Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De bezoekers van Motel Mozaïque zijn overduidelijk niet meer zo uitgeslapen als op de vrijdag, want vlak voordat Guillemots de avond gaat aftrappen kun je zo doorlopen naar de garderobe. In het theater zijn vijf minuten voordat het optreden zal beginnen de goede plekken zelfs nog vrij.
Als de vier bandleden van Guillemots al rammelend en toeterend dwars door het publiek lopend het podium betreden is duidelijk dat dit geen alledaags bandje is. Zanger Fyfe Dangerfield doet door zijn stoffige pak en baardje wel wat aan E van Eels denken, en bedient een hele batterij keyboards van uit een oude houten stoel. De band gebruikt koektrommels en ouderwetse typemachines als percussie. Een feedback zet iedereen op het verkeerde been, maar blijkt later bij de show te horen. Ondertussen spelen de vier (drum, keyboard, contrabas en gitaar) prachtige poprockliedjes, die soms volledig dichtgesmeerd zitten met zompige toetspartijen en soms weer heel luchtig klinken. Het leidt mede door de schitterende stem van Dangerfield tot een hoogtepunt op het festival.
Terwijl de rij voor de Nighttown wederom aanzwelt, begint Akron/Family met spelen voor een verre van volle Main Hall. Het is jammer dat de zaal zo leeg is, want het optreden van de New Yorkers groeit uit tot een van de uitschieters op het festival. De band blijkt een meester in het heen en weer schieten tussen verschillende stijlen. Het ene moment spelen ze bijna akoestisch aandoende folk-nummers, met een fraaie Jayhawks-achtige samenzang van alle vier de bandleden. Maar voordat je er erg in hebt zijn ze overgestapt op een keiharde noise-explosie met over-the-top feedback. En dat van dezelfde gitarist die net nog vrolijk op een kazoo zat mee te blazen. Ze eindigen in stijl, met een kwartier durende jamsessie. Daarbij wekt vooral de bassist (een kruising tussen Freddy Mercury en Dr. Phil) de indruk dat hij op zijn minst drie soorten experimentele drugs tot zich heeft genomen.
Nadat Giel Beelen op onnavolgbaar onnozele wijze "Make Your Own Pet" heeft aangekondigd bestormt Be Your Own Pet [foto rechts] het kleine podium in de Basement. Te klein, blijkt al snel als gitarist en bassist van het podium tussen het publiek springen. Ze bezeren een paar toeschouwers, die vervolgens met bekertjes gooien. De band gooit terug en de gehoopte teringzooi is een feit. Jammer alleen dat de piepjonge band recalcitrantie verwart met onstrak rammen, onverschilligheid en verwend gedrag. Op plaat charmant rommelig, live een aanfluiting.
Stel je voor, Johnny Marr roept The Smiths weer bij elkaar, maar dan met Suede-zanger Brett Anderson in de rol van Morrissey. Dan kom je verdraaid dicht in de buurt van de muziek die The Veils maakt. Vanavond zijn ze een van de grotere namen op de bill, dus de grote zaal van Nighttown staat helemaal vol. De band speelt met net voldoende inzet om aan hun status als headliner te voldoen. Het publiek werkt dan ook graag mee aan het feestje. ‘Hits’ als ‘The Tide That Left and Never Came Back’ worden al bij het eerste akkoord enthousiast begroet. Zanger Finn Andrews steelt de show met zijn loepzuivere stem en zijn stijlvolle hoed.
Na The Veils is het rennen door de regen naar de Schouwburg, waar Vashti Bunyan op het punt staat te beginnen. Vorig jaar verscheen haar tweede album, ruim 35 jaar na haar debuut. Dat leverde haar de status van Godmother van de freefolk-scene op. Ze krijgt vanavond ondersteuning van vier muzikanten die nogal eens van instrument wisselen. Als de vleugel en de viool worden ingezet komt de muziek het best tot zijn recht. Het publiek luistert muisstil toe, zoals je in een schouwburg mag verwachten. Het geeft Bunyan de kans om te laten zien waarom ze Joanna Newsom en Devendra Banhart tot haar discipelen mag rekenen.
De noise-guru’s Wolf Eyes uit Michigan weten al voor ze de zaal betreden alle aanvoerwegen flink te verstoppen. Een immense rij wurmt zich langzaam naar voren om zich door een één meter brede deur te persen. Totdat ook die deur dichtgaat en de zaal vol is. Allemaal onwetende opportunisten, zo blijkt later, want zodra de band hun eerste machinekamer groove inzet stroomt de halve zaal alweer bijna helemaal leeg. Zo blijft er genoeg ruimte over voor de liefhebber, maar het trio is onbegrijpelijk genoeg gelijksvloers geplaatst waardoor alleen de eerste twee rijen iets van de actie meemaken. Allemaal onnodige onzin die bepaald niet bijdraagt aan de ultieme, fysieke ervaring die een Wolf Eyes-show kan veroorzaken. De brullende noisegolf van het trio bereikt pas een hoogtepunt tijdens ‘The Driller’, een vintage Wolf Eyes-opus volgestuwd met onaardse vocalen en diepe bastonen uit Olsons zelf gefabriceerde monstergitaar. Een miniem hoogtepunt waar we op één over het hele optreden uitgestreken climax hadden gehoopt.
Kieran Hebden [foto links] laat samen met Steve Reid even zien hoe het echt vaag kan. De expirimentele electronica van Hebden (Fourtet) vloeit wonderlijk samen met het avangardistische drumspel van jazzgrootmeester Reid. Bij vlagen wordt het misschien iets teveel van het goede, maar de interactie tussen deze twee maniakken is zeer genietbaar en indrukwekkend.
De laatste band op het hoofdpodium van Nighttown is The Cardigans. Helaas laten de hits wat lang op zich wachten. De band speelt vooral nummers van het laatste album ‘Super Extra Gravity’. En dat is doorgaans niet hun beste werk. Neem bijvoorbeeld nieuwe single ‘Don’t Blame Your Daughter’, een matige op gitaar geörienteerde remake van Coldplay’s pianoballade ‘The Scientist’. Toch is het een vermakelijk concert. De stem van zangeres Nina Persson ligt live net zo fijn in het gehoor als op plaat. Ze spreekt daarbij als een volleerd entertainer de zaal toe – ook wel eens leuk na zoveel schoenenstaarders. Uiteindelijk komen dan toch de nummers waar de mensen voor zijn gekomen, en op die momenten maken de Zweden ontegenzeggelijk pop met een hoofdletter P.
Zita Swoon [foto rechts] speelt vanavond één van de laatste concerten volgens het ´Band in A Box ’-concept. De band staat in het midden van de schouwburg te spelen, en het publiek staat om de Belgen heen. Het gemak waarmee Zita Swoon haar nummers omtovert naar nieuwe vormen is razend knap. Een klasse apart, dat mag inmiddels wel duidelijk zijn.
Zo komt Motel Mozaïque weer tot een einde. Net als bij de voorgaande jaargangen zijn er weer flink wat nieuwe namen gevestigd, en degenen die dat al eerder hadden gedaan stelden doorgaans niet teleur. Alle rijen en drukte hebben de sfeer nog niet weten te overheersen. Maar toch een kritische noot tot besluit: de organisatie zal echt moeten werken aan een beter systeem bij de ingang. Want met de steeds maar groeiende reputatie van het festival zal het volgend jaar zeker niet minder druk zijn.
http://www.kindamuzik.net/artikel.php?id=12581
Meer Motel Mozaique op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/motel-mozaique
Deel dit artikel: