Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Hoewel in 2010 de meeste festivals probleemloos uitverkopen, laat bijna iedereen het debuterende Walk the Line links liggen. Onterecht, zoals blijkt uit de ontspannen sfeer en het programma met nieuwe bands als Timber Timbre, Warpaint, Esben and the Witch en The Crookes, die niet veel later de weg naar het grote publiek vinden.
Dit jaar komen er iets meer mensen af op het Haagse festival. Overvolle zalen, zoals op Crossing Border en Motel Mozaïque, blijven godzijdank achterwege. Als iets tegenvalt, loop je eenvoudig door naar een ander zaaltje. Vooral op de eerste avond is zappen geen overbodige luxe.
Het duo Little Trouble Kids geeft het startschot als het laatste restje daglicht De Zwarte Ruiter binnendringt. Een alleraardigst stel: hij schreeuwt en springt en zij stampt op een houten kistje, waardoor zij zeker twee koppen groter lijkt dan haar partner. De twee Belgen spelen hard, snel en zonder koffiepauzes. Alsof de Belastingdienst hen op de hielen zit. Laat op de avond werkt garagerock doorgaans wel beter.
Ook bij The Leisure Society is het licht nog aan. Voor bruiloften is Het Nutshuis misschien geschikter. De organisatie van Walk the Line zou voor concerten toch beter kunnen uitwijken naar de locaties van vorig jaar, zoals bijvoorbeeld de kerk. De volle sound van dit zevenkoppige gezelschap klinkt nu veel doffer dan de bedoeling is. Strijkers en dwarsfluit zorgen voor een subtiel klanktapijt. Het bewogen stemgeluid van de veelzijdige voorman Nick Hemming is als een dobberend bootje op een kalme zee. Alleen bij Paul Simons 'Me and Julio down by the Schoolyard' gaat het er net iets wilder aan toe.
De nieuwerwetse soul van Marques Toliver [foto rechts] is interessant. Toliver begint zijn carrière in de metro en parkjes van Manhattan, totdat Kyp Malone van TV on the Radio hem ontdekt. Toliver is een einzelgänger, die klassieke instrumenten als autoharp en viool gebruikt om zijn diepe en warme zangstem alle ruimte te geven. Hoewel hij muzikaal sterk in zijn schoenen staat, lopen de songs vaak stuk op aanstellerige songteksten. "Sitting in my room waiting for you to love me," zingt hij, alsof hij het poëziealbum van een dertienjarige puber voorleest.
Wegens omstandigheden liet Kowalski het afweten, en de Ieren worden vervangen door Rebekka Karijord [bovenste foto]. Gewapend met harp, keyboard en een lieflijke stem, brengt deze Noorse jongedame, bijgestaan door wat bandleden, haar verhalende liedjes. De uitvoering verloopt niet altijd even gesmeerd want de band lijkt nog niet zo lang samen te spelen. Erg vernieuwend is het ook niet, maar het klinkt allemaal wel uitermate lief en lekker. Hier en daar doen de liedjes aan Tori Amos denken, maar dan zonder die authentieke, rauwe randjes.
Misschien is het de redelijk gevulde grote zaal van het Paard, die de zanger van Young the Giant [foto linksonder] doet geloven dat hij de voortijdige reïncarnatie is van Bono. Ook de rest van de band gaat mee in het enthousiasme van de energieke voorman. Voor je het weet klinken de bescheiden folksongs als clichématige rockballades. Morgen zou men dit bandje alweer vergeten kunnen zijn. Aan de andere kant zou Young the Giant binnenkort net zo goed op het hoofdpodium van een festival als Pinkpop kunnen staan. Wat het ook gaat worden, is om het even.
De Belgische groep Arsenal [foto hierboven] doet ondertussen zijn ding in de kleine zaal, maar de stevige dancerock weet niet te overtuigen. De beats zijn eentonig en ongeïnspireerd, waardoor al snel ieder nummer hetzelfde klinkt.
Terwijl elders een band U2 imiteert, waagt Low Vertical een poging om vooral als het Radiohead van nu te klinken. Bezwerende beats en fragiele zang maken de gelijkenis aardig kloppend. De sfeer die de Belgen oproepen, lijkt belangrijker dan de songs, die nog veel op elkaar lijken. Hoewel minder chaotisch dan indierockers als Little Comets en Bear Driver, weet ook Low Vertical de middelmatigheid die op de twee editie van Walk the Line heerst nauwelijks te ontlopen.
De prijs voor de meest misleidende programmatekst gaat naar de omschrijving van Colourmusic. De band uit Oklahoma wordt vergeleken met The Polyphonic Spree en The Flaming Lips, maar op het podium staan vier mannen met veel haar en laaghangende gitaren. Als die eenmaal losbarsten is het wel even omschakelen, want er is niet zoveel psychedelisch aan dit geweld en met melodieuze samenzang heeft het ook weinig te maken. Zijn de verwachtingen eenmaal aangepast, dan komt het wel goed en is dit best een aangename bak herrie om de dag mee af te sluiten.
Foto Arsenal door Angela van Tol, foto Rebekka Karijord door René Passet (cc), foto's Young the Giant en Marques Toliver door Jeroen Bosman (cc)
http://www.kindamuzik.net/live/walk-the-line-festival/walk-the-line-de-vrijdag/21615/
Meer Walk the Line Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/walk-the-line-festival
Deel dit artikel: