Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Voor de meeste achteloze bezoekers is het even schrikken als het schorremorrie van Slim Cessna's Auto Club de tiende aflevering van Blue Highways aftrapt. Vanmiddag is de zon snel ondergegaan, om plek te maken voor dreigende donderpreken, woest stampende countryrock en homo-erotische taferelen. Er staat een hele band op het podium uitgestald. Toch gaat de aandacht vooral uit naar twee cowboyvoormannen die elkaar de hele tijd innig omarmen en veelvuldig op de knieën gaan. Gitzwarte hallelujaklanken en stuiptrekkingen van de bandleden werken even aanstekelijk als angstaanjagend, getuige ook de oudere toeschouwers die het snel op een lopen zetten. Dit optreden zou op een later tijdstip nog veel beter kunnen uitpakken.
Singer-songwriter Tom Freund [foto rechts] is een oude bekende voor bezoekers van dit soort festivals. Deze keer speelt hij zowel akoestische gitaar als contrabas. De bescheiden man met hoed maakt grapjes en speelt ontwapenende liedjes die onmiddellijk de zonnige sfeer van Venice Beach en Santa Monica oproepen. Tot zijn eigen verbazing luistert men ook aandachtig naar de meest intieme kampvuursongs, zoals het dromerige 'Comfortable in Your Arms' van zijn nieuwe cd Collapsible Plans. Toch zijn die strandliedjes doorgaans erg tam en braaf. Af en toe zou je deze beste man een schop onder de kont willen verkopen. Er lopen al meer dan genoeg Jack Johnsons rond.
Highway Prayer is geen opvallende, maar ook geen onaardig album. De keuze voor een gezelschap als Twilight Hotel is zonder meer een logische. Dat het tortelduifjesduo Dave en Brandy op het podium zo ontiegelijk klef is, kan je als organisatie ook niet meteen weten. De foyer blijkt geen geschikte plek om te flikfooien. De nodeloos trage en experimentele countryrock weet nauwelijks enige vorm van emotie los te maken bij het nieuwsgierige publiek. Zelfs het herkenbare 'Million Miles' van Bob Dylan lijkt alleen aan dovemansoren gericht.
Dan kan je beter een feestact als Rockin' Billy & His Wild Coyotes [foto onder] in de foyer loslaten. Ria Valk komt nog net niet opdagen, maar het flink bezwete trio dat onder de plakplaatjes zit en gelukkig weinig ouwehoert, slaagt er moeiteloos in om de jaren vijftig te doen herleven. Natuurlijk zijn er van dit soort bands dertien in een dozijn te vinden. Toch blijkt rockabilly ook nu weer de juiste remedie voor wat leven in de brouwerij.
Dat leven is welkom, want halverwege de dag zakt de boel in door de enige programmeerfout met gezapige gevolgen: te veel vrouwelijke singer-songwriters achter elkaar: Robyn Ludwick, Romi Mayes en Marybeth D'Amico. Eerstgenoemde is het zusje van hoofdact Bruce Robinson en verreweg de meest authentieke van het drietal. In kniekousen en een roze jurkje dat haar jonger moet laten lijken dan ze is, mag Robyn Ludwick [foto rechts] wel de Eefje Wentelteefje van de country genoemd worden. Maar met dat afwijkende uiterlijk, haar boosaardige blik, een krachtige stem en bovenal creatieve songteksten is zij de enige ontroerende act van het festival. In 'Monte Carlo' weet zij op wonderlijke wijze humor en emotie te combineren in de liedregels: "But darlin' I love you like cowboys love to fight / Like the rednecks love the Saturday night."
De twee dames die haar opvolgen weten niet te raken. Marybeth D'Amico speelt een dreinerige set, die van Romi Mayes is stukken meer opzwepend door alle gekte van begeleiders The Weber Brothers [foto linksonder], met de springerige, fors bebakkebaarde toetsenist Shai Peer als doorgeslagen aansteller. Mayes wisselt countryballades, spook- en fuifnummers met vocaal gemak af, maar heeft een te onopvallend, grootstedelijk uiterlijk. Zij mist het plattelandse karakter en de eigenzinnige teksten van Ludwick. Haar set mag dan muzikaal divers zijn, het zijn de acts die zich puur tot één genre beperken (rockabilly, countryballads, bluesrock en bluegrass), die de meeste indruk maken.
De slungelige doch vriendelijke reus Bruce Robison speelde een paar jaar geleden ook al op Blue Highways; toen droeg de ongeschoren countryzanger waarschijnlijk hetzelfde vormloze spijkerjackje en bruine cowboylaarzen. Erg spectaculair is zijn optreden ook deze keer niet. Robison voorziet vooral in een bepaalde behoefte. Blue Highways zou niet compleet zijn zonder Texaanse singer-songwriters, maar grote namen als Guy Clark, Willie Nelson en Lyle Lovett moeten de weg naar Leidsche Rijn nog zien te vinden.
King Clarentz, die je kort door de bocht een zwarte Seasick Steve zou mogen noemen, is ook weer een act die zich onomwonden bij één genre houdt. Zijn grijze, bezeten drummer en hij brengen snoeiharde bluesrock, waaronder geile covers van Son House over treinen die in en uit tunnels rijden. Even indrukwekkend als het hijgerige gitaar- en drumspel is het charisma van het duo. King Clarentz is bijna zestig, maar de man met de mohawk en hoge laarzen speelt en zweet als een jonge hengst.
In de zaal wordt tegelijkertijd aanzienlijk minder stampij gemaakt en wat flauwtjes afgesloten met soulzanger Terry Evans. De muzikant maakt een mix van soul, r&b en gospel, met liedjes als 'Creditcard Blues' vol kinderlijke humor. Evans heeft als sessiemuzikant gespeeld met John Lee Hooker en Ry Cooder en luistert graag naar BB King. Vandaar ook zijn nette cover van 'The Thrill Is Gone', een passende titel voor zijn show en de tamme status van het publiek. Evans en band spelen strak, maar zijn soulstew is een wat zouteloze maaltijd om zo laat nog op te dienen.
Evenzo flauw zijn de karig belegde hamburgers die de bezoeker te eten heeft. Het festivalvoer is daarmee het enige on-Amerikaanse element van Blue Highways. Al kun je de hekkensluiters Blue Grass Boogiemen ook on-Amerikaans noemen. De groep komt immers uit Utrecht en is daarmee de eerste Nederlandse act in tien jaar op het americanafestival. Een eer die de sympathieke band met zijn hyperactieve covers van onder meer Hank Williams en Bill Monroe verdient. Ondanks herkomst lukt het deze groep behoorlijk om authentiek Amerikaans te klinken. De knauw van bassist Aart Schroevers kun je nauwelijks Hollands noemen. Door om en om viool, banjo, bas, gitaar en mandoline te laten domineren houdt de band de set gevarieerd. Daarmee weten de Blue Grass Boogiemen als een van de verrassingen op deze tiende editie van Blue Highways het - door een aantal minder pittige acts en duffe burgers - ingedutte en gammel geworden publiek nog een laatste keer op te peppen.
http://www.kindamuzik.net/live/blue-highways/blue-highways-2009/18457/
Meer Blue Highways Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/blue-highways
Deel dit artikel: