Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Dit jaar weinig echte publiekstrekkers op het affiche van Blue Highways. Maar de countryminnende kenners weten dat deze achtste editie enkele verrassingen herbergt en dat er vanavond maar liefst drie supergitaristen in huis zijn. Aan het einde van een lange avond kijken we terug op een zeer geslaagde editie, eentje met meer pit en peper dan gewoonlijk. Vredenburg gaat binnenkort tegen de vlakte. Goddank herrijst er snel een nieuw gebouw, want het unieke Blue Highways bewijst nog jaren mee te kunnen.
Ramsey, Dayton en Gonzalez
Met een potje cool waar je u tegen zegt, opent Bo Ramsey om vier ’s middags het festival. Stranger Blues heet de recente plaat van de veteraan van de buikschuivende cowboyblues en die is erg lekker. In de grote zaal tergt en treitert Ramsey het publiek met nóg langzamere uitvoeringen van pozijn sfeervolle songs. Alsof we in Mississippi in zinderende hitte op een grindpad staan. Ramsey laat Pieta Brown, getooid met een enorme Kim Gordon-zonnebril, op slide het vuile werk opknappen, om zelf met wat stoere showbeweginkjes de eerste rij te vermaken. Een veel te vroeg hoogtepunt van de dag. Later speelt dezelfde groep in de kleine zaal met Brown in de rol van singer-songwriter. Het cleane fender-geluid waarmee Ramsey de hoeken en gaten van Browns liedjes vult is om te zoenen zo mooi.
“Als je verrast bent dat je de Road Kings [foto rechts] nog eens kunt zien spelen,” grapt Jesse Dayton, “weet dan dat dit ook voor mij geldt.” Dayton heeft zijn jeugdvrienden bijeengeroepen om voor deze gelegenheid – en om een nieuwe verzamelaar te promoten – weer eens ouderwetse rockabilly te spelen. De Road Kings zijn de redneck-variant op The Paladins en het leuke is dat Dayton zijn kunsten vertoont onder toeziend oog van Dave Gonzalez, die straks met de Hacienda Brothers optreedt. Met Bo Ramsey zijn dan meteen de drie gitaargoden van de dag genoemd.
Gevoelige luisterliedjes
Vredenburgs kleine zaal is een paradijsje voor liefhebbers van gevoelige luisterliedjes. ’s Middags is het er muisstil bij het optreden van singer-songwriter Stephen Simmons, een zeer religieus opgegroeide jongeman uit Tennessee. Songtitels als 'Drink Ring Jesus' (van zijn gelijknamige debuut) en 'Forgive Me Father' bewijzen dat de serieuze Simmons nog niet van zijn geloof is gevallen. Begeleider Dave Coleman zorgt voor harmonieuze samenzang en duellerende gitaren. Doordat Simmons niet uit zijn schulp kruipt en weinig contact met de toehoorders zoekt, blijft het bij een keurige voordracht.
Debutante Diana Jones weet daarentegen snel het publiek in te pakken. De vergelijking met Gillian Welch, dé ontbrekende artiest op het lijstje van Blue Highways, is onmiskenbaar. Jones, een vrouw van middelbare leeftijd in strak mantelpakje, wordt bijgestaan door een jongeman op gitaar en mandoline en zingt de sterren van de hemel in nummers over pyromanen en omgekomen mijnwerkers.
Po'Girl bestaat vooral uit vier jonge dames die folk en meervoudige zang mengen met invloeden uit de pop en soul. De dames zijn de traditionele tegenhanger van de Dixie Chicks. Behalve viool en gitaar spelen ze ook op wasteil en klarinet. Dat de gesmeerde liedjes bij een groot publiek aanslaan, is niet zo vreemd. Wel is het opvallend dat het doorgaans kritische Vredenburg-volk hiermee wegloopt.
Rock-‘n’-roll
De hoogbejaarde Hayden Thompson [foto links] heeft er zin in: zijn schoenen zijn netjes gepoetst en er steekt een rode zakdoek uit zijn jasje. Even kijkt hij streng de zaal in waarin hij maar weinig vrienden ontwaart uit de jaren vijftig, toen hij in de legendarische Sun-studio liedjes opnam. Alles aan Thompson en zijn strak spelende band ademt Memphis uit. De grijze vetkuif van de lichtschuwe Thompson wappert op de maat van de stuwende bas en teksten als "We are gonna rock-'n-roll tonight and everything is gonna be alright" zijn heerlijk simpel, zoals rockabilly hoort te zijn. Geen twijfel over mogelijk dat hier een legende staat.
Shooter Jennings kan zeggen dat hij de zoon van een legende is en daar moet het voorlopig maar even bij blijven. Om duidelijk te maken dat hij het anders doet dan pa Waylon jaagt Shooter ’s nachts de laatste gasten de grote zaal uit met iets wat het midden houdt tussen southern rock en hardrock. Jammer dat zijn band zo weinig inventief is. Tegen de tijd dat Shooter aan zijn countrysongs begint, staan nog slechts enkele diehards te luisteren.
Hoofdacts?
De band die met Chip Taylor [foto rechts] op het grote podium staat, is om van de smullen. Dat geldt niet alleen voor de blonde violiste Kendal Carson. John Platania bijvoorbeeld doet mee op het legendarische Moondance van Van Morrison. Taylor fungeert als een soort grijze showmaster die veel praat en af en toe met een oubollig countrydeuntje komt aanzetten. Aan het einde speelt hij natuurlijk 'Wild Thing', wat hij zelf schreef maar wat anderen bekend maakten.
Joe Ely staat op hetzelfde grote podium met accordeonist Joel Gruzman en bassist Glenn Fukunanga. Deze Bruce Springsteen van het zuiden is een rasechte vakman die opgroeide met de Highway 61 in zijn achtertuin. Ely, van plan om twintig cd’s te maken de komende vijf jaar, brengt vanavond uiterst beheerst zijn eigenzinnige tex-mex aan de man. Niet in uitbundige feeststemming kiest Ely voor een langzame aanpak in nummers als 'Treat Me Like a Saturday Night'. Jammer dat Eric Tucker van de Road Kings niet even achter het onbemande drumstel kruipt.
Bescheidener van legende zijn de met cultstatus rondlopende Danny & Dusty, oftewel Dan Stuart en Steve Wynn. Zij willen de dagen doen herleven van de Paisley underground toen zij groot waren in Green On Red en The Dream Syndicate. Het kolderieke gedrag van Danny, die als pillenfreak Shaun Ryder (Happy Mondays) over het podium waggelt, doet lang afbreuk aan de show. Dusty is beter bij de les en weet de boel te keren tot een lekker nostalgisch optreden, niet meer en niet minder.
Pakken vooraf bedachte hoofdacts als Joe Ely en Danny & Dusty niet echt spectaculair uit, dat doen de Hacienda Brothers wél. In Chris Gaffney hebben ze een zanger in de traditie van Charlie Rich, warm en soulvol dus. Troefkaart is Dave Gonzalez, die niet alleen de gemeenste én zuiverste gitarist van de dag is, maar ook een showfactor van belang. De songs van de Hacienda Brothers zijn door countrysoul-legende Dan Penn gekneed. Het resultaat op het podium is een bloedgeile reeks soulsongs met countrysnik. Yee-haw!
http://www.kindamuzik.net/live/blue-highways/blue-highways-6024/15283/
Meer Blue Highways Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/blue-highways
Deel dit artikel: