Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Een verderlicht, elegant liedje maken over kanker, kan dat? Een liedje zo goedmoedig en verleidelijk van toonzetting, dat pas in tweede instantie blijkt waarover het gaat? Een liedje waarbij de tranen achter de ogen schieten, maar waarbij je het tegelijk droog houdt, omdat je zo troostrijk wordt toegezongen? En waarbij de losse, montere banjo-begeleiding je al helemaal weerhoudt van droeve gedachten? En het troostrijke koper je alsnog doet grienen, maar dan met een wonderlijk gevoel van gelukzaligheid? Kan dat allemaal?
Ja dat kan. Maar het luistert verschrikkelijk nauw, en kost groot muzikaal talent. Een capabele, slimme, humorvolle band als Ween vertilde er zich al eens aan. Die maakte een een kolderieke song over Aids: een jakkerend kermisdeuntje, onderbroken met de woorden “aids” en “H-I-V”. Dat was lachen in eerste instantie, en werd daarna in z’n eenduidigheid alleen maar dunner, totdat er niets anders restte dan een studentikoze grap.
Aan grappen doet Sufjan Stevens, want over hem gaat het hier, niet. Zijn liedje over een geliefde met kanker heet 'Casimir Pulaski Day'. De titel verwijst naar de feestdag van de Amerikaanse staat Illinois, waarop een van oorsprong Poolse migrant wordt geëerd, die de slag bij Brandywine heeft gewonnen. Sufjan Stevens, zelf afkomstig uit New York, maakte een cd, bijna tachtig minuten lang, die in zijn geheel is opgedragen aan deze Amerikaanse staat. De cd is de tweede in een serie: de zanger en multi-instrumentalist heeft zich voorgenomen om over alle staten van Amerika een concept-cd te maken. Eerder al was Michigan aan de beurt. Hij heeft er nog 48 te gaan.
Dat mag klinken als een grootste, tot mislukken gedoemde onderneming; op Illinois wordt andermaal duidelijk dat Sufjan Stevens slaagt door het klein te houden. Hij verstaat de kunst zijn eigen belevenissen en beslommeringen op te hangen aan historische feiten, namen en plaatsen die allemaal nauw met Illinois verband houden. De Ufo bij Highland, seriemoordernaar John Wayne Gacy, Chicago en Jacksonville: in handen van Sufjan Stevens worden het persoonlijke, elegante liedjes, losgezongen van elke conceptuele logheid.
Sufjan is gezegend met een verbluffend intieme, geruststellende stem. Hij hoeft geen moment sentimenteel uit te halen om toch emotioneel raak te schieten. Het is een stem die beperkingen kent; niet alleen van hemzelf, maar ook van de omringende wereld. In zijn stem weerklinkt een berustende, maar montere doorleefdheid –van iemand die zich niet gek laat maken, maar tegelijk vrij is van cynisme. Misschien komt het omdat Sufjan een toegewijde christen is, het zou best kunnen. Hij werd het als kind van vrijdenkende hippie-ouders; wie daartegen als puber nog in het geweer wil komen komt als snel terecht bij een subcultuur waarin ordening, restricties en heldere geloofskwesties prevaleren boven bandeloosheid. Maar toegewijd christen of niet, ook hier kent hij de beperkingen. Zoals in 'Casimir Pulaski Day', dat liedje over kanker bij een geliefde: “Tuesday night at the Bible study, we lift our hands over your body. But nothing ever happens.” Het liedje sluit af met "and he takes and he takes and he takes". Het is dan al gedaan met de geliefde die botkanker had. Sufjan meent nog haar te hebben zien ademen, een bekend verschijnsel bij het afscheid van de meest dierbaren. Nogmaals: de hele geschiedenis heeft hem er niet van weerhouden op de proppen te komen met een monter liedje dat in eerste instantie klinkt als gevatte, alledaagse vertelling.
Die alledaagse vertelling, daar heeft Sufjan een gouden gevoel voor. Stevens is een observator met een scherp oog voor menselijke karakterteristieken; met een scherpe radar voor hoe moedwil en misverstand het dagelijkse leven kleuren. Sufjan kent de menselijke maat. Hij wéét dat seriemoordenaar John Wayne Gacy, misschien wel de meest geruchtmakende in de Amerikaanse geschiedenis, voor buren en vrienden een bijzonder aardige, innemende vent met gevatte grapjes was. “Op mijn best”, zo zingt Sufjan, “ben ik net als hem.” Er zullen niet veel christen-zangers zijn die hem dat nazeggen. En ook niet veel seculiere zangers, for that matter.
De instrumentatie op Illinois is als een rijkelijk overgoten feestmaal. Het kan niet op – met memorabele koortjes, rustiek banjospel, sentimentele violen, een scheurende punkgitaar, uit de losse pols gespeelde gitaartjes, funky rhythm-‘n-blues-passages; troostrijk, trefzeker koper, inventief woordrijm en nog meer toeters en bellen (handclaps!) –van alles precies genoeg, nergens te dik uitgesmeerd, maar ook nergens zuinig of bangelijk aanwezig. Het maakt Illinois ook tot een even vanzelfsprekende als prominente cd; wie wil ondergaat een grootse artistieke vervolmaking, maar de cd excelleert met hetzelfde gemak in zijn gemoedelijke, alledaagse monterheid. Sufjan Stevens imponeert en stelt tegelijk gerust. Hij is groots door het klein te houden. Het is volmaakte popmuziek, zonder weerga of bedenkingen. Er is een concept in het spel van hier tot ginder, maar ook zonder maar het flauwste benul te hebben van die context, is Illinois een betoverende cd.
http://www.kindamuzik.net/recensie/sufjan-stevens/illinois/10363/
Meer Sufjan Stevens op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/sufjan-stevens
Deel dit artikel: