Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De afgelopen jaren hadden Den Haag, Enschede en Antwerpen hun eigen Crossing Bordereditie, maar wegens geldproblemen en de snelle groei van het festival in Den Haag is dit jaar besloten om op te houden met de 'filialen' in Enschede en Antwerpen. Dit betekent dat de organisatie zich voor dit jaar enkel hoefde te richten op de editie in de hofstad, wat ervoor zorgt dat zowel de muzikale als de literaire line-up van het festival ontzettend goed in elkaar zit. KindaMuzik richt zich uiteraard op het muzikale gedeelte van Crossing Border, dat dit jaar naast enkele big shots op solotour, zoals Jeff Tweedy (Wilco) en Thurston Moore (Sonic Youth), wat fraaie onbekendere namen op het affiche heeft staan. (TL)
De tot Heartbeat Hotel omgedoopte zaal is al vroeg gevuld met heren en dames die zich aanstonds verkneukelen om de intieme, theatrale ambiance. Tafeltjes, stoeltjes, kroonluchters en een fluwelen, dieprood gordijn. De sfeer zit Norma Jean Martine als gegoten en ze wint de zaal al snel voor zich met haar charmant-dronken podiumverschijning. Jazz, country en een iets te hese, rokerige stem voor haar eenentwintig jaar. Aardig is het alleszins, maar wie uit is op meer spanning en vertier mag op zijn honger blijven zitten. Het wordt er niet bepaald beter op wanneer de band achter het gordijn verdwijnt en mevrouw een soloniemendalletje uit haar gitaar wringt. En al snel dwalen de ogen in halfslaap af richting buurman of buurvrouw of het gordijn. Ranja-whisky met een rietje, vooruit.
Over naar Trampled by Turtles [foto hierboven] , dat met het vlas in de baard en de strakbesnaarde instrumenten diep in de vuist weinig tijd nodig heeft om de zaal tegen de vlakte te spelen. Na een traag begin, dat het publiek nochtans eerbiedig en geduldig aanhoort, gaat het vat pas goed open. Het Groot Amerikaans Liedboek komt in al zijn veelzijdige glorie langs - walsjes, hooischuurstampers, tranentrekkers en instrumentaal vuurwerk - de band klapt het er met eenzelfde virtuositeit uit. Het applaus neemt gedurende het concert enkel toe in volume. Ook wanneer de ruwbehaarde violist uit zijn hout een solo draait die voor ten minste drievierde uit onoorbaar gegil bestaat, gaan de handen op elkaar. Het vuur op de koontjes neemt zowel op het podium als in de zaal alleen maar toe, totdat Trampled by Turtles met een laatste zwaai als een splinterbom van licht en lawaai uit elkaar spat, stroboscoopgeweld incluis. Een nostalgische vuistslag. (RS)
Jocie Adams stond al tweemaal op de planken tijdens Crossing Border, beide keren met het Amerikaanse indiefolkgezelschap The Low Anthem. Vorig jaar stapte ze uit deze band om op eigen houtje verder te gaan en nu keert ze met haar nieuwe project, Arc Iris, terug naar de Koninklijke Schouwburg. Tussendoor heeft ze zich ook nog even gewijd aan haar carrière als NASA-onderzoeker. Een pienter vrouwtje dus deze Jocie Adams, en ook haar muziek zit vol met slimmigheidjes. Helaas zorgen invloeden van onder meer Grizzly Bear, St. Vincent, jazz en klassiek niet voor een erg gebalanceerd geheel en wordt het publiek om de tien seconden om de oren geslagen met nieuwe melodieën en ritmes. Bij vlagen zorgt het samenspel van drums, cello en contrabas voor swingende stukjes, maar veel vaker is de focus geheel weg en schiet de muziek alle kanten op.
De wel erg theatrale Adams is voor de gelegenheid gekleed in een strak goudbruinen pakje en ziet er af en toe nog het meest uit als een frivool rondhupsende Teletubbie. Ze trekt haar beste Björk- en Joni Mitchellimitaties uit de kast, al klinkt haar stem soms net wat te schreeuwerig en schel om echt te behagen. Tijdens het van-de-hak-op-de-tak-springende 'Swimming' lopen velen dan ook zonder gêne weg na weer een cabareteske uithaal die op het randje zit. Helaas voor hen gooit Arc Iris er hierna nog een verstilde en driestemmige uitvoering van 'Might I Deserve to Have a Dream' uit, een fraai folknummer met knipogen naar The Low Anthem. Muzikaal is het maffe allegaartje wel, maar voor de volgende keer zou Adams er misschien beter aan doen nét wat minder ideetjes in één nummer te proppen.
Na een tussenstukje met gedichten komt gastvrouw Ellen Deckwitz - die alles aan elkaar lult - op het podium om het publiek voor te stellen aan 'de lookalike van die ene bebaarde vent uit The Hangover die muziek maakt alsof een engeltje je trommelvliezen met Labello aan het insmeren is.' Een pakkende omschrijving voor de op een zachte manier in slaap sussende soloset van Samuel Beam, ook bekend als Iron & Wine [foto hierboven]. Waar hij voor de laatste albums steeds meer muzikanten om zich heen wist te verzamelen stapt hij vanavond even van het bandgeluid af. Geen karakteristieke slidegitaar dus en ook geen banjo, de vriendelijke baardman lost het op met enkel een akoestische gitaar om zijn nek. En een flesje spawater om zijn stem mee te smeren, want zonder verdere instrumentatie komt het vooral aan op het goed functioneren van zijn stembanden.
Solo komen de sfeervolle verhalende folksongs van Iron & Wine nog beter tot hun recht en dat komt met name door de met passie doorspekte dynamiek die de man uit South Carolina in zijn muziek weet te leggen. Lange verhalende songs als het formidabele 'The Trapeze Swinger' ("Het is goed dat jullie zitten, want dit gaat even duren") en 'Lover's Rock' - op album jazzy en druk maar hier intiem en klein gehouden - worden hierdoor geen moment saai. Zoals van tevoren aangekondigd heeft Beam geen setlist en hij vraagt dus om verzoeknummers. Uit de duizenden titels die worden geroepen kiest hij natuurlijk wel juist de liedjes die hij al wilde spelen. Halverwege komt Jesca Hoop er nog even bij om Beam te ondersteunen met haar ontspannen stem, maar eerlijk gezegd heeft hij haar niet nodig: de nummers die hij in zijn eentje speelt zijn stukken mooier. Zoals het adembenemende en grotendeels a capella gezongen slotnummer 'Flightless Bird, American Mouth', wat na een bescheiden "Thank you, you've been great" wordt onthaald met een staande ovatie. (TL)
En dan is er Courtney Barnett [foto hierboven]. Alsof ze net uit bed gekomen is: het haar voor de ogen, een slobbergordijn om het lijf en de gitaar op halfzeven. Wat nu? Een uiterst aangename, draderige bak herrie. De gitaren klinken wrang, hard en vies en meer dan eens verzandt de band in een uitgesponnen geluidsbrij. Enigszins onthecht en monotoon draait Barnett haar teksten af, een begenadigd zangeres zal ze niet worden. Dat wordt echter ruimschoots gecompenseerd door de even achteloze als opgewekte nummers. En, niet te vergeten, haar prachtig nasale Australische accent. Honing voor het oor. 'Avant Gardener' wordt zelfs al onthaald met een voorzichtig herkenningsapplaus. Staat genoteerd: Courtney Barnett. Eentje om in de gaten te houden.
Een stel vrolijke drinkbroeders zijn het, The Felice Brothers [foto hieronder]. En een zootje ongeregeld. Net als de nummers. Nog meer dan op plaat is er slechts sporadisch een touw aan vast te knopen. Niet alleen het touw is los, de sfeer is nog losser. Het is ten slotte tien uur. Het moment waarop de alcohol hoofd en harten warm maakt en de armen net wat sneller de lucht in gaan dan pakweg drie uur 's middags. The Felice Brothers maken van dit alles dankbaar gebruik en vullen moeiteloos een krap uur met dronkemansgebral. Het trekorgel wordt van stal gehaald, evenals grootmoeders wasbord. Er wordt geschreeuwd, er wordt gezongen, er wordt gejoeld en de armen gaan nogmaals de lucht in. Een lauwwarme, liederlijke bedoening. Pakkende nummers? Geen idee. Alles wordt met eenzelfde lapmantel van beschonken enthousiasme en wilde armgebaren aangekleed. Dat is leuk voor degene met genoeg biertjes achter de kiezen en al snel te veel van het goede voor de kalme genieter. Het voorzichtig bacchanaal is niet voor iedereen weggelegd. (RS)
De onbetwiste headliner op deze eerste Crossing Borderdag is niemand minder dan de frontman van Wilco: Jeff Tweedy. Samen met zoon Spencer bracht hij enkele maanden geleden onder de naam Tweedy [foto hieronder] het album Sukierae uit. Deze plaat staat bomvol liedjes in de alternatieve countrytraditie van pa Jeffs Uncle Tupelo en Wilco, maar is door enkele psychedelische twists en een sterk staaltje songschrijverschap afwisselend genoeg om zich als semi-soloplaat te onderscheiden. Vanavond passeren veel van deze nummers de revue in een set die in tweeën is gesplitst. Eerst wordt Jeff (met spijkerbloesje) begeleid door Spencer (ook met spijkerbloesje) op drums, de als een Goodfellas-gangster geklede Darin Gray op bas en gitarist Jim Elkington, die de zware taak heeft Nels Cline te doen vergeten. En dan zit ergens achterin ook nog bezige bij Liam Cunningham weggemoffeld, een ventje van ongeveer dezelfde leeftijd als Spencer die ondanks zijn positionering achter de versterkers een belangrijk onderdeel van de band is. Zij spelen de paar sterkste nummers van Sukierae, waarvan het lichtjes ontsporende 'Diamond Light Pt. 1' ook live de absolute knaller is.
Na het eveneens sterke 'Low Key', dat ook zomaar op de laatste Wilcoplaat had kunnen prijken, wenst Spencer pa met een knuffel succes en vervolgens verlaat hij samen met de overige muzikanten het podium. Het publiek begint nu pas écht enthousiast te worden, want Jeff trekt een blik open met een paar van de bekendste Wilconummers. Aangemoedigd door juichsalvo's gooit Tweedy senior er prachtige akoestische versies uit van klassiekers als 'I Am Trying to Break Your Heart', 'You & I', en 'Jesus Etc'. Hij is overigens niet helemaal tevreden over het Haagse publiek. Nadat hij vroeg in het optreden al iemand op de eerste rij om onduidelijke redenen tijdens een nummer uitkaffert en na het maken van een klein foutje een 'Boeh' om zijn oren krijgt – "Did you just boo me?" - merkt hij op dat het gros van de zaal erg chagrijnig kijkt. "I don't care if you're fucking Dutch, you're people, so cheer the fuck up!." De plotse tirade lijkt het speelplezier niet de nek om te draaien, want nadat zijn bandmaten zich weer bij de zanger hebben gevoegd volgen nog een paar nummers waar het plezier en de energie vanaf spatten, mede dankzij de erg aanwezige bassist. Zoals het recalcitrante 'I Don’t Want to Be Understood', waarin Tweedy met de armen over elkaar driftig zijn teksten spuwt, en de prachtige afsluiter 'California Stars'. (TL)
Openingsfoto is Vashti Bunyan (niet besproken).
http://www.kindamuzik.net/live/crossing-border/crossing-border-2014-de-vrijdag/25497/
Meer Crossing Border Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/crossing-border
Deel dit artikel: