Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Daar stonden ze dan, tien over negen, voor een tot de nok gevuld Vorst-Nationaal. dEUS! Afspraak met het spannendste en meest onvoorspelbare hoofdstuk uit de Belgische popgeschiedenis.
Geen inderhaast opgetrommeld, obscuur bandje als voorprogramma, wel het in deze regionen hoog aangeschreven en alom gerespecteerde Elbow. De Mancunians blijven ook na drie platen een boeiende groep die voortdurend in beweging lijkt en bepaalde wetmatigheden vakkundig aan de laars lapt. Toch weten ze het gros van hun songs vrij toegankelijk te houden en hebben ze met Guy Garvey een uiterst charismatische zanger in de frontlinie. In Brussel was het vooral onder impuls van diens emotioneel diepgravende stemgeluid dat de duizenden verkleumde lichamen alsnog warmte en geborgenheid toegestopt kregen. Natuurlijk komt het kwintet veel beter uit de verf in zalen (de AB bijvoorbeeld) die perfect op hun maat gesneden zijn, maar in afwachting van gOD konden we ons geen betere binnenkomer wensen.
De komst van dEUS naar Vorst ontketende zoals bekend een zelden geziene strijd om tickets. Enig gezond verstand is nooit een overbodige luxe, dus rezen her en der terechte vragen in welke mate de vlammen zouden oplaaien tussen de onbetwistbare protagonisten van de Belgische rock en de onderkoelde bunker. De warse, eclectische muziek die dEUS kenmerkt en onderscheidt van de rest, is echter allesbehalve (o heer zij geprezen!) bestemd voor massaconsumptie en zet zich daardoor alleen al stellig af tegen de - op het premenstruele syndroom geënte - prefab van Kelly Clarkson en godbetert, James Blunt. Niet toevallig namen die laatst op hetzelfde podium als dEUS stonden of dat heel binnenkort zullen doen.
Ondanks de lang niet zo evidente combinatie sloegen Barman en zijn discipelen glorieus diepe kraters in het reusachtige zaaloppervlak. Perfect was het niet, meeslepend des te meer. In twee uur tijd riep het vijftal de meest tegenstrijdige emoties op; zowel melancholie als euforie eisten hun plaats op in de set. Vooral de energie en schwung waarmee dEUS door de set raasde, was treffend. Tom Barman mag zich in de handen wrijven met rasmuzikanten als Mauro Pawlowski (gitaar), Alan Gevaert (bas) en Stéphane Misseghers (drums) aan zijn zijde. En dan is er uiteraard nog Klaas Janzoons om te allen tijde de atonale knuppel in het tot chaos herschapen hoenderhok te gooien.
dEUS speelde strak, bezield en beperkte de oneffenheden tot het strikte minimum. Dat was in het verleden wel eens anders. Enkel ‘Put the Freaks up Front’ verzonk enigszins in de geluidsmix en ook notoire monumenten als ‘Roses’ en ‘Nothing Really Ends’ hadden de grootste moeite om de ongelijke strijd met de massieve betonconstructie in hun voordeel te beslechten. Op de songkeuze viel overigens weinig aan te merken: de trage slepers werden zoals voorspeld uit de set geweerd – geen ‘Magdalena’ of ‘Magic Hour’ dus. Enkel de twijfelachtige optie voor het fletse ‘Rock Chick’ (van Magnus) was voor discussie vatbaar. Een onweerlegbaar zwaktebod, in tegenstelling tot ‘Assault on Magnus’, dat de overstap van de dansvloer naar een rockpodium wel gracieus doorstond.
Anderzijds uitschieters bij de vleet, al leek het publiek zich daar bij momenten niet altijd van bewust. Het is en blijft een vreemde vaststelling: het adagium ‘sant in eigen land’ mag dan ontegensprekelijk van toepassing zijn op deze coryfeeën, iets meer toewijding had het concert en de (ietwat gelaten) sfeer beslist geen schade berokkend.
Maar we hadden het over de hoogtepunten. Gaande van de onversneden, geraffineerde pop in ‘Instant Street’ en ‘Little Arithmetics’, over de broeierige kakofonie van ‘Theme from Turnpike’ (met een excellerende Mauro in de rol van Satan) en ‘Worst Case Scenario’, tot venijnige smeerlappen van rocksongs als ‘Sun Ra’ en ‘Bad Timing’. Knap hoe deze nieuwe songs uit Pocket Revolution zich staande wisten te houden naast parels uit de eerste drie dEUS-platen. ‘Via’ bijvoorbeeld, met succes terug in het liverepertoire opgenomen, of het als uitsmijter bewaarde ‘Hotellounge’, waarin Barman – ‘Requiem pour un Con’ fraserend – het niet naliet Serge Gainsbourg een passend eerbetoon te schenken.
Uiteraard zat iedereen vol ongeduld te wachten op dat ene moment waarop het kot onvermijdelijk in de fik schiet. En ja hoor, ook nu bleek geen enkel rampenplan toereikend om de woeste ravage van ‘Suds & Soda’ (met flarden ‘Sabotage’) naar waarde te schatten. De verstilde weemoed van ‘Serpentine’ maakte de harmonie in de mensenzee er enkel groter op.
dEUS kwam, zag en overwon. Het was in de AB niet anders, nu bezweek ook Vorst en de uitkomst van Werchter laat zich evenzeer raden. Ongezien op Belgische bodem, Barman & co., én een unicum in Europa. Wie durft nu nog hardop te beweren dat dEUS een overschatte band is?
Fotos uit het KindaMuzik archief.
http://www.kindamuzik.net/live/deus/deus-12139/12139/
Meer dEUS op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/deus
Deel dit artikel: