Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Op dag drie van Europees muziekfestival Eurosonic wordt het niet Amerikaanser dan bij Tiny Legs Tim en dat is een verademing. Tussen alle hippe gitaarbandjes en electromeisjes is de kneiterauthentieke americana zonder opsmuk en pretentie. Samen met zijn band gaat de Belg aan de countryblues, compleet met slides, mondharmonica en staande bas. Wat je krijgt is een lekker wrak honky-tonk-geluid, met toefjes rockabilly en veel blues. Tegen het einde gaat het gas er nog even extra op en verliest de band zich in een stampende bluesgroove. Een ronduit fijn begin van de avond.
De overstap naar het ultrahippe geluid van Jeanne Added kan nauwelijks groter. De Française en haar band zijn druk in de weer met bakken synths, galmdrums en een basgitaar. De electropop die daaruit voortkomt is meeslepend en intrigerend. Dat eerste vooral doordat de trage, bezwerende electro knap wordt opgebouwd en vaak uitmondt in een behoorlijk dramatische eighties-popclimax. Intrigerend is het vooral dankzij de spannende en emotionele zang van Jeanne zelf. (BB)
In Huis de Beurs speelt de Zweedse gitaarband Yast. Het viertal oogt nonchalant, is nogal doordeweeks gekleed en maakt nauwelijks contact met het publiek. Kortom: het gaat om de muziek. En die is best goed, met fijn golvende liedjes in de lijn van Teenage Fanclub en Ducktails. Toch is de zang nogal matig en voert het viertal de songs bij momenten een beetje wrakkig uit. Wie daar doorheen luistert, hoort uitstekende liedjes.
Uit Italië komtSacri Cuori [foto hieronder]met filmische americana die raakt aan Ennio Morricone en ook een beetje aan The Cramps. De vier bandleden gaan hun gang met fijne gitaarsolo's en uitstapjes naar surfrock. Leuk, maar niet heel bijzonder. Totdat na een paar nummers Carla Lippi het podium opstapt. De charismatische zangeres brengt peper in het optreden door het publiek te bespelen met verwilderde blikken, verleidelijke dansjes maar vooral een hele goede stem. Daarnaast verschuift de songkeuze richting bluesrock, zodat een opwindend optreden ontstaat.
Een jonge Fransman met Braziliaanse roots staat alleen en blootsvoets op het podium. Hij draagt een soort hippieduster en hult zich in het duister. Zijn artiestennaam, Dream Koala, past daarbij. Wat hij allemaal op zijn kamertje uitspookt mag Joost weten, maar hij komt er met uitstekende muziek vandaan. Uit zijn laptop komen chillwave, r&b en drum-'n-bass. De zwoele zang en het soms naar postrock neigende gitaarspel brengt hij wel live voor het voetlicht. Alle nummers zitten gevarieerd en vernuftig in elkaar. De zeer getalenteerde Dream Koala is een kleine verrassing: geef hem een band en een groter podium en het komt allemaal goed. (AR)
Zo ergens bij toeval naar binnen wandelen kan heel leuk uitpakken. Soms ook niet. Dat laatste is helaas het geval bij Dagny. [foto hieronder] Want ondanks al hun enthousiasme en inzet hebben de Noorse zangeres en haar band vrij weinig te bieden. Veel verder dan het spelen van vrolijke middle-of-the-roadpop voor huisvrouwen komen ze niet. Best aardig gedaan, maar volstrekt inwisselbaar en obligaat.
Ondanks het splinternieuwe gebouw is een plasje doen op de wc's van studentensociëteit Vindicat nog steeds een frontale aanval op je zintuigen. Het is er, net als in het oude gebouw, ongelofelijk smerig en er zijn genoeg mensen die er niet naar binnen gaan. In het zaaltje zet het IJslandse Muck ook de aanval in, met een ontiegelijke bak herrie. De band haalt het uit de hardcore en screamo en raast over het podium in korte, snelle nummers met felle schreeuwzang. Maar onder al die agressie zit ook een strakke, inventieve band die lomp hakwerk knap afwisselt met melodieuze en melancholische hooks. Geen gemakkelijke kost, maar wel goed. (BB)
Colm Mac Con Iomaire richtte ooit de Ierse folkrockband The Frames op. Vandaag staat hij solo in de Der AA Kerk en de composities zijn wederom folkgedreven, met een hoofdrol voor het barokke vioolspel van Iomaire. Minimalistischer dan The Frames spelen hij, een keyboardspeelster en twee gitaristen sterk op het gemoed werkende composities. De innemende Iomaire vertelt graag aan het publiek over wat hem bezighoudt en hoe hij tot een nummer komt. Hoewel de liedjes enigszins inwisselbaar zijn, is het een sterk beeldend en bij vlagen indrukwekkend optreden.
Op Eurosonic stikt het dit jaar van de dromerige meisjes die, al dan niet staand achter een keyboard, al even dromerige muziek op het publiek loslaten. Goede bedoelingen genoeg, maar vaak is het spanningsloos. De Zweedse Josefin Öhrn heeft hier ook een handje van, maar is zo verstandig om krautrock en psychedelica toe te voegen. In de hoedanigheid Josefin Öhrn and The Liberation gaat het er op het podium nog iets ruiger aan toe met stevige rockinvloeden. Met een prima zangstem, een mysterieuze uitstraling en nummers die alle kanten opgaan, houdt ze de aandacht vast. Wanneer toetsen en gitaren met elkaar verweven raken, is de band op zijn best.
Bachar Mar-Khalifé doorliep het conservatorium van Parijs en dat is te horen aan de spitsvondigheid waarmee hij muziek maakt. Zo kan een klassiek pianostuk zomaar overgaan in een stevige rockuitbarsting. Mar-Khalifé is een virtuoze pianist en de Arabische zang is prima, maar de jonge bassist en drummer weten ook van wanten. Het trio brengt mooi opgebouwde, uitgesponnen composities waarin van alles voorbij komt: pop, Arabische muziek, jazz of hiphop bijvoorbeeld. De ongrijpbare en virtuoze muziek van Bachar Mar-Khalifé is een hoogtepunt vandaag. (AR)
De bovenzaal van de Spieghel is ondertussen propvol gelopen voor Desert Mountain Tribe, een trio met een flinke lading dope achter de kiezen. In de lijn van The Velvet Underground of, recenter, The Black Angels neemt de band een snoekduik in de duistere psychedelica van de jaren zestig. Met een schuurpapieren gitaar, een stuwende bas en een zanger die vast zit in een bad trip creëert het drietal een hallucinant gitaargeluid, waarop het heerlijk wegdromen is. Vooral de tempowisselingen en de melodieën uit de vervormde bas houden het spannend. Na drie kwartier bedwelming wordt je plots weer wakker in de gewone wereld.
Beneden kan het altijd nog iets harder, volgens de Pink Street Boys [bovenste foto]. Naar eigen zeggen de hardste band van IJsland en dat zou best eens kunnen. De vijf zien eruit als hooligans op oorlogspad en ze klinken als punkers die de setlist van Oblivians hebben gejat. In wezen is het punk, maar door een flinke injectie van rock-'n-roll, blues en zelfs een beetje soul krijgt elk liedje iets melodieus en spannends en stijgt het ver boven de middelmaat uit. Na drie kwartier raggen baadt iedereen in het zweet en piepen de oren. De Pink Street Boys zijn de energiekste en misschien wel leukste band van de avond. (BB)
Een stel jonge Fransozen uit Parijs noemt zich Forever Pavot en wat ze laten horen is zeer boeiend. Ze maken retrofuturistische muziek in de lijn van The Soundcarriers, compleet met klavecimbel, dwarsfluit en percussie. De band put uit easy listening, jarenzestigpsychedelica, acidjazz, library music, obscure soundtracks en Turkse folk. De heren stralen plezier uit en nemen het publiek mee naar een B-film uit de jaren zeventig, zonder daarbij lichtzinnig te worden. Want daarvoor is de band gewoon te goed. Forever Pavot stoft op zeer opwindende wijze een aantal vergeten muziekgenres af.
Het hardere muziekspectrum komt er ook dit jaar maar weer bekaaid af op Eurosonic. Maar in Vindicat speelt Briqueville. De Belgen dragen maskers en gewaden, wat past bij de slepende doommetal in de lijn van Earth. Natuurlijk staat het geluid hard - maar toch vooral helder - afgesteld, zodat je fijn kan wegzweven op de naijlende gitaargruis in de lijn van sunnO))). Toch neigen de zeer vakkundig gespeelde, zware klanken nog het meeste naar postrock in de lijn van Red Sparowes. De zaal loopt langzaam leeg, maar de kracht van de riff overwint altijd. Een compromisloze band als Briqueville kon Eurosonic wel even gebruiken. (AR)
Na drie dagen Eurosonic is de balans moeilijk op te maken. Het is een bruisend festival voor aanstormende bands en die zie je meer dan genoeg. Het talent, de inventiviteit en de ambitie om het te maken zie je overal terug, al is het wel eens spannender geweest op muzikaal gebied en zijn er ook acts die door de ondergrens zakken. Maar van een aantal bands weet je nu al dat je ze dit jaar op allerlei shows en festivals gaat terugzien. Het is ook de ontmoetingplek voor de Europese muziekindustrie en daar zit de schaduwkant van het weekend. Want in hoeverre wil je spreken van een muziekfestival als zakendoen zo belangrijk is?
De optredens zijn voor sommigen de soundtrack om een netwerkbiertje bij te drinken en bandjes moeten dealen met een vaak ongeïnteresseerd publiek. Voor een ander is het festival de kans om te horen over die ene productmanager die dat bandje zo knap heeft weten te neer te zetten. En misschien dat dit voor jouw bandje ook wel werkt. Het is misschien naïef om te vinden dat marktdenken en popmuziek strikt gescheiden werelden moeten zijn. Dat zijn ze ook nooit geweest, maar het zakelijke denken lijkt wel steeds bepalender te worden. En of je dat moet willen... (BB)
[Foto's Pink Street Boys, Sacri Cuori, Dagny en Josefin Öhrn door Josephine Kurvers. Foto Briqueville door Renate Beense]
http://www.kindamuzik.net/live/eurosonic/eurosonic-2016-de-vrijdag/26488/
Meer Eurosonic op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/eurosonic
Deel dit artikel: