Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Het is 1992 en muziekliefhebbers wereldwijd zijn laaiend enthousiast over Polly Jean Harvey en haar muziek. Het frêle meisje uit het landelijke Dorset, in het zuiden van Engeland, wordt onthaald als de nieuwe ster aan het rockfirmament. Haar debuut Dry is een stevig rockende gitaarplaat, die precies past binnen de grungehausse van die dagen en de groeiende populariteit van vrouwelijke songschrijvers. Muziekblad Rolling Stone roept haar maar meteen uit tot 'Beste Nieuwkomer' én 'Beste Songschrijver' van dat jaar.
Polly’s naam is gevestigd en in 1993 tekent ze een contract bij het grote Island Records, waar ze de opvolger van haar debuut uitbrengt. Rid of Me is een harde en felle plaat, die wordt geproduceerd door Steve Albini. De plaat slaat aan en Harvey mag het voorprogramma verzorgen tijdens de wereldtournee van U2. Op Rid of Me zingt een af en toe hysterisch krijsende Polly over seks, woede en combinaties daarvan. Een zinsnede als “You leave me dry” spreekt wat dat betreft boekdelen.
Sensualiteit, woede en verlangen zijn terugkerende onderwerpen in Polly’s tekstboekjes en aanvankelijk wordt ze gezien als feministe. Daar komt men echter snel op terug als ze in 1992 topless verschijnt op de cover van het Britste muziekblad NME. Daarmee jaagt ze behoorlijk wat mensen op de kast en zelf krijgt ze een fikse portie kritiek voor haar kiezen. Polly houdt er een diep wantrouwen ten opzichte van de pers aan over.
Twijfel
Dat wantrouwen zorgt ervoor dat ze in interviews heel weinig persoonlijks vertelt. De gesprekken gaan over de artieste PJ Harvey en de persoon Polly dient buiten schot te blijven. Ze woont in Dorset en ze woont alleen; dat moet maar genoeg zijn. Het werkt geruchten over haar persoon in de hand. Voortdurend steken er verhalen over romances, haar geestesgesteldheid en eetstoornissen de kop op.
Enkele malen laat ze wat meer los over zichzelf. Ze zegt zichzelf als een perfectionist te zien, die alleen genoegen neemt met het beste. Daarom twijfelt ze vaak sterk aan haar eigen kunnen. Ze beschouwt zichzelf af en toe zelfs als een waardeloos artieste en zegt zich maar moeilijk te kunnen voorstellen dat haar muziek van belang is. In 1997, tijdens de opnames van Is This Desire?, overweegt ze zelfs serieus om te stoppen met het maken van muziek.
Maar uiteindelijk voltooit ze het opnameproces en drie jaar na het verschijnen van succesplaat To Bring You My Love is er Is This Desire? Op beide albums neemt PJ Harvey afscheid van het door harde gitaren gedomineerde geluid uit haar begintijd. To Bring You My Love is een bluesy plaat, met een rauw grommende Polly die zich tijdens optredens in sexy jurkjes of een strak zittend stoeipakje presenteert. Later zal ze toegeven dat die extraverte presentatie een manier is om het hoofd te bieden aan haar onzekerheid. Is This Desire? is een stuk introverter, met veel toetsen, elektronica en abstracte teksten over fictieve karakters als Joy en Angelene.
Succes
Beide albums worden lyrisch onthaald en Harvey wordt enkele malen genomineerd voor muziekprijzen. In 2001 wint ze uiteindelijk de prestigieuze Mercury Music Prize voor haar album Stories from the City, Stories from the Sea. Het is een toegankelijke rockplaat en een voorzichtige terugkeer naar het geluid van haar begindagen. De stemming is echter een stuk opgewekter. In een nummer als 'Good Fortune' zingt een opgeruimd klinkende Polly over teruggevonden geluk en verliefdheid.
Het succes uit zich niet alleen in de verkoopcijfers. Artiesten staan in de rij om met haar te werken. Radioheads Thom Yorke zingt mee op Stories from the City, Stories from the Sea en zelf speelt Polly mee op cd’s van Sparklehorse en Mark Lanegan. Ook gaat ze in de woestijn van Nevada op bezoek bij Josh Homme, om mee te werken aan diens Desert Sessions.
Het poppy Stories from the City, Stories from the Sea is een makkelijk luisterbare plaat en Polly zal er later over zeggen dat ze zelden zo makkelijk liedjes heeft geschreven. En de makkelijke weg is niets voor haar, dus opvolger Uh Huh Her is weer een stuk moeilijker te verteren. De melodieuze pop/rockliedjes hebben plaats gemaakt voor een compromisloos, rauw geluid. Ze speelt de plaat bijna in haar eentje in. Op het noisy 'Who the Fuck' krijst ze woedend de frustratie van zich af en op 'Pocket Knife' bedreigt ze opdringerig manvolk met haar zakmes.
Ongrijpbaar
Haar achtste plaat is White Chalk, waarvan de titel refereert aan de krijtrotsen bij haar woonplaats. Het is een ijle, beklemmende plaat, met voornamelijk pianoliedjes en een opvallend hoog zingende Polly. De hoesfoto doet vermoeden dat ze zo is weggewandeld uit een boek van Emily Brontë en de teksten staan als vanouds weer bol van eenzaamheid en verdriet. Maar Polly geeft bij herhaling aan dat haar teksten niet als autobiografisch moeten worden opgevat en dat ze echt niet zo’n duister type is.
Duister of niet, PJ Harvey is hoe dan ook onvoorspelbaar en waar ze op een volgende plaat mee aan komt zetten is altijd een verrassing. Aan de ene kant is ze een zeer perfectionistische vrouw, die heel goed weet wat ze wil en zich door niemand de wet laat voorschrijven. Aan de andere kant is ze nog altijd dat verlegen, graatmagere meisje van het Engelse platteland, dat constant twijfelt aan haar eigen kunnen. Maar juist dat maakt haar interessant: Polly Jean Harvey is een ongrijpbaar artieste, van wie je nooit weet wat haar volgende zet zal zijn.
Foto's: Maria Mochnacz
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/pj-harvey/de-vele-gezichten-van-pj-harvey/16048/
Meer PJ Harvey op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/pj-harvey
Deel dit artikel: