Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Safe as Milk (1967)
Nadat A&M-eigenaar Jerry Moss in 1966 de eerste demo’s van Safe as Milk hoorde, werden Captain Beefheart & the Magic Band van zijn label geschopt. Leuk hoor, die Bo Diddleycover ('Diddy Wah Diddy') waarmee Beefheart zijn carrière begon, maar dít werk ging helemaal de verkeerde kant op. Terugkijkend is Beefhearts debuut een van zijn meest toegankelijke albums. Gelukkig durfde Buddah Records het avontuur wel aan. Safe as Milk was nog verre van af, maar de toen twintigjarige Ry Cooder op gitaar wist tijdens het opnameproces in 1967 wel raad met Beefhearts maniakale ideeën. De illustere dichter Herb ‘Masters’ Bermann schreef intussen mee aan de teksten. Lange tijd leek de onvindbare Bermann een hersenspinsel van Van Vliet, maar het mysterie werd doorbroken dankzij dit filmpje. Verkopen deed Safe as Milk amper, maar uit Europa kwam één lichtpuntje; The Beatles verklaarden zich fan van Beefhearts debuut. De liefde was namens Van Vliet niet wederzijds. Het album had meer liefhebbers: in High Fidelity weigert Jack Black de plaat te verkopen aan mensen die hij niet geschikt acht om Safe as Milk te bezitten. (LvdB)
Beluister het album op Spotify.
Trout Mask Replica (1969)
Magnum opus, meesterwerk, briljant, geniaal… De loftuitingen zijn niet van de lucht als het gaat over Trout Mask Replica, de door Frank Zappa geproduceerde plaat van Captain Beefheart en zijn Magic Band uit 1969. Feit is ook dat ik, onder druk van mijn omgeving, al zo vaak geprobeerd heb de plaat mooi te vinden, maar daar nimmer in ben geslaagd. Is Zappa nog altijd zijn tijd ver vooruit; het land waar Captain Beefheart op aanstuurt, zal voor mij voorlopig wel helemaal uit het zicht blijven, zo ver heeft hij met deze plaat de grenzen van de popmuziek opgerekt. Om de ontdekking van Trout Mask Replica voor mijzelf wat aantrekkelijker te maken, heb ik laatst ook maar de versie op dubbelvinyl aangeschaft. Veel verder dan kant één ben ik nog niet gekomen, maar hij staat daar wel heel prominent, met zijn roze-oranje rug, te wachten tot de tijd rijp is. (EP)
Beluister het album op Grooveshark.
Lick My Decals Off, Baby (1970)
Na de uiterst intense opnames van Trout Mask Replica versoepelt Van Vliet zijn ijzeren greep op de leden van The Magic Band een klein beetje. Er gaat geen moordend repetitieregime van zes maanden aan vooraf en bijgevolg klinkt deze opvolger een beetje lichter, of zelfs wat speelser. Het spel met textuur, complexe ritmes en instrumenten die door en naast elkaar lijken te spelen van het vorige album wordt verdergezet, maar met songs die ietwat directer zijn. Ook Beefhearts teksten zijn iets minder ondoorzichtig en surreëel, getuige songtitels als 'I Love You, You Big Dummy', 'Woe-Is-Uh-Me-Bop' en 'I Wanna Find a Woman That'll Hold My Big Toe till I Have to Go'. Afsluiter 'Flash Gordan's Ape' toont echter dat hij zijn avant-gardeaspiraties verre van opgegeven heeft, met blazers die zo hectisch zijn dat ze een impressie van het spitsuur in Rome benaderen. En waarom iemand aan zijn raamstickers zou willen likken, is ook niet echt duidelijk. (SM)
Beluister het album op Grooveshark.
The Spotlight Kid (1972)
Ten tijde van The Spotlight Kid heeft Don van Vliet, die dan al volop schildert, de carrière die het uiteindelijk zal winnen van de muziek, grote conceptuele ideeën. Zo introduceert hij in de plaats van fallische, rechtovereind staande wolkenkrabbers, nieuwe vrouwelijke gebouwen waar men gelijkvloers binnenkomt om vervolgens af te dalen in meerdere verdiepingen, die volgens Beefheart zo comfortabel zijn als een baarmoeder. Als een groot project op die wijze in Londen afketst, keert Beefheart terug naar de muziek. Maar hij is het beu om, naar eigen zeggen, de mensen met zijn muziek nog steeds de stuipen op het lijf te jagen en maakt The Spotlight Kid, een plaat die perfect in balans is met vreemde en briljante ideeën, pompende neo-blues, een Magic Band in optima forma en de Captain zelf die de sterren van de hemel zingt, gromt en brult. (RB)
Beluister het album op Grooveshark.
Unconditionally Guaranteed (1974)
Het is 2005 en ik zit met de zanger van Polgate in zijn auto terug naar Utrecht vanuit Den Haag. Zojuist hebben we een interview gehouden met hem, Erny Green, en Henk Koorn die de nieuwe plaat van Polgate heeft geproduceerd. Green graait in zijn voorraad auto-cd's en zet Unconditionally Guaranteed van Captain Beefheart op. Een plaat die ik volkomen over het hoofd heb gezien, omdat de canon van de popmuziek leert dat dit één der commerciëlere platen van Beefheart zou zijn. Maar wat een aangrijpende plaat is dit… Een instant (her)ontdekking. Opener 'Upon the My-o-my' vliegt erin als vintage vreemde Beefheart, alleen dan met blazers die vette soulaccenten plaatsen. Daarna volgen enkele ingetogen, zelfs melancholische tracks waaronder het ontroerende 'This Is the Day'. Misschien was Beefheart niet eerder zo verrassend door niet verrassend te zijn, maar voor het liedje te gaan. Muzikanten, zoals Erny Green, snappen dit intuïtief. (RB)
Beluister het album op Spotify.
Shiny Beast (Bat Chain Puller) (1978)
Na een paar minder goed ontvangen albums op het label Mercury is dit zogezegd een comeback voor Beefheart. Wegens problemen met het management van Frank Zappa en diens label DiscReet worden de opnames uit 1976 van wat eigenlijk Bat Chain Puller had moeten heten, nooit uitgebracht (de release van de originele sessies wordt na 35 jaar aangekondigd voor januari 2011). Met een nieuwe band, met onder andere Eric Drew Feldman (zie: Pere Ubu, Frank Black, PJ Harvey) op toetsen, worden een aantal van die songs opnieuw opgenomen, waaronder het charmante, chanson-achtige 'Harry Irene'. Ook verrassend toegankelijk en lichtvoetig is bijvoorbeeld 'Tropical Hot Dog Night', een soort kubistisch calypsofeestliedje. 'You Know You're a Man' klinkt dan weer vertrouwder, als een gedeformeerde uitvergroting van 'de blues'. Het massieve, op een rechtlijnig en onwrikbaar ritme gebouwde 'Bat Chain Puller' en het groovy 'When I See Mommy, I Feel like a Mummy' zijn ronduit bezwerend. Het is trouwens de eerste keer dat een schilderij van Van Vliet de cover siert. (SM)
Beluister het album op Spotify.
Ice Cream for Crow (1982)
Aanvankelijk wilde Beefheart de helft vullen met opnames uit 1976, maar tijdens een legendarisch intense confrontatie weigert Zappa om de tapes aan zijn jeugdvriend te geven. Misschien is dat echter het spreekwoordelijke geluk bij een ongeluk, omdat Beefheart hierdoor nieuwe songs en opnames moet maken, wat ongetwijfeld positief uitkomt voor de coherentie van dit album. Ondanks aanvankelijk gebeknibbel op het opnamebudget, geeft Virgin groen licht voor een videoclip voor de titeltrack; die door MTV geweigerd wordt omdat hij "te weird" is. Wie vertrouwd is met het Beefheartoeuvre vindt hier echter gewoon een bevestiging van diens stijl: op twee benen en in twee richtingen hinkende bluesrock met atonale elementen, die op een bepaalde manier toch perfect in elkaar zit. Het tweespaltige element wordt op deze plaat nog versterkt door enkele tracks die klinken alsof Beefheart lukraak zijn gedichten voordraagt over een kakofonische mardi gras-stoet. Wie dat niet spannend vindt, heeft er niks van begrepen. En spijtig genoeg keert Van Vliet hierna de muziekbusiness de rug toe, vanwege de "hypocriete sfeer" en de "consumeermechanismes" die er rond hangen. (SM)
Beluister het album op Spotify.
LEES OOK: De tien doden van 2010
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/captain-beefheart/captain-beefheart-herinnerd-op-zeven-manieren/21060/
Meer Captain Beefheart op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/captain-beefheart
Deel dit artikel: