhogen de feestvreugde ook niet. (AR)
Een makkelijke opener is hij niet, die Broeder Dieleman [foto hieronder]. De lange Zeeuw zingt in het dialect liedjes over zijn overleden moeder, zijn gereformeerde opvoeding en het Zeeuwse land. Onder begeleiding van een banjo, een akoestische gitaar en een zangeres in een kort rokje krijgen zijn folkliedjes een beklemmend en spookachtig randje. Maar zwaar op de hand is het allerminst, al was maar om zijn droogkloterige en relativerende grappen tussen de liedjes door. "Zo, nu zijn jullie allemaal katholiek", grijnst Dieleman tevreden, nadat hij de zaal uit volle borst heeft laten meezingen met een ontroerend mooi liedje over de maagd Maria. (BB)
Eins, Zwei & the Parallel Cinema kijken niet op een bandlid meer of minder. Het gezelschap brengt een ode aan de undergroundtegenhanger van de Indiase Bollywoodfilms. Met onder meer een koor, cello, sitar en dubbele drums is het zowel visueel als muzikaal een spektakel. Het begint met drie danseressen in prachtige kledij die een traditionele dans uitvoeren. Daarna gaat het muzikaal van licht bombastische popliedjes tot serieuzer klinkende waverock in de lijn van Arcade Fire. Zwaar op de hand is het niet, de muziek ligt gemakkelijk in het gehoor en het enthousiaste publiek zingt al snel mee. De toevoeging van Indiase klanken en het koor maken het echt bijzonder en het optreden is een vroeg hoogtepunt.
Op de valreep van 2012 kwam het Zwolse The Horse Company met één van de beste Nederlandse indiepopplaten van het jaar, waarin de band zijn rootsverleden koppelt aan gelaagd gitaarwerk en vooral sfeer. Op het podium doen de bandleden er met een krachtig geluid een stevige schep bovenop. De gitaar overheerst en de heren gaan volledig op in hun spel. Hierbij spelen ze het plaatmateriaal niet klakkeloos na, ze rekken het eerder uit en vullen het aan. Door het hoge geluidsvolume gaan de nuances hierin soms enigszins verloren, maar het wordt zeker geen geluidsbrij. De Nederlandse podia hebben er een opwindende liveband bij. (AR)
In de foyer trekken The La La Lies zich gelukkig niks aan van het onbeholpen introductiepraatje en ze rocken alsof het 1967 is. De Alkmaarse groep speelt lekker gedreven in de lijn van de British Invasionbandjes, vooral het vroege werk van The Kinks biedt een aardige referentie. De band heeft een prettig rauw geluid en krijgt de foyer mee met opzwepende nummers. Het is niet allemaal even sterk en na verloop van tijd krijg je een beetje de indruk dat The La La Lies stiekem steeds hetzelfde liedje aan het spelen zijn.
De afgeladen Marathonzaal staat in het teken van rammelende gitaren en de tweede band die er speelt voldoet precies aan die voorwaarde. Palio Superspeed Donkey harkt zich lekker slordig door zijn gitaarliedjes heen, zoals het een goede garageband betaamt. De met een fikse vetkuif uitgedoste zanger klinkt alsof hij net een verkoudheid achter de rug heeft en het kwartet haalt de inspiratie voor de elementaire gitaarpop net zo makkelijk bij Arctic Monkeys als rechtstreeks uit de sixties. Een aanstekelijk leuk bandje. (BB)
In de Patio trekken Mister & Mississippi [foto hieronder] zich niks aan van de sfeerloze uitstraling van de tent. Het jonge viertal heeft aan de eigen, prachtige dreamfolk genoeg om een pastorale sfeer te scheppen. Tijdens de nummers - overgoten met lichte galm - tonen de bandleden hun muzikale en speltechnische vernuft door schitterende samenzang en enorme ideeënrijkdom. Ze kunnen net zo makkelijk een ingetogen folkliedje spelen als uitbundig rocken. Wanneer ze dit binnen één nummer doen en subliem opbouwen van melancholiek gitaargetwinkel in de geest van The Durutti Column naar verzengende shoegaze, weten ze ontzettend diep te raken. Mister & Mississippi geeft een adembenemend mooi optreden en is het absolute hoogtepunt van Noorderslag.
Zo ongeveer elke band op Eurosonic gaat met een prijs naar huis, zo veel met veel interessantdoenerij omgeven awards zijn er. Ook op Noorderslag is er dit jaar weer veel discussie over wie de Popprijs gaat winnen. Een leuk tijdverdrijf, maar het slaat eigenlijk nergens op om een met veel tamtam omgeven prijs toe te kennen aan iets subjectiefs als muziek. En dan dat achterlijke biergooien tijdens de uitreiking, kan dat niet eens stoppen? Een zogenaamde, quasi-lollige traditie die helemaal geen traditie is, want het ontstond ooit uit protest tegen winnaars als Marco Borsato en 2 Unlimited. Racoon [bovenste foto] wint de prijs dit jaar. Na de twee prima eerste platen met vitale gitaarrock, ontwikkelde de band zich richting ietwat belegen poprock. Met een degelijk en gevaarloos optreden bevestigt de sympathieke band dit. (AR)
Jacco Gardner [foto hieronder] lijkt zich niks aan te trekken van het abominabel slechte geluid in de Marathonzaal. Dat is nog niet zo makkelijk, want zijn liedjes leunen op subtiliteiten die in het kleine zaaltje nauwelijks opvallen. Het doet er niks aan af dat Gardner piekfijne liedjes schrijft. Zijn licht psychedelische pop voelt aan als een bloemlezing uit de Nuggets-box, de heilige graal van de garagerock. Bij Gardner alleen geen gruizige gitaren, maar tingelende orgeltjes, klavecimbels en mellotrons. Dat de hype rondom de band uit Hoorn de landsgrenzen overgaat, is goed te begrijpen: de psychedelische jarenzestigliedjes klinken als een klok.
Even later gaan de jonge honden van Mozes & the Firstborn vrolijk verder met het reciteren uit diezelfde Nuggets-box, al is de oerpop van de Eindhovenaren een stuk rauwer en elementairder dan wat van Jacco Gardner brengt. Het is er niet minder leuk om. De fuzzy beatpop klinkt zeer aanstekelijk en is exemplarisch voor de garagerevival die momenteel door Nederland gaat. (BB)
Na de komst van een nieuwe toetsenist was het ineens over met de sexy garage dance van Daily Bread [onderste foto]. Toch houden de talentvolle Friezen het dansen vast, maar nu met stevig op New Order en The Cure lijkende synthwave. Kimberly van der Velden is donker en stijlvol gekleed en een ventilator laat haar blonde haren flink wapperen. Haar iets te lievige vocalen lijken in het begin niet echt bij dit beeld van podiumdiva te passen. Naarmate het optreden vordert, gooit ze de schroom van zich af en neemt ze de rest van de band op sleeptouw in de sfeervolle maar ook lichtvoetige muziek. Dit mondt uit in een uitbundig dancenummer in de stijl van Underworld waarmee Daily Bread de hele zaal meekrijgt. Knap gedaan. (AR)
De trotse vaandeldrager van de Nederlandse garagescene is zonder twijfel Traumahelikopter. De Groningers worden letterlijk op handen gedragen als de gitarist over het publiek crowdsurft. Terwijl het systeemplafond wordt gesloopt, bewijst Traumahelikopter een van de meest urgente en gedreven bands te zijn die je momenteel kunt treffen. Het trio raast in een krap half uurtje door alles heen wat leuk is aan rock-'n-roll met twee gitaren en een piepklein drumstel. De even vuige als elementaire rock barst uit zijn voegen van de energie en knipoogt naar Jay Reatard, aan wie een liedje wordt opgedragen. Vrijdag schijnt het in een lokale parkeergarage nog beter te zijn geweest, maar in het dampende Marathonzaaltje geeft Traumahelikopter met afstand het beste.optreden.van.de.avond. Zonder tosti's uit te delen of vergelijkbare onzin uit te halen. (BB)
Rond twee uur in de nacht is een tijdstip waarop iets moois kan ontstaan tussen een harde gitaarband met wortels in de hardcorepunk van bands als bijvoorbeeld Madball en een publiek dat in kennelijke staat wel in is voor een feestje. De met snorren en lange haren getooide stripfiguren van John Coffey weten hoe dit werkt en schoppen meteen kont in energieke nummers. Een moshpit ontstaat al snel en ook de eerste crowdsurfers vliegen door de Kelderzaal. Natuurlijk gaat het de band in eerste instantie om de energie en het veroorzaken van een prettige chaos. Maar er komt geen enkel slecht nummer voorbij en de met een fijn gevoel voor zelfrelativering gezegende zanger heeft een heerlijk rauwe keel. John Coffey is ideaal om elk ingedut festival wakker te schudden.
SKIP&DIE mag het licht uitdoen tijdens Noorderslag 2013. En dat gebeurt met verve. De opzwepende muziek leunt weliswaar nogal zwaar op de fratsen van de elektronicaman, maar is opwindend en origineel. Een breed palet aan stijlen komt langs zoals electro, hiphop, dubstep en kwaito. Zangeres en publiekophitster Cata.Pirata's reis door Zuid-Afrika heeft de band muzikaal goedgedaan, want SKIP&DIE heeft zich prima ontwikkeld tot een opwindende liveband die op grotere podia en zonovergoten zomerfestivals niet zou misstaan. (AR)
Foto Racoon door Jelmer de Haas
http://www.kindamuzik.net/live/eurosonic/noorderslag-2013/23581/
Meer Eurosonic op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/eurosonic
Deel dit artikel: