Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
22. BLACK HEART PROCESSION - 2
[Touch and Go/Konkurrent; 1999]
Wanneer Three Mile Pilot anno 1997 een rustpauze inlast, schrijven Pall Jenkins en Tobias Nathaniel eerder toevallig enkele nummers bijeen die het debuut van The Black Heart Procession vormen. Platenlabel Touch and Go is zo onder de indruk dat het hen vraagt nog een tweede plaat te maken. 2 verschijnt in 1999 en is al evenzeer doordrongen van het donkere, trage en melancholische geluid en de weemoedige sfeer die de muziek van de band kenmerkt, met dank aan het pianospel van Nathaniel en de zingende zaag van Jenkins. Heel wat nummers van de plaat zijn ondertussen vaste waarden geworden, die nooit ontbreken wanneer Black Heart Procession optreedt: ‘Blue Tears’, ‘A Light So Din’, ‘Your Church Is Red’ en het uptempo ‘It’s a Crime I Never Told You About the Diamonds in Your Eyes’, alvast een opstapje naar de snelle en meer ritmische rock van hun latere platen. (door geertje cools)
» bekijk de artiestenpagina
21. MUSE – ORIGIN OF SYMMETRY
[Taste; 2001]
Voorzichtig verovert Muse in 1999 de wereld met het nummer ‘Muscle Museum’. Er is een paar jaar, wat airplay en festivals als Lowlands, maar vooral een overweldigend album voor nodig om echt door te breken. Het hechte trio uit het Engelse dorpje Teignmouth doet de monden openvallen met Origin Of Symmetry. Virtuoze piano-orgasmes, onnavolgbaar gitaarwerk dat nog nooit elders werd vertoond, spacy synthesizers en die stem die recht uit de ziel in de ziel van de luisteraar wordt afgevuurd. Een futuristisch soort rock, los van welke scene dan ook. Het album levert met zijn bombastische emoties moeiteloos een aantal successingles af, die bij optredens vaak nog als belangrijkste hits tellen. En meer, want dit is zo’n album zonder vervelende momenten. ‘Plug In Baby’, ‘Bliss’, ‘Space Dementia’, ‘Citizen Erased’, ‘Micro Cuts’; nog nooit klonk liefdesverdriet zo bombastisch. Hoewel Muse nog steeds vernieuwend is, zal Origin Of Symmetry altijd hun mijlpaal blijven. (door bas verbeek)
» bekijk de artiestenpagina
20. HERBERT – BODILY FUNCTIONS
[K7!/PIAS; 2001]
Dat Matthew Herbert een uitzonderlijke producer is, heeft hij al bewezen vóór 2001, met schitterende house op Around The House en een ontelbaar aantal remixen. In 2001 besluit hij de lat nog hoger te leggen met zelfopgelegde regels, verzameld in een manifest. Belangrijkste regel: alle muziek moet komen van samples van alledaagse geluiden, zoals huis-, tuin- en keukengeluiden. De titel van de plaat verwijst naar het gebruik van samples van lichaamsgeluiden. Al hoor je dat nauwelijks, want Bodily Functions is een warme elektronische plaat, met zelfs een wat romantische sfeer. In 2001 is het niet evident dat elektronische producers aan de slag gaan met zangeressen, maar Herbert doet het wel. Zo wordt deze plaat ook de eerste, warme kennismaking met de stem van Dani Siciliano. Met Bodily Functions legt Herbert de basis voor de weg die hij als producer inslaat, met stijgend succes. Kortom: een echte klassieker. (door koen marien)
» bekijk de artiestenpagina
19. MASTODON - REMISSION
[Relapse; 2002]
Rond de eeuwwisseling is het niet best gesteld aan het metalfront. Nu-metal, het onduidelijke genre dat evenveel commentaar als bewondering oogst, is te fragmentarisch om blijvend indruk te maken. Hoeveel geschreeuw de ratjetoe van laaggestemde gitaren, samples, hiphop en clowneske kostuums ook veroorzaakt, veel wol levert het niet op.
In 2002 is het Mastodon dat hoop biedt in bange dagen. Remission is de vervolmaking van de sound die op de ep Lifesblood geboren wordt. Een spetterende mix van technisch vernuft, creatief gitaarspel en hyperactieve drumpartijen, het best te omschrijven als een metalinterpretatie van jazzdrums. Mathcore-bands als The Dillinger Escape Plan verleggen ook grenzen, maar ontberen aanstekelijke nummers. Mastodon heeft het vizier op de toekomst gericht en is, zo bewijzen de vele twinpartijen en de thematiek van de nummers, stevig geworteld het hardrockverleden. Met zowel compacte nummers (‘Crusher Destroyer’) als epische kunstwerkjes (‘Ol’e Nessie’) stelt Mastodon een nieuwe norm. (door ruud van esch)
» bekijk de artiestenpagina
18. THE STREETS – ORIGINAL PIRATE MATERIAL
[679/Warner; 2002]
Het glas bier van Mike Skinner in de hoes van zijn debuutalbum is niet half vol, het is half leeg. De asbak, díe is halfvol, het pakje peuken dan weer half leeg. Er zit vocht achter het behang en er is niets te doen. Zie daar het leven in een grote Britse stad als Birmingham. Gelukkig heeft rapper Mike Skinner zijn bijtende gevoel voor humor, zijn observatievermogen en zijn luie flow nog. Original Pirate Material beschrijft het leven van een geezer. De geezer drinkt, blowt, hangt, feest, laat zich makkelijk verleiden tot overbodig geweld en levert op meerdere fronten een strijd met het vrouwelijk deel van de wereld (let wel: birds, geen bitches). Een vermakelijk geheel dus, en tegelijkertijd weet The Streets met zijn frisse mix van hiphop en 2-step ook nog het nieuwe geluid te laten horen dat hij in ‘Let’s Push Things Forward’ belooft. (door atze de vrieze)
» bekijk de artiestenpagina
17. RICARDO VILLALOBOS - ALCACHOFA
[Playhouse; 2003]
Spookachtig spannend is dit eigenzinnige debuutalbum van Chileen Ricardo Villabos. Door sommige criticasters werd het drie jaar terug nog als ‘moeilijk verteerbaar’ en ‘artificieel’ bestempeld. Toch is Alcachofa volgens anderen juist weer ‘dé plaat van 2003’ en één van de beste platen van de afgelopen zeven jaar. In ieder geval is Alcachofa (wat Spaans is voor artisjok), meer dan het op het eerste gehoor lijkt en heeft Villalobos daarmee grote invloed gehad op de ontwikkeling van de minimal in de hedendaagse dance. Net als de exclusieve eetbare bloem waaraan de titel refereert, is dit knappe staaltje elektronica in eerste instantie opgebouwd uit verschillende onsamenhangend klinkende laagjes geluiden en ritmes en kost het iets meer moeite tot de kern te komen. Pas wanneer die is geraakt en de afwachtende basdrum tevoorschijn komt, valt alles samen en kom je tot een verrassende ontdekking: niets is wat het lijkt en Alcachofa esta delicado! (door panos apostolidis)
» bekijk de artiestenpagina
16. BLOC PARTY – SILENT ALARM
[Wichita/V2; 2005]
Van alle nieuwe Britse gitaarbands is Bloc Party waarschijnlijk degene met het beste toekomstperspectief. Hun muziek is te dwars, te eigenzinnig en te arty voor een groot publiek, maar tegelijkertijd vooruitstrevender dan die van hun soortgenoten. Bloc Party kijkt verder dan de jaren tachtig, verder dan voorbeelden als Gang of Four, verder dan vrolijk dansende meisjes. Silent Alarm kan al omschreven worden als één van de beste debuutalbums van het nieuwe millennium en is tegelijkertijd een album waar het viertal veel kanten mee op kan. Met een fantastische drummer (Matt Tong), een wereldvreemde gitarist (Russell Lissack), een nuchtere bassist (Gordon Moakes) en een zwarte zanger (Kele Okereke) liggen alle opties nog open. Ontstijgt Bloc Party de hype en is dit slechts een voorbode van wat komen gaat? De band bezit in ieder geval de overtuiging, de urgentie en de felheid die nodig is om te overleven. (door rob van leeuwen)
» bekijk de artiestenpagina
15. WILCO – YANKEE HOTEL FOXTROT
[Nonesuch/Warner; 2002]
De release van Yankee Hotel Foxtrot ging niet zonder angels en voetklemmen (Ramptoeristen moeten zeker Sam Jones’ documentaire ‘I Am Trying To Break Your Heart’ in huis halen). Platenfirma (Reprise) weigerde het album uit te brengen in de opinie dat het geen hapklare brok was voor de mainstream. Ze vreesde dat dit het einde van Wilco zou betekenen. Bovendien werd Jay Bennett kort na de finishing touch buiten gebonjourd, omdat hij het niet eens was met de noisy inslag die mixer Jim O’Rourke met zich meebracht. Frontman Jeff Tweedy kreeg te kampen met aanvallen van acute migraine. Gelukkig was er ook goed nieuws: het kleine label Nonesuch werd wel bereid gevonden om Yankee Hotel Foxtrot uit te brengen en het werd een dijk van een album. Songs die rustig beginnen en eindigen in een chaotische feedback representeren de nieuwe sound van Wilco en laten de ouwemannentwang van debuut A.M. achter zich. (door hanne rombouts)
» bekijk de artiestenpagina
14. QUEENS OF THE STONE AGE – SONGS FOR THE DEAF
[Interscope/Universal; 2002]
Over R was men al meer dan lovend. Met het indrukwekkende hoofdstuk Songs for the Deaf behoren Josh Homme en consorten in één klap tot de groten der aarde. Vooral de eerste single ‘No One Knows’ slaat in als een bom en wordt een wereldhit. Wat met Kyuss helaas niet lukte, wordt nu dubbel en dwars uitbetaald. Men spreekt al snel van een nieuwe standaard in de rock. Dat is het niet, maar de hooggespannen verwachtingen worden absoluut ingelost. Een glansrol is weggelegd voor multi-instrumentalist en Foo Fighters-frontman Dave Grohl, die de plaat op indrukwekkende wijze vol drumt. Ex-Screaming Trees-zanger Mark Lanegan steelt de show op ‘Hangin’ Tree’ en ‘God Is in the Radio’. De radio-intermezzo’s tussen de nummers door geven een echt on-the-road gevoel. Songs for the Deaf is een wervelende en verslavende autorit. (door sander tonino)
» bekijk de artiestenpagina
13. SPINVIS - SPINVIS
[Excelsior/V2; 2002]
In het begin hield label Excelsior nog geheim wie Spinvis was. Met als gevolg dat de pers wanhopige pogingen deed de identiteit van de man te achterhalen. Daarna werd bekend dat het Erik de Jong betrof, thuisknutselaar op z’n zolder in Nieuwegein. Het gevolg was dat zijn huis door sommigen als een bedevaartsoord werd beschouwd. Want hoe verzint die man het! Oh natuurlijk, die liedjes blijven staan. Een lekker lo-fi geluid, goede melodieën, van catchy pop (‘Smalfilm’) tot ingetogen (‘Herfst en Nieuwegein’). Maar allemachtig, hoe krijgt hij die teksten bij elkaar. Vanuit het niets lijken ze bij elkaar te zijn gevallen. Zulke mooie zinnen ook: zal er iets achter zitten? De knip/plak-methode van De Jong, die deze teksten in ’t dagelijks leven oppikt, is nog nooit eerder vertoond. Met zijn onvaste stem – ook zoiets – maakt hij onuitwisbare poëziepop die altijd een klein mysterie in zich blijft houden. (door norbert pek)
» bekijk de artiestenpagina
12. THE MARS VOLTA – DE-LOUSED IN THE COMATORIUM
[Gold Standard Laboratories/Universal; 2003]
Sommige bands maken een punkrockalbum. Anderen een hardcore-plaat. Er zijn groepen die zich toeleggen op symfonische of progressieve rock, terwijl enkele muzikanten aan de zijlijn van de muziekwereld zich bezighouden met stromingen als latin, salsa, jazz, ambient, funk, noem het maar op. Zo niet The Mars Volta, die stopt alle invloeden simpelweg in één overdonderende conceptplaat. Een plaat over een persoon die zelfmoord wil plegen, per ongeluk in coma raakt, een week lang de meest vreemde dromen heeft, uiteindelijk wakker wordt en daarna alsnog het klusje klaart. De persoon in kwestie is gebaseerd op Julio Venegas, die in 1996 zelfmoord pleegt en een vroegere vriend is van de twee kernleden van The Mars Volta: Cedric Bixler en Omar Rodriquez-Lopez, bekend om hun opvallende afro’s en voorheen leden van At the Drive-In. De-Loused in the Comatorium is het overdonderende en bizarre resultaat van twee allesvreters die uit het keurslijf van een posthardcoreband breken. (door rob van leeuwen)
» bekijk de artiestenpagina
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/de-77-van-7-jaar-kindamuzik/de-77-van-7-jaar-kindamuzik-nummers-22-tot-en-met-12
Meer De 77 van 7 jaar KindaMuzik op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/de-77-van-7-jaar-kindamuzik
Deel dit artikel: