Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
‘THIS CD INCORPORATES ANTI COPY TECHNOLOGY’. Dit is klaarblijkelijk enkel een technologische en zeker niet een artistieke waarschuwing.
Los van de hypes in de ‘alternatieve’ jaren negentig waren er enkele grote rockbands die werkelijk boven het maaiveld uitkwamen. Naast de madchester, grunge en punk rage hadden twee bands hun bestaansrecht overtuigend verdiend. Hoewel beide bands mij nooit geheel hebben kunnen bekoren kan onmogelijk ontkend worden dat de Smashing Pumpkins en Radiohead tot De Groten van de negentiger jaren van de vorige eeuw hebben behoord. De Smashing Pumkins vonden hun artistieke en commerciële doorbraak met Siamese DreamS in 1993. Met dat album wisten de Pumkins de recensenten alsook het popminnende publiek achter zich te scharen. In het geheel niet onverdiend overigens. Het album bevat goede voortstuwende rocksongs met veel mooie tempowisselingen, stops en andere muzikale spitsvondigheden. Dat de muziek daarnaast nog eens ballen had en de zanger het archetype van een gekwelde songwriter was maakte het plaatje compleet. De band en die betreffende plaat afdoen als de juiste band op het juiste tijdstip met het juiste geluid doet dit alles geen recht. Siamese DreamS is boven alles een ijzersterk artistiek statement en werd terecht een commercieel succes. Dat de Smashing Pumkins nog maar één goed album uitbrachten – het ambitieuze ‘Mellon Collie And The Infinite Sadness’ – maakt de impact er niet minder om.
Het andere megasucces van de jaren negentig kwam in de tweede helft van het decennium. In 1997 verscheen OK Computer van Radiohead. Hoewel de band na de overbekende doorbraaksingle ‘Creep’ op het niet onverdienstelijke tweede album The Bends liet horen meer te zijn dan een one hit wonder werd de knock out geslagen met het derde album. De groep tilde zich boven het standaard rock vocabulaire uit en kwam met een eigen taal. Het album barst van angstbeelden verpakt in popsongs met een scherp randje zonder dat de volumeknop gebruikt behoeft te worden om het desperate gevoel over te brengen.
Wat doen de Smashing Pumkins en Radiohead in hemelsnaam toch in een bespreking van Nothing Will Go Wrong van het Duitse Slut? Luisterend naar Nothing Will Go Wrong kan je onmogelijk de indruk ontgaan dat de leden van Slut het naar verwachting eens zijn met de bovenstaande constatering betreffende de belangrijkste rock albums van de jaren negentig van de vorige eeuw. Sterker nog, de platenkasten van de leden van Slut zijn waarschijnlijk van top tot teen gevuld met alle releases van de Smashing Pumkins en Radiohead, inclusief alle rareties. En ja, ze zullen de vergelijking nu inmiddels wel zat zijn. Het zal nu al talloze keren geschreven zijn maar ik ben geen artiest. Ik dien simpelweg te stellen waar het volgens mij op staat. De eerlijkheid gebied mij dus ook te zeggen dat Nothing Will Go Wrong at face value ijzersterk is en eigenlijk geen enkel teleurstellend nummer bevat. Het album moet zonder de skip-functie van de CD-speler te hanteren gehoord worden, zo’n coherent geheel is het. Petje af maar ik kan ondanks de sterke composities en vlijmscherpe melodieën maar moeilijk vergeten dat ‘I Can Wait’ neergepend had kunnen zijn door Thom York terwijl ‘Time Is Not A Remedy’ een outtake had kunnen zijn van de ‘Siamese Dream’-sessies. De leden van Slut worden overduidelijk geïnspireerd door Radiohead en de Smashing Pumkins maar jatten iets te ongegeneerd en doen dit vooral bij het leven. Zo krijgt een ijzersterk album met tien goed in het gehoor liggende nummers toch een nare nasmaak.
http://www.kindamuzik.net/recensie/slut/nothing-will-go-wrong/2241/
Meer Slut op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/slut
Deel dit artikel: