Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Telex – Euro-Vision (België, 1980)
Als er iemand bij het optreden van Telex juichend voor de televisie heeft gezeten, moet het Chriet Titulaer zijn geweest. De rest van Europa wist niet wat ze met dit Belgische trio van elektronicapioniers aan moest. Kraftwerk had met 'Autobahn' weliswaar de Britse top 10 gehaald en Jean Michel Jarre genoot dankzij 'Oxygene IV' ook enige bekendheid, voor de meeste kijkers was zelfs dit bescheiden elektronische geweld te veel van het goede. Luister alleen al naar het verbaasde commentaar van Pim Jacobs: 'Misschien geeft de titel van het liedje wel aan hoe het Songfestival er over een aantal jaar uit zal zien en klinken' (en luister meteen de geslaagde single 'Moskow Diskow' uit 1979 terug). Het gortdroge Telex deed de deelname af als een grap; zanger Michel Moers verklaarde na afloop het liefst laatste te zijn geworden. Dat plan mislukte doordat Portugal Telex tien punten gaf waardoor niet België, maar Finland laatste werd. 'Euro-Vision' is postmoderne synthesizerpop. Zijn tijd ver vooruit.
Amina – C'est le Dernier Qui A Parlé Qui A Raison (Frankrijk, 1991)
Dat ook het Songfestival geen gerechtigheid kent, werd in 1991 bevestigd doordat de Tunesische zangeres Amina weliswaar evenveel punten scoorde als de Zweedse Carola, maar laatstgenoemde er met de hoofdprijs vandoor ging. Muziekliefhebbers spraken er schande van. Terecht. Het winnende 'Fångad av en Stormvind' was een flauw popliedje. Amina had met 'C'est le Dernier Qui A Parlé Qui A Raison' een gedurfde song, een zelfgeschreven ballad met Afrikaanse invloeden en een tekst waarin ze zich uitsprak voor vrouwenrechten. De allerschraalste der schrale troosten: Amina had met haar liedje een bescheiden hit. In Nederland tenminste, waar het een schamele 35ste plek in de Top 40 haalde. Nog altijd beter dan Carola; die bleef in de tipparade steken, al zou de homomoeder in 2006 nog één keer terugkeren naar het Songfestival om met 'Invincible' vijfde te worden. Zouden sommige vakjuryleden soms nog wakker liggen van de gedachte dat Amina met één punt meer wél had gewonnen?
Páll Óskar – Minn Hinsti Dans (IJsland, 1997)
Het Songfestival anno 1997 was, op zijn zachtst gezegd, nogal braaf. Vier van de vijf voorgaande edities waren gewonnen door Ierse ballads, die ene andere overwinning kwam op naam van Noorwegen, met een lied dat klonk als zo'n Ierse ballad. Smaakvol, al is dat een woord dat tegenwoordig niet meer met het Songfestival wordt geassocieerd. Mede met dank aan Páll Óskar die in 1997, met oogschaduw en mascara, en gehuld in een latex broek het afsluitende optreden verzorgde. De, eveneens in latex geklede, danseressen waren, gezien de openlijk homoseksuele Óskar, daarentegen wat verwarrend. De tekst gaat over een decadente levensstijl die de zanger vaarwel zegt met 'zijn laatste dans'. Muzikaal komt 'Minn Hinsti Dans' niet verder dan een matige eurohousetrack. De IJslanders eindigden roemloos op een twintigste plek, al kreeg het zestien van de schamele achttien punten toegekend door de vijf landen die hun punten door middel van televoting hadden bepaald – in 1997 nog een nieuw fenomeen. Toch is er veel voor te zeggen dat Óskar met zijn act de weg heeft geëffend voor de latere winnaars Dana International en Conchita Wurst.
t.A.T.u. – Ne ver, Ne Boisia Rusland, 2003)
Controverse is altijd goed. Al maanden voordat het Songfestival in Riga, Letland zou plaatsvinden was er ophef over de deelname van t.A.T.u. Wereldberoemd in Europa dankzij hitsingle 'All the Things She Said' en Smiths-cover 'How Soon Is Now?' zou het vermeend lesbische duo het Songfestival winnen en hun carrière een broodnodige impuls geven. Om dat voor elkaar te krijgen zouden de twee dames elkaar een kus geven. Het voornemen alleen al was voor sommige landen reden om te laten weten de uitzending van het festival subiet te staken als de twee elkaar daadwerkelijk zouden zoenen. Natuurlijk was er geen kus. En t.A.T.u. eindigde als derde. Misschien had Rusland een beter liedje moeten sturen; 'Ne ver, Ne Boisia' was een niemendalletje. Een mislukt B-kantje. Tergend vals gezongen bovendien. Dat het desondanks zoveel aandacht wist te trekken was vermakelijk en dat uitgerekend Rusland met een act als t.A.T.u. kwam, was gedurfd; vorig jaar vaardigde het meest gehate land van Europa twee zo onschuldig ogende meisjes (op een wip) af dat niemand er aanstoot aan kon nemen. Ze werden uitgejoeld.
Anonymous – Salvem el Móm (Andorra, 2007)
Songfestivalmuziek bevindt zich doorgaans in een volstrekt eigen wereld. Een parallel universum, blissful ignorant van welke muzikale ontwikkeling in de normale muziekwereld dan ook. Wie bij de nationale omroep van Andorra op het idee kwam om de in Andorra en Catalonië populaire punkpoppers van Anonymous (denk: Green Day, blink-182, Sum 41) af te vaardigen verdient een standbeeld in Andorra la Vella. Goed, punkrock à la Ramones was ook in 2007 ruim dertig jaar te laat om echt indruk te maken, maar wat viel dit piepjonge, Catalaanse trio in positieve zin op tussen de in zilverfolie verpakte Oekraïense travestiet Verka Serduchka en het rampzalig slechte Scooch uit het Verenigd Koninkrijk. Arm Andorra. En arm Anonymous. Het waren de donkerste dagen van het Eurovisie Songfestival, waarbij het Oostblok de macht had gegrepen. Met de huidige regels had het trio met gemak de finale gehaald, maar als dwergstaatje was je in het over the top Songfestivalgeweld van 2007 (met een ridicule voorronde met 28 deelnemers) volstrekt kansloos. Dat het Anonymous nog lukte om in de voorronde twaalfde te worden, is een prestatie van wereldformaat.
Who See & Nina Žižić – Igranka (Montenegro, 2013)
Het is de schuld van de vakjury. Als het aan het publiek had gelegen had 'Igranka' op zijn sloffen de finale van het Songfestival in 2013 gehaald. Dat zou niet onverdiend zijn geweest: de raps van Who See (gekleed in idiote ruimtepakken) zijn weliswaar lam, maar de stem van Nina Žižic, die tijdens haar optreden trouwens aan je reinste product placement doet met haar (soort van) Google Glass, kan het volledige gebergte van de Balkan in tweeën splijten. Echter, het zijn de overstuurde dubstepbeats die ervoor zorgen dat 'Igranka' een plaats in dit overzicht verdient. Dubstep op het Songfestival: dat was een novum en duidelijk te veel van het goede voor de meeste landen; ook Nederland had geen punten over voor deze bijdrage (al haalden Timur en Rámon er nog wel een mama appelsap uit door 'ik ruik poep' in plaats van 'igranka' te verstaan). Montenegro vaardigde een jaar later een keurige Montenegrijnse man in pak af die een even keurige ballad in het Montenegrijns zong. Het land kwam probleemloos door de halve finale.
Donatan & Cleo – My Słowianie (Polen, 2014)
Oké, door de act werden alle vooroordelen over het Eurovisie Songfestival bevestigd, het eindigde als het ultieme bewijsstuk voor wansmaak in Have I Got News For You? op de BBC en de boodschap (mannen denken dat alle Poolse vrouwen hoeren zijn) van de inzending ging daardoor verloren. Toch, wie de ophef wegdacht, hield een redelijke hiphoptrack over waarin Nelly's doorbraaksingle 'Country Grammar' wordt gemixt met Slavische volksmuziek. En hiphop is, gek genoeg, nog weinig te horen geweest op het Songfestival. Vermoedelijk is dat muzikale aspect aan de meeste kijkers voorbij gegaan, die zagen vooral pikant geklede dames boter maken. Of doen alsof. Het haalde nipt de finale, waar het vervolgens op de achtste plek eindigde – het beste resultaat voor Polen sinds 2003. De act was het best bekeken Songfestivaloptreden van 2014 op YouTube. Uiteraard vanwege het hoge muzikale gehalte.
Foto van Anonymous is gemaakt door Anonymouspunkrock
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/songfestival/zeven-songfestivalliedjes-die-een-beter-lot-hadden-verdiend/25958/
Meer Songfestival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/songfestival
Deel dit artikel: