Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Het WK voetbal gaat ook niet ongemerkt aan Best Kept Secret voorbij. Vrijwel alle Belgen op het festival, en dat zijn er toch behoorlijk wat, lopen in een shirt van De Rode Duivels of hebben de nationale driekeur op hun wangen geschminkt, want hun elftal speelt op de laatste dag van het festival een wedstrijd. Het verhoogt de toch al uitermate ontspannen sfeer. Een verslag van dag drie.
Echte podiumidioten tref je niet zo heel veel meer tijdens optredens. Maar Pink Eyes van de Canadese hardcorepunkband Fucked Up is er wel eentje. Nou ja, op het podium is hij niet zo vaak te vinden. Eerder tussen het pogoënde publiek waar hij een meterslang snoer nodig heeft om de achterste rijen te bereiken. Het lukt en als hij weer terug rent naar voren, beginnen zijn maten alweer aan een nieuwe song in de lijn van Wire, waarin hij al zijn frustraties over bijvoorbeeld overgewicht of te warme zomers kan botvieren met wakkerschuddende schreeuwzang. Fucked Up breekt de dag op Best Kept Secret.
Heavy Times maakt het soort garagerock waar ze in Vera te Groningen wel pap van lusten. Gewoon gas erop en zonder opsmuk gewoon lekker spelen, dat stralen de vier Amerikanen uit. En lekker spelen kunnen ze. Gelijk Cosmic Psychos bestaat de basis uit een dreinende bas en dito drums, waaruit soms twangy en soms gruizige maar altijd melodieuze gitaarlijnen opdoemen. De gitarist roept vol spot en nogal overdreven dat hij van het publiek houdt. Het tekent de no-nonsensehouding van de band, die er al na een halfuur mee ophoudt. Net zoals hun plaat waarschijnlijk.
Uit Amsterdam komt Maydien het publiek verblijden met een op momenten zwoele combinatie van hiphop en soul. En net als Roosevelt gisteren is Maydien de juiste band op de juiste plek, namelijk het podium bij het strand. Hij heeft een complete en uitstekende band meegenomen die vakkundig beats, drums, gitaar en toetsen met elkaar verweeft tot een relaxed geheel. Maydien zelf rapt en zingt vloeiend op de dansbare klanken, die er bij het enthousiaste publiek ingaan als koek. Maydien mag zelfs nog een toegift doen. Terecht, want hij geeft het beste feelgoodoptreden van het festival.
De zon schijnt, en The 1975 [foto links] speelt op het hoofdpodium. Het viertal uit Manchester speelt britpop die het midden houdt tussen The Verve en The Stone Roses, maar dan met songs van mindere kwaliteit. Toch is er op dit tijdstip van de dag weinig aan te merken op dit concert. Het kabbelt wat, met af en toe een gitaarsolo. Maar wie maalt daar om met uitzicht op een meertje en een biertje binnen handbereik?
Rats on Rafts uit Rotterdam mag invallen voor een band die uitgevallen is. En de schatbewaarders van de nederwave doen dat met verve. Contact met het publiek is er nauwelijks, daarvoor hebben de heren het te druk met hun gitaren. Het is een mooi beeld om de drie gitaristen met gebogen hoofd boven hun instrument volledig te zien opgaan in de muziek. De improvisaties die zo ontstaan zijn boeiend, vinnig, droog, maar vooral venijnig. De zang en het donkere sfeertje doen denken aan Echo & The Bunnymen. De eigenwijsheid die Rats on Rafts tentoonspreidt, is een voorbeeld voor andere bands.
Zanger Faris Badwan van The Horrors [foto hierboven] oogt steeds meer als een rockster in zijn leren jack en met zijn geverfde haren voor zijn ogen. Met zijn bandleden lijkt hij op de laatste twee platen het geluid te hebben gevonden dat het best bij ze past: een geslaagde verweving van gitaren en synthesizers in de lijn van de vroege Simple Minds. En met een perfect afgesteld geluid veegt de band live op kiene wijze vijftig jaar snaren en toetsen op een hoop, met een glansrol voor de tussen een batterij apparatuur staande elektronicaman. Zelfs de oudere, zwaarmoedige gothrocknummers weet hij naar zijn hand te zetten. De nummers van laatste plaat Luminous springen er evengoed uit. The Horrors verdienen een groter publiek.
Een hippiesfeertje is niet ver weg bij Angus & Julia Stone. Giechelkont Julia vindt iedereen in het publiek aardig en Angus vindt dat vast ook zo. En waarom zou je je drukmaken op een mooie zomermiddag in de zon? Het publiek heupwiegt langzaam mee op de relaxte muziek die meer naar de dreampop van Mazzy Star neigt dan naar het roots-stempel dat ze vaak opgedrukt krijgen. Zeker wanneer het om de zang van vrouwlief gaat, want dat is net Hope Sandoval. Een lapsteel zorgt voor afwisseling, en een aantal uptemposongs voorkomt dat het al te veel gaat kabbelen. En het ontspannen publiek zag dat het goed was.
The Notwist [foto hierboven] is zo'n band die je een beetje uit het oog verloren bent. Het duurde zes jaar voordat dit jaar Close to the Glass verscheen, een plaat die niet tot hun beste behoort. Maar het zinderende optreden van de Duitse elektronicatovenaars groeit uit tot het allerbeste van het festival. Op een weergaloze manier vloeit alles in elkaar over: liveloops, pruttelende synthlijnen, explosieve gitaarstukken die aan hun punkverleden refereren, spitsvondige drums. Het podium is bijna te klein voor het complete laboratorium aan instrumenten. Er gebeurt van alles: een vibrafoon bespelen ze met strijkstokken of een keyboard met afstandsbedieningen en alle bandleden bewegen haast synchroon mee met de hogeschoolmuziek. En de melancholieke zang is uitermate sfeervol, vooral in de nummers van klassieker Neon Golden. The Notwist geeft een geweldig totaaloptreden: zowel muzikaal als visueel is het van een zeldzame schoonheid.
Zanger Stuart Murdoch was toen zijn band Belle & Sebastian in de tweede helft van de jaren negentig kwam bovendrijven, een ingetogen en mediaschuwe spicht. Daar is tijdens dit uitbundige optreden weinig tot niets meer van te merken. Hij praatzingt, terwijl hij zittend op de podiumtrap een soort 'opa vertelt'-sfeer neerlegt en nodigt mensen uit om op het podium te dansen tijdens prijsnummer 'The Boy with the Arab Strap'. Het contrast met de songkeuze is groot: de band kiest niet voor een makkelijke festivalset, maar voor bijvoorbeeld B-kantjes en daarmee wordt het een wisselvallig maar prijzenswaardig optreden.
Lykke Li [foto hierboven] presenteert zich in een indrukwekkende lichtshow als ijskoningin in een soort zwart feeënkostuum. Ze versterkt het effectbejag door bij elke noot het publiek tot meeklappen te manen. De rookmachine maakt overuren en je waant je bij een concert van Queen, halverwege de jaren zeventig. Het kan de grijze middelmaat van de aanstekerzwaaisongs niet verhullen. De bevallige Scandinavische zingt nogal geknepen en is vocaal beperkt. Een duet met de zanger van Triggerfinger had ook nog wel gepast in deze gebakkenluchtshow. Gelukkig blijft het publiek dat bespaard.
Aan Elbow [foto hieronder] de eer om het festival op het hoofdpodium af te sluiten. De gewone jongens uit Manchester doen wat ze moeten doen: een professionele en tot in de puntjes verzorgde show geven voor het massaal opgekomen publiek. De visuals en de lichtshow zijn erg mooi en Guy Garvey zingt uitstekend. Elbow is geen spektakelband, maar wel eentje die aanzet tot overpeinzingen of zelfs wegdromen na een lang festivalweekend. Vrijwel ongemerkt nemen ze je gaandeweg het prima optreden mee in een soort deinende trance. De Britten zijn een waardige afsluiter van een in vele opzichten voortreffelijk festival.
http://www.kindamuzik.net/live/best-kept-secret/best-kept-secret-festival-de-zondag/25117/
Meer Best Kept Secret op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/best-kept-secret
Deel dit artikel: