Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
In juli van dit jaar stond Karate op de podia van Dour en Zichem. De directe aanleiding voor deze optredens was de bijdrage aan ‘In The Fishtank’. De opnames hiervoor waren oorspronkelijk in september 2003 gepland, maar wegens ziekte van zanger/gitarist Geoff Farina moest de band toen naast de sessie ook nog een aantal concerten afzeggen, waaronder een Japanse tournee. Ditmaal ging alles naar wens. Tussen het Italiaanse en Belgische luik van de Europese tour door ging Karate de studio in, om alsnog het verzoek van de organiserende instantie De Konkurrent te honoreren.
In navolging van bands als June Of 44 en Guv’ner koos Karate ervoor de toegemeten 48 uren alleen in de studio door te brengen. Geen samenwerking dus tussen twee bands, maar wel een uniek concept dat Geoff graag toelicht. “We besloten acht covers op te nemen. De nummers werden niet zomaar gekozen, het zijn stuk voor stuk protestsongs die we aan onze eigen interpretatie onderwierpen. Zo namen we een up-tempoversie van Mark Hollis’ ‘A New Jerusalem’ op. Daarnaast maakten we een keuze uit het werk van Bob Dylan, Beefeater, Billy Holiday en The Minutemen.” Farina vindt het belang van deze laatste band zeker niet te onderschatten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Karate vier nummers van The Minutemen onder handen nam. Waarschijnlijk zal het minialbum in de lente van 2005 uitkomen.
Jazzinvloeden
In 2003 vierde Karate zijn tienjarig bestaan. Op zijn eerste 7”, Death Kid/Nerve (1994), profileerde de groep zich als een subtiele gitaarband waar spanning en melodie centraal stonden. Het debuut Karate (1996), In Place Of Real Insight (1997) en The Bed Is In The Ocean (1998) liggen in het verlengde hiervan.
Nadien duurde het twee jaar voordat Unsolved op de mensheid losgelaten werd. Vanaf die plaat begonnen overduidelijk jazzinvloeden het universum van Karate binnen te dringen. De nummers werden langer en de structuren wat vrijer. Stilaan liet dit meer ruimte voor Farina’s gitaarspel, wat veelal resulteerde in inventief gesoleer. Op Some Boots (2002) werd deze richting verder verkend. “Deze evolutie was uiteraard niet vanaf het begin gepland. We proberen de hele tijd nieuwe dingen om het voor ons interessant te houden. Op een bepaalde manier denk ik dat onze muziek zich steeds meer verfijnd heeft, maar dan op een niet voor de hand liggende manier.”
Op de vraag aan welke episode hij met het meeste plezier terugdenkt, antwoordt Farina dan ook laconiek. “Waar we nu staan natuurlijk”. En daarmee doelt hij op het inmiddels verschenen Pockets. “Het nieuwe album is meer toegankelijk. We hadden nummers als ‘The Roots And The Ruins’ (Unsolved) en ‘Airport’ (Some Boots) in gedachten toen we aan Pockets begonnen. We wilden weer kortere songs schrijven, die een duidelijke structuur hadden en waarin de dualiteit tussen strofe en refrein meer benadrukt werd. En zo is het zelfs één van onze kortste albums geworden. Op een bepaalde manier klinkt het tamelijk catchy en de teksten zijn meer verhalend.”
Ook werkte Karate op Pockets voor de eerste keer met een gastmuzikant. “Ik ben altijd een fan geweest van Chris Brokaw (Come, Codeine, The New Year) en hij heeft me erg beïnvloed. Toen we een paar jaar geleden samen op tour waren, begonnen we plannen te maken om eens op mekaars plaat mee te spelen.” Op Pockets kwam het er eindelijk van. “De nummers waarop Chris meespeelt zijn langer en iets meer geïmproviseerd. Chris’ gitaar is meer aanwezig en mijn gitaarspel is wat meer naar de achtergrond verhuisd. Ook speel ik tijdens die stukken geen solo’s.” Dit resulteerde onder meer in het prachtige ‘Concrete’, dat nog het best te beschrijven is als een kruising van Karate en Come.
Improvisatie
Improvisatie en experiment. Doorheen de jaren werden het essentiële kenmerken van Karate. Zo waren ze twee jaar geleden reeds in de weer met langere en complexe songstructuren. Het resultaat was de e.p. Cancel/Sing. De twee nummers besloegen ongeveer zevenentwintig minuten. “We waren erg benieuwd waar we op muzikaal vlak zouden uitkomen, maar we wilden geen volledig experimenteel album opnemen.”
Op basis van de uitgebrachte platen leek het er nadien op dat improvisatie meer en meer verbannen werd naar de soloprojecten van de leden. Zo was drummer Gavin McCarthy onlangs samen met Gabe Johnson te horen op de Shimamoto Sessions #14. Geoff Farina verzorgde met Dan Littleton en Luther Gray de muziek bij enkele stille films op het Cinamazero Schermo Sonoro Festival in het Italiaanse Pordenone. Toch blijken de leden binnen Karate nog voldoende aan hun trekken te komen. “Als we op tournee zijn, tracht ik iedere avond de nummers anders in te vullen. Ik probeer verschillende overgangen uit en speel bijna steeds nieuwe solo’s. Ook Gavin experimenteert erg veel met zijn drumstijl. In feite is enkel het basspel van Jeff de constante.”
Binnen de vaste structuur blijkt er dus ruimte te over om te improviseren. Tijdens het concert in Den Hemel te Zichem bleek dat dit tot erg mooie resultaten kan leiden. Als bisnummer speelden ze daar ‘Caffeine Or Me?’ van hun naamloze debuut, waar ze met abstracte gitaarhalen en roffelende troms het absolute hoogtepunt van maakten. Tegenover deze aanpak staat dat Karate ieder avond zo goed als dezelfde show speelt. “Ik ben maar in staat om maximaal vijftien nummers te onthouden”, zegt Geoff.
Ooit genoten ze alle drie een muzikale opleiding. Daarbij komt dat Geoff een tijd lang muziektheorie en gitaar doceerde aan de universiteit van Massachusetts. Of dit een weerslag heeft op hun muziek? “Uiteraard. Er zijn niet zo heel veel rockbands die hun geluid volledig onder controle hebben en exact weten wat de mogelijkheden zijn. Wij verkennen constant onze grenzen en proberen zo steeds nieuwe dingen uit.”
Secret Stars
De drie houden er tal van andere projecten op na, maar Karate neemt een centrale plaats in. “We delen dezelfde ideeën over muziek. We zien de band als een concept dat aan alle individuele leden in dezelfde mate muzikale voldoening schenkt. En wat we in Karate niet kwijt kunnen, dat doen we op een andere manier.” Zo speelde Jeff Godard onder meer bij Lune, Moving Targets en Jones Very. Gavin McCarthy drumde nu en dan bij Rosa Change Well en Ted Leo and The Pharmacists. Bekender zijn ongetwijfeld de creaties van spilfiguur Geoff Farina. Hij maakte drie soloplaten: Usonian Dream Sequence (1997), Reverse Eclipse (2000) en Blobscape (2002).
Maar Farina trad vooral in de schijnwerpers met The Secret Stars. Ooit vulde hij onder die noemer met Jodi Buananno twee platen vol heerlijke intieme fluistermuziek voor de late avond, maar die tijd lijkt voorbij. Naast het gelijknamige debuut (1995) en Genealogies (1997) lieten ze enkele singels na, maar toen bleken ze op muzikaal vlak in verschillende richtingen te zijn geëvolueerd. “Ik denk niet dat we ooit nog een plaat zullen maken. Wel denken we eraan om het oude materiaal, dat moeilijk te vinden is, opnieuw uit te brengen.”
In feite is het project Narangansett Grange Hall een voortzetting van The Secret Stars. Omdat toenmalige woonplaats Boston geen betaalbare repetitieruimte bood, besloten ze in 1998 om dit historische gebouw op Rhode Island op te kopen en te renoveren. Het idee was om naast een woning ook een studio te bouwen, waar steeds één bevriend persoon voor een jaar of twee kon komen leven om van de artistieke ruimte gebruik te maken. “Het was bedoeld om artiesten, die in Boston hetzelfde financiële probleem ondervonden als wij, de mogelijkheid te geven toch hun ding te doen. Intussen zijn er al veel vrienden gepasseerd en de resultaten zijn steeds bevredigend. De nadruk ligt er op visuele kunst maar het is evident dat mijn muziek daardoor beïnvloed wordt.”
Pockets is uitgebracht door Southern/Konkurrent
» Lees de recensie
» Bezoek Geoff Farina's website
» Bezoek The Secret Stars' website
http://www.kindamuzik.net/interview/karate/karate-wij-verkennen-constant-onze-grenzen/7014/
Meer Karate op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/karate
Deel dit artikel: