Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Ergens in 1982 staat op de stoep van 384 Kings Road in Stretford, Manchester, een gitarist met de naam Johnny Maher. Hij heeft via vrienden begrepen dat Morrissey, soms zanger bij The Nosebleeds, een goede tekstschrijver is. Kunnen ze niet samen een band beginnen? Het blijkt te klikken en na een half jaar weet Maher, die zijn naam gemakshalve verandert in Marr, zijn jeugdvrienden bassist Andy Rourke en drummer Mike Joyce bij de groep te betrekken. The Smiths zijn geboren.
Op het eerste gezicht lijken The Smiths er een gangbare gitaar/bas/drums-bezetting op na te houden. Maar daar houdt ook alle logica op. Marr probeert het gebruikelijke refrein-couplet-refrein-systeem te doorbreken met tegendraadse songstructuren. Gitaarsolo's en synthesizers zijn uitgesloten.
Morrissey zingt (en jodelt soms) over onorthodoxe thema's als eenzaamheid, homoseksualiteit en kindermisbruik. De zanger is in de jaren zeventig voorzitter geworden van de New York Dollsfanclub, schrijft hun biografie en stuurt regelmatig brieven naar popbladen over artiesten die hem dan al dan niet aanspreken: The Sparks, Patti Smith en de Ramones. Daarnaast dweept hij met tv-sterren en zangeressen uit de jaren zestig, maar bovenal met schrijver Oscar Wilde.
Top of the Pops
In Manchester begint de groep enige faam te krijgen en het tweede optreden ooit is in de Haçienda, de club van Factorybaas Tony Wilson. Hij tekent de band echter niet, daarvoor moet Marr naar Rough Trade, het label van Geoff Travis. Het verhaal gaat dat Marr op vrijdagmiddag bij Travis binnenloopt, hem een demo geeft met de opmerking "Ik denk dat je dit moet horen", Travis de demo heel het weekend door blijft draaien en maandag de groep tekent.
Een week later ligt eerste single 'Hand in Glove' in de winkel. De single haalt de hitlijsten bij lange na niet, maar is succesvol in de Britse gitaarscene. Met tweede single 'This Charming Man' is het wél raak. De single haalt de Top 40 en de groep moet opdraven voor Top of the Pops. Morrissey staat erop niet in een microfoon, maar in een bos gladiolen te zingen. Er moet toch geplaybackt worden. The Smiths vallen op, zeker tussen prefab popartiesten als Paul Young, Culture Club en Duran Duran, die de hitlijsten domineren.
Ook het uitbrengen van muziek gebeurt op een vreemde, bijna Beatleske wijze: singles worden niet van albums getrokken, maar afzonderlijk uitgebracht en B-kantjes zijn vaak net zo goed of soms zelfs beter dan de A-kanten. Bekendste song 'How Soon Is Now?' begint zelfs als B-kantje en wordt later ook nog als A-kant uitgebracht.
Controverse
Het titelloze debuutalbum uit 1984 slaat in als een bom en bereikt de tweede plaats in de Britse hitlijsten. De controverse is er ook meteen. 'Suffer Little Children' gaat over de beruchte Moors Murders en 'Reel Around the Fountain' over pedofilie. Meat is Murder weet een jaar later zelfs de eerste plaats te bereiken door Bruce Springsteens Born in The USA van de bovenste plek te stoten. In hun thuisland zijn The Smiths mega: lp's verkopen goed en men vergelijkt Morrissey en Marr met grootheden als Lennon en McCartney. Het succes blijft grotendeels beperkt tot Groot-Brittannië. Twee tournees door Amerika weten de band niet het grote succes te brengen en in Nederland treedt de groep slechts één keer op, in 1984 in de Amsterdamse Meervaart.
Tijdens de opnames van het derde album blijken de onderlinge verhoudingen steeds meer op scherp te staan. Morrissey gedraagt zich als een dictator. Zo verordonneert hij dat geen van de bandleden vlees mag eten en zijn drugs uit den boze. Wie het daar niet mee eens is, kan vertrekken. Rourke verlaat de band enige tijd om af te kicken van zijn heroïneverslaving, maar mag weer terugkomen. Managers houden het nooit lang uit met The Smiths, omdat Morrissey en Marr nogal paranoïde zijn: ze willen alles zelf regelen.
Afrekening
Als de opnames van The Queen Is Dead eind 1985 zijn afgerond, is de groep in een juridisch gevecht met Rough Trade verwikkeld. Er is groeiende onvrede over de distributie en promotie van de singles. Het album verschijnt dan ook pas een half jaar later.
The Queen Is Dead is The Smiths' magnum opus. Op het album schrijft Morrissey alle frustratie van zich af: hij rekent af met Travis en in het titelnummer moet de koningin het ontgelden. In nummers als 'I Know It’s Over' en 'Never Had No One Ever' is de weltschmerz van weleer te horen. 'There Is a Light That Never Goes Out' groeit uit tot Smithsklassieker.
De breuk
Begin 1987 beginnen de opnames voor Strangeways, Here We Come. Het zal het laatste studioalbum zijn, want tijdens de sessies barst de bom. Als Morrissey éíst dat ze als B-kantje een nummer van Cilla Black, een zangeres uit de jaren zestig, moeten opnemen is de breuk daar. Marr verklaart geen groep te zijn begonnen om Cilla Blackcovers op te nemen en verlaat de groep. Morrissey en consorten doen nog een verwoede poging een nieuwe gitarist te rekruteren, maar het mag niet baten.
Een andere versie van het verhaal is dat in de Engelse pers een bericht verschijnt dat Marr The Smiths heeft verlaten. Dat klopt niet, maar als het Morrissey, op dat moment op vakantie in Amerika, ter ore komt, wordt hij zo kwaad, dat Marr alsnog opstapt.
Strangeways, Here We Come verschijnt in september 1987, een maand nadat The Smiths zijn opgeheven. Nu nog beschouwen Morrissey en Marr het als hun favoriet. Het is een melancholieke plaat, maar met een veel betere productie dan eerdere albums. Dat het niet boterde in de Smithsgelederen blijkt uit afsluiter 'I Won't Share You', die Marr zo mooi vindt dat hij ervan moet huilen.
Hoe nu verder?
Na de breuk gaat Morrissey al snel solo. Johnny Marr richt samen met Bernard Sumner (New Order) en Neil Tennant (Pet Shop Boys) Electronic op en speelt mee met The The en recentelijk Modest Mouse. Rourke speelt met collega-bassisten Mani (The Stone Roses) en Peter Hook (New Order) in het project Freebass. Mike Joyce speelt als sessiemuzikant mee op albums van de Buzzcocks, Public Image Ltd. en Julian Cope.
Een reünie van The Smiths is uitgesloten. De antwoorden van Morrissey zijn duidelijk: ze variëren van 'nooit' tot 'enkel in de dood zullen we elkaar nog tegenkomen.' Recentelijk sloeg Morrissey nog een bedrag van 75 miljoen dollar af, met de verklaring dat het absoluut níét om het geld gaat. Ook Marr heeft geen behoefte aan een reünie. Bovendien zal de rechtszaak van drummer Joyce tegen Morrissey over al dan niet uitbetaalde royalties een hereniging evenmin bevorderd hebben. De zaak loopt nog steeds, tot aan het Europese Hof van Justitie aan toe.
http://www.kindamuzik.net/artikel.php?id=17008
Meer Morrissey op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/morrissey
Deel dit artikel: