Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Eurosonic blijft maar groeien. Naast het officiële programma kun je ook zonder polsbandje steeds vaker terecht in de talloze cafés van Groningen om bands te zien. Groningen is hard op weg om begin januari het festival SxSW achterna te gaan. Toch is de woensdag nog steeds de rustige opstart zonder veel wachtrijen bij zalen.
Een van de meest getipte bands van Eurosonic speelt als eerste: Temples. [foto links] Toch staat de zaal niet vol voor de retrorock van de jonge Britten. De zanger lijkt precies op Marc Bolan en daar is waarschijnlijk goed over nagedacht, net als over de jarenzestiglooks van de andere bandleden. Muzikaal is het al even steriel: Temples klinkt als Tame Impala light en de band overschrijdt nergens grenzen. Het volume van het weliswaar helder afgestelde geluid is te laag om je bij de strot te pakken. Alles draait om de bij momenten fraaie zangmelodieën, de rest van het geluid slaat na de eerste rijen publiek al dood. Temples schrijft aardige nummers, maar zal hopeloos verzuipen op een groter podium. (AR)
In Vera trapt de uit Noorwegen afkomstige Mikhael Paskalev af. Paskalev - met snor en muts - beklimt het podium met een blij kijkende band en hun even zoet als glad klinkende folk zit in het vaarwater van Paul Simon en Jack Johnson. Bezoekers bij wie het glazuur niet acuut van de tanden springt, zien een folkband die bij momenten zo gelukkig klinkt dat je denkt dat je op de EO-Jongerendag bent beland, in plaats van in één van Nederlands mooiste muziekzalen.
Even verderop, in de Shadrak, klinkt het Belgische Raketkanon minstens even subtiel als de naam doet vermoeden. De Vlamingen gaan volledig los met een felle mengelmoes van hardcore, noise en sludge. Het krijsende zwijn op zang wordt naar het slachthuis begeleid door energiek rossende gitaren en diepe bassen die voor knappe tempowisselingen zorgen. Het bijzonder strak en inventief klinkende Raketkanon zet een sterk optreden neer en laat de snel volgestroomde kroeg zweten uit alle poriën. (BB)
Hoe anders is dat in De Spieghel. Bij de eerste nummers van Pascal Pinon [foto rechts] vraag je je af waarom dit helemaal uit IJsland moet komen overvliegen. De zolderkamerfolk van het ontwapenende damestrio klinkt aanvankelijk weinig origineel, maar wanneer ze basgitaar, keyboard, drums en de IJslandse taal toevoegen, wordt de minimalistische muziek interessant. De zweverige, beeldende klanken doen denken aan de sfeervolle collagepop van Trouble Books, zodat dagdromers uiteindelijk toch nog hun hart ophalen.
Uit Griekenland komt Baby Guru. Gewapend met keyboard, basgitaar en drums gaat het trio weinig subtiel te werk met de erfenis van Kraftwerk en The Doors. De zanger gooit al zijn drama in de strijd en de drummer is eveneens niet vies van een stevig potje bombast. Echt sterke nummers ontbreken maar de muziek heeft wel iets ongrijpbaars. Zeker wanneer het neigt naar repetitieve synthwave. Dan klinkt het als een eenheid en weet de band toch te boeien. (AR)
Het Grand Theatre is een van de mooiste locaties van Eurosonic en een prima plek voor de jonge IJslander Asgeir Trausti en zijn band, die uit maar liefst zes man bestaat. Hij omlijst akoestisch gitaargetokkel met knisperende elektronica en onverstaanbare IJslandse zang. De slim gebruikte elektronica voorziet de muziek van een lome, triphop-achtige vibe, die het optreden de moeite waard maakt. Al blijf je je wel voortdurend afvragen of die zeven mensen op het podium wel genoeg te doen hebben tijdens het optreden.
Nee, dan Wolvon: dat bestaat maar uit drie leden, maar zij zorgen wel voor het vermoedelijk hardste optreden van de avond. De Groningers spelen hun thuiswedstrijd in een matig gevulde kroeg, voor een voornamelijk lokaal publiek. Jammer, want ze spelen wonderlijk goed. Hun gierende noiserock spat van het podium. Achter het overstuurde gitaarwerk ligt een stevig fundament van wave en postrock. Het is vooral de drummer die bepalend is: met fantastische timing en inventieve ritmes stuurt hij de muziek alle kanten op die hij wil en zorgt voor een prachtige dynamiek. De show stelen gaat Wolvon net zo makkelijk af als de trommelvliezen beschadigen. (BB)
Terwijl de rij wachtenden voor het nieuwe muzikale wonderkind Jake Bugg steeds langer wordt, is de zaal akelig leeg voor aanvang van Talbot [foto links] uit Estland. Het tweetal maakt dan ook geen publieksvriendelijke muziek, maar eveneens op de trommelvliezen werkende doommetal. Het handjevol bezoekers dat wel komt kijken, wordt getrakteerd op een verzengend optreden. De zwaar getatoeëerde drummer rijgt de ene break aan de andere en vindt zelfs nog tijd om te grunten. Het tweede bandlid wisselt dit af met dramatisch geladen zang, gortdroog basspel en spookachtige keyboardtonen. Het is uitermate knap om met zijn tweeën zulke gelaagde en lang uitgesponnen muziek uit de krochten van de ziel omhoog te laten komen. (AR)
Bij Sinaii herleven de jaren zeventig. De Finnen halen hun inspiratie uit de krautrock waarmee Can zo'n veertig jaar geleden furore maakte. Met een afgemeten en hypnotiserend doordenderende ritmesectie als basis, krijgen de in bakken feedback gedrenkte gitaren en keyboards alle gelegenheid om los te gaan. Sinaii is meer rechtdoorzee dan de krautrockers van vroeger: geen vreemde fratsen met wereldmuziek en geluidscollages, maar gewoon lekker rocken. Niks meer en niks minder.
Bij French Films [foto onder] in Vera draait alles om de jaren tachtig. De kersverse winnaars van een EBBA Award klinken als een garageversie van The Cure. Met aanstekelijke liedjes weten de fris van de lever spelende Finnen de Grote Zaal behoorlijk in beweging te krijgen. Hoewel niet alles even sterk is, zitten er meer dan genoeg mooie liedjes verstopt in de bakken galm en fuzzgitaren. (BB)
Een meer nerdy ogend gezelschap dan het Duitse Fenster zul je op Eurosonic waarschijnlijk niet aantreffen. Met als blikvanger de enige dame in de band die oma's grote bril heeft geleend. Uiteraard valt deze gaandeweg het sterke optreden van haar hoofd. Fenster maakt korte, fragmentarische nummers waarin de bandleden volop aan knoppen draaien, op een floortom slaan, ijl zingen, gitaren beroeren en keyboards mishandelen. De souplesse waarmee het viertal doorlopend van instrumenten wisselt, maakt het visueel eveneens spannend. Spelen met songstructuren is dan ook wel aan de Duitsers besteed en hierbij halen ze ondertussen surfmuziek en dreampop door de experimentele mangel. Fenster is een zeer aangename verrassing.
Phantom [foto top] komt uit Finland en is al protegé van The xx. Muzikaal zijn er zeker overeenkomsten, zoals de borrelende elektronicageluiden. Die Tommi Koskinen tevoorschijn tovert door met zijn handen een ufo-vormige lampenkap te bezweren alsof het een moderne theremin is. Hanna Toivonen is een uitstekende zangeres die laveert tussen het duistere van Massive Attack en het uitbundige van Lamb. Ze vertelt het publiek voordurend hoe geweldig ze het wel niet vindt op Eurosonic en hiermee helpt ze haar eigen mysterie om zeep. Het geluid is te dun om ook achter in de zaal te kunnen bekoren en hoewel Phantom interessante muziek maakt, is de band nog lang niet aan grotere zalen toe. (AR)
Klaarblijkelijk doen de meeste mensen het op de eerste festivaldag nog even rustig aan en vertrekt men al vroeg. Bij The Excitements zijn ze in elk geval niet en dat is berezonde, want de soulkikkers uit Barcelona zorgen voor een hoogtepunt in het maar halfvolle Huize Maas. De strak in het pak gestoken band speelt volledig in dienst van de charismatische zangeres Koko-Jean Davis, die verdacht veel lijkt op een jonge Tina Turner. Ze heeft een strak glitterjurkje aan en ze zingt minstens even goed als ze eruitziet. De loeistrakke band speelt tijdloze soul, zoals Ike, Tina en Aretha dat ook ooit deden. The Excitements verdienen veel meer publiek en gelukkig mogen ze nog een keer optreden tijdens Eurosonic. (BB)
http://www.kindamuzik.net/live/eurosonic/eurosonic-de-woensdag/23574/
Meer Eurosonic op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/eurosonic
Deel dit artikel: