Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
DUISTERE BEATS
Op In the Acts of Violence verrast Dawn of Ashes met een bundeling fraaie, beukende darkelectro met trekjes van het nog donkerdere hellectrogenre. Het label NoiTekk staat bekend om dit soort releases en brengt nu ook weer een fikse hoeveelheid stoomwalsbeats, vervormde vocalen en trance-achtige synthesizers op de been. Voer voor de dansvloer dat zeker, maar toch een tikkeltje eentonig.
Dan is In Strict Confidence van meer markten thuis. Zoveel zelfs dat er een zeer gelimiteerde 3cd boxset, The Serpent’s Kiss, verschijnt vol gevarieerde synthpop en electro. De gelikte topproductie brengt het beste uit de groep naar boven. Sfeervolle darkwave, clubachtige gothichouse en nummers waarin de rockgitaar meer naar de voorgrond gemixt is, wisselen elkaar af bij deze klassegroep.
Infaction 2 is de tweede sampler van Infacted Recordings waarop vier acts elk een vier tracks tellende ep presenteren. Reaper trekt van leer met monotone, machinale industrial die door de toevoeging van gitaarnoise aardig krachtig uit de verf komt. Twee livenummers tonen bovendien aan dat Reaper in langzaam aanzwellende anthemachtige industrial het best tot zijn recht komt.
Dat kan van Refractor niet gezegd worden. Zwakke, ijle synths en ietwat donkere gothic eurohouse vormen de ingrediënten van hun stijl, maar net als het afsluitende Liquid Divine grossiert de groep teveel in gladde deunen van de slappe soort.
XP8 is dan een betere keuze. De band viel al op tijdens het afgelopen Summer Darknessfestival in Utrecht door als één van de weinigen in het genre een overtuigende podiumact te hebben. Hun electropop uit het boekje is opzwepend en komt uit bij een klank die doet denken aan Depeche Mode op steroïden. Wanneer Grendel dan ook nog voor een remix zorgt en een rauwe, rammende rand toevoegt, blijkt XP8 de smaakmaker van deze selectie uit de Infactedcatalogus.
In de lijn van Depeche Mode ligt ook Re/Move dat bovendien tegen een vroege Nine Inch Nails, Covenant en Apoptygma Berzerk aanschurkt. De simpele, maar doeltreffende dance-industrialrock verveelt op Uppercut nauwelijks.
Wel irritant is Les Anges de la Nuit; ondanks de fraaie bandnaam geen klassieke neofolkact, maar een Infactedband van de meest gladde soort. Eurohouse met een obscuur futuristische randje, die veel te braaf is en maakt dat Under God’s Name blijft steken in gezapige middelmaat.
Neem dan Angels & Agony dat op de ep Forward rake klappen pompende darkelectro aflevert die bol staat van het rechttoe rechtaan eenrichtingsverkeer. Knallende beats, weinig frivool, wel sfeervol en op maat gemaakt voor de dansvloer overtuigt vooral de remix door Construggle Test.
Onlangs nog in het Utrechtse EKKO te bewonderen, is Painbastard een typische vertegenwoordiger van darkelectro uit de school van onder andere Feindflug. Niet subtiel, wel vol vervorming en gebrulde vocalen en met als bonus een breed getrokken melodieus geluid grossiert No Need to Worry in stevige dansvloerkrakers.
De meest aansprekende release in de hoek van de duistere beats komt evenwel op het conto van Heimataerde. De tweede langspeler van deze Duitse darkelectrogroep kent veel inmenging van helpende handen zoals XotoX, ASP en Die in Winter en weet desondanks een conceptueel ingewikkelde rode draad de aandacht vast te houden. Donkere op hellectroleest geschoeide beats rammen op volle kracht recht door zee, terwijl middeleeuwse folkelementen zo nu en dan vanuit de achtergrond opdoemen. In die combinatie toont Heimataerde over een apart geluid te beschikken dat het verdient een glansrijke livevertaling te krijgen.
DONKERE ROCK
Eisherz komt op de proppen met Kalte Zeiten; een koude kermis is het zeker wat deze twee heren hier afleveren. Hoewel ze in thuisland Duitsland lovende kritieken ontvangen, is het de vraag waar de charme van deze minimalistische, slecht opgenomen en slecht uitgevoerde mengeling van synthpop en proto-industrial ligt. Vele malen primitiever dan de demo’s van Nine Inch Nails’ Pretty Hate Machine is Kalte Zeiten een prima onderzetter en weinig meer.
Het Engelse Deathboy daarentegen put ook uit de oude Nine Inch Nailsdoos, maar voegt daar handig elementen uit electro en bijvoorbeeld Cabaret Voltaire aan toe. Die mix levert op End of an Error prima te verhapstukken futurepunk op die beweegt tussen drum’n’bass, techno en dansbare industrial met beide voeten stevig in de jaren negentig.
Uit dat tijdperk komen ook de inspiratiebronnen van Sundealers. De ep Tears zwelgt in het geluid van stoere Amerikaanse rockers als Alice in Chains, voegt daar Linkin Park aan toe, weet bij vlagen een groove neer te zetten, maar komt vooral gedateerd voor de dag. Sundealers plaatst zich zodoende in hetzelfde vaarwater als Stromkern en dat hoeft niet als aanbeveling te dienen.
Het oude Nosferatu levert met Anthology over twee albums verdeeld een prachtige terugblik op zijn oeuvre tot heden. Terwijl de groep aan nieuw materiaal werkt, biedt Anthology een kijkje in vervlogen tijden en laat met oude 12”s vast horen dat met een verleden in de punk, melancholische, romantische en met klasieke toefjes opgesierde gothicrock bij deze Britten lange tijd in zeer goede handen was. Deze verzamelaar smaakt naar meer uit het heden.
FOLK
In rustiger oorden ligt de wijnbark van Allerseelen en Sangre Cavallum. De splitcd Barco do Vinho staat geheel in het teken van de wijn en wat daarmee samenhangt. Lichtbenevelde psychedelische neofolk met electronische ritmes en een vleugje ritualelementen zorgen bij Allerseelen voor delirische vervreemding.
Sangre Cavallum houdt het bij een meer klassieke en akoestische toonzetting. Deze splitcd vormt weliswaar niet het beste van beide bands, maar is als ep wel een aardig geslaagd dubbelconcept geworden.
Van Gaë Bolg and the Church of Fand verschijnen dit najaar maar liefst twee albums. De eerste, L’Appel de l’Ankou, verzamelt gelimiteerde en verspreide releases en bevat vooral beklemmende ritual troubadourfolk vol klassieke en bombastische arrangementen met een martiale zweem. Het HauRucklabelachtige traditionele geluid is zowel sereen als stoer, gedragen als militaristisch. Hoewel de productie wat oud en krakerig klinkt, is dit een meesterlijk album.
De tweede, Live in Ehrenstein, gaat gebukt onder dezelfde productionele makke en bevat een liveopname. Zo mogelijk nog theatraler dan op de studioplaten gebruikt Gaë Bolg veel percussie, strijkers en blazers en zet de groep een indrukwekkend geluid neer.
De belangrijkste figuur achter Gaë Bolg (Eric Roger) zit bovendien moeilijk stil zo blijkt, want tegelijk verschijnen twee albums van het zijproject Seven Pines. Le Cri toont de psychedelische, depressieve kant, terwijl L’Histoire de l’Ours inzet op een instrumentaal, nostalgisch en dromerig geluid. Beide albums laten Seven Pines stralen als één van de meest unieke acts op het snijvlak tussen experimentele muziek en martial, ritual en traditionele folk.
Ondanks deze klasse gaat Sturmpercht er met de eer vandoor door met Geister im Waldgebirg het beste folkalbum van het najaar van 2006’ af te leveren. Oostenrijkse alpenfolk is de stijl waarin deze act actief is – met hulp van onder andere Werkraum, Waldteufel, Allerseelen en Sangre Cavallum. De nieuwe plaat verhaalt over bosgeesten en bergmythes, werkt met spraak in plaats van zang, kent momenten van liederlijkheid en van klassieke hymnen en overtuigt door de enorme muzikale variatie die zelfs tot martialfolk leidt.
Eervolle vermeldingen zijn er voor Unto Ashes en Lamia. De eerste groep tourde eerder dit jaar met Qntal door Europa. De Amerikanen zijn op Songs for a Widow minder dan hun Duitse tourpartners in de weer met middeleeuwse folk en werken liever met een claustrofobische, moeilijk doordringbare wisselwerking tussen Germaanse romantiek, apocalyptische folk en sfeervolle klassieke ambience. Ook darkwave en gothicpop zijn aanwezig, waarmee Unto Ashes put uit een breed, contrastrijk palet. Desondanks ligt over heel Songs for a Widow een fraaie, neerslachtige sluier.
Het Argentijnse Lamia komt dichter in de buurt van Qntal. Op het snijvlak tussen ebm en middeleeuwse folk en geholpen door twee prachtige hemelse stemmen, werkt de groep een album lang met betovering en vervoering. Soms contemplatief, soms dansbaar is Lamia daarmee nadat deze soort folk jarenlang alleen uit Duitsland lijkt te kunnen komen (Qntal, Faun, Helium Vola) een bijzondere nieuwe loot aan de electrofolkboom.
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/va/donkere-ondergronder-een-kwartaal-in-gothicmuziek/14695/
Meer VA op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/va
Deel dit artikel: