Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Bijna was The Music in My Head ten onder gegaan toen de politiek besloot dat ook verkapte tabaksreclame voortaan taboe is. Toch wist het Haagse zusje van het Crossing Border-festival her en der genoeg geld los te peuteren, zodat een doorstart mogelijk was. Afgelopen weekeinde vond in Het Paard van Troje de vijfde editie plaats. KindaMuzik toog naar het lustrumfeestje.
Little Man Tate speelt voor het eerst op Nederlandse bodem en mag in de grote zaal openen. Vanuit Engeland bereikten ons al berichten over de prima livereputatie van dit Sheffieldse kwartet en Little Man Tate maakt de belofte waar. De druk gebarende zanger Jon Windle beeldt zo ongeveer elk gezongen woord letterlijk uit en hij keuvelt tussendoor de nummers aimabel aan elkaar. Op het podium overheerst de pret en als er richting het slot van de set meer pit en venijn in de liedjes komt, verschuift de balans van Blur en Snow Patrol-achtige poprock naar hoekig dansbare Franz Ferdinand- en Arctic Monkeys-sferen. Minder vuilbekkend dan Bromheads Jacket is Little Man Tate de popvariant van de Sheffield-rock.
In het hete en volle café werkt Doll House Drama zich door een verdienstelijke show heen, die bij vlagen doet denken aan Antwerpse rockers als dEUS of Millionaire, maar die vooral Muse in gedachten roept, zonder Matt Bellamy’s masturbatoire vocale uithalen en dito gitaarspel. Breed uitgemeten nummers dus met een artistiekerig tintje, die echter wel een vetter gitaargeluid verdienen, vestigen de aandacht op de potentie van deze jonge band.
De kleine zaal wordt ingewijd door Kill The Young [foto links]. Het Britse trio zet zich af tegen het spreekwoord 'de jeugd heeft de toekomst', terwijl die kreet juist zo van toepassing is op deze jochies, want in Het Paard zien we drie jongens die prima hun instrumenten bespelen en barsten van de energie. Aan de teksten moet nog wat worden geschaafd - de drie herhalen wel erg veel zinnen - net als aan de podiumpresentatie. Nu overheerste het gevoel van een band in de oefenruimte.
In de grote zaal is het vervolgens de beurt aan Secret Machines [foto hieronder] om flink psychedelisch van leer te trekken. Prachtig uitgelicht in stemmig licht van achteren brengen de drie op donderend volume hun uitgesponnen rock voor het voetlicht. "This is right ace man!", schreeuwt Jon – Little Man Tate – Windle halverwege het eerste nummer mijn oor in en hij heeft groot gelijk. De naar Spiritualized neigende progdronestoner werkt al snel hypnotiserend en vindt zijn beste uitwerking in het fenomenale 'Daddy’s in the Doldrums'. In de kraakheldere mix krijgt drumbeest Josh Garza alle ruimte en zwelgt de gitaar heerlijk in dikke lagen delay. Tussen bombast en ellenlange nummers vindt The Music In My Head (TMIMH) een vroege topper.
Viel My Latest Novel na een dijk van een debuutalbum min of meer plompverloren dood in de grote zaal van Paradiso tijdens London Calling; in de knusse kleine zaal van het Haagse Paard komen de vijf uit de buurt van Glasgow heel wat beter uit de verf. Hun bevreemdende mix van indie- en postrock werkt wonderwel en kent heftige passages met samenzang uit volle borst en klaaglijke melancholie. Dramatisch, pakkend, gedreven of lieftallig folky haalt My Latest Novel nu moeiteloos het niveau van Wolves en voegt de groep er een extra dimensie aan toe door nog meer passie in de strijd te gooien dan op de plaat. Het is het Schotse alternatief voor Arcade Fire, zonder het alles verzengende vuur, maar met een feilloos gevoel voor stuwende ritmiek en dartele melodie.
Editors [foto links] zijn nu ruim een jaar op tournee en daar komt bijna een einde aan. Het debuut The Back Room heeft hun geen windeieren gelegd. Het afgelopen jaar speelde het kwartet zeker tien keer in Nederland, voor een telkens grotere schare fans, met als voorlopig hoogtepunt een uitpuilende tent op Pinkpop. Het publiek in Het Paard krijgt evengoed nog een keer de volle laag. Editors zijn enorm gegroeid sinds het Nederlandse podiumdebuut op London Calling in april 2005. Op het podium staat een band vol zelfvertrouwen en met een eigen geluid van donkere wave. Voorman Tom Smith laat zijn adhd de vrije loop, wat enkele vreemde houdingen en gezichtsuitdrukkingen oplevert. Juist dat versterkt het gevoel dat hier iets speciaals gebeurt.
Opnieuw een London Calling-déjà vu op de zaterdag van TMIMH: Noisettes [foto rechts]. De kleine zangeres Shingai met haar extreem lange nepwimpers stuitert over het podium alsof haar microfoon onder stroom staat. Even later beklimt ze de PA of speelt ze, enigszins gekalmeerd, gitaar of bas. Ondertussen wordt het publiek getrakteerd op artistiekerige punk à la The Yeah Yeah Yeahs en prettig swingende jazzy rock. Op momenten zijn Noisettes zo geschift als Test Icicles, maar even zo vaak nemen ze gas terug en blijkt de frontvrouw tevens over het stemgeluid van een ware diva te beschikken. De show is kort, krachtig, rauw, schizofreen en overweldigend. Meer, meer, meer van Noisettes alstublieft en graag zo snel mogelijk!
Ed Harcourt draait al lange tijd mee. Onlangs verscheen zijn vijfde album The Beautiful Lie. De singer-songwriter kiest ervoor om op zijn huidige tournee op te treden als eenmansband. Hij begeleidt zichzelf voornamelijk op de piano en pakt ook geregeld de gitaar, tamboerijn of een ander instrument om daar een sampletje van te maken en deze in een loop te zetten. Zo klinken er wel vier instrumenten tegelijk, terwijl er maar één muzikant is. Desalniettemin kan Harcourt niet voorkomen dat hij wat kaal klinkt zonder band. Daar komt bij dat de vele excuses voor het stemmen van zijn gitaar, zijn hoog opgelopen slaapgebrek vanwege een Britse tournee en het niet strijken van zijn overhemd na verloop van tijd hinderlijk worden.
De legendarische status van John Cale [foto links] binnen de rock lijkt op voorhand genoeg voor een geniaal concert. Echter: de viola blijft vanavond in de koffer. Met zijn uiterst vaardige band werkt Cale vandaag een setlist af die de nadruk legt op Helen of Troy en Slow Dazzle, aangevuld met werk van blackAcetate. Groovy jammend, met veel bluesy gitaarlicks ligt eentonigheid op de loer. Pas in het slotakkoord, dat bestaat uit het nieuwe en vreemd bubbelende 'Jumbo in the Modern World' en een cover van Jonathan Richmans 'Pablo Picasso', blijkt Cales brille en komt hij los van het juk van de classic rock van het voorafgaande uur. Al met al een teleurstellend concert van de grote meester, dat vooral kansen laat liggen in het funky r&b-departement van zijn laatste album blackAcetate.
Nog een bandje dat al op de jongste editie van London Calling stond: Howling Bells [foto rechts]. De grauwe muziek van het gezelschap komt in de kleine zaal van Het Paard beter tot zijn recht dan tijdens London Calling. Je wordt er niet vrolijk van, maar in al zijn donkerte is het wel mooi. Zangeres Juanita Stein doet bij vlagen denken aan Anneke van Giersbergen van The Gathering en op andere momenten aan Polly Jean Harvey. Om in de gaten te houden.
Het sluitstuk in de grote zaal wordt gevormd door Maxïmo Park [foto rechtsboven]. Vorige zomer kwam het debuut van de band uit, dat in Nederland gek genoeg weinig deed. Toch worden in de grote zaal van Het Paard alle nummers bijna woord voor woord meegezongen. De band is daar zichtbaar ingenomen mee. Zanger Paul Smith stuitert over het podium terwijl de band ongekend strak doorspeelt. In een uur tijd jaagt de band er het werk van A Certain Trigger doorheen met nog wat b-kantjes en enkele nieuwe nummers. Eén brok energie. Toch slaat de vlam niet over zoals vorig jaar op Lowlands. Is het het lange toeren, of maakt Maxïmo Park zich schuldig aan trucjes? In de herkansing op 05 Days Off.
Wie zijn oren even wil ontzien na de 107 decibel continu die Maxïmo Park produceerde, kan zich vervoegen bij de vriendelijkste man uit de hedendaagse rock: Ron Sexsmith. Gezegend met engelachtige stembanden mag de Canadees sterren als Radiohead, Elton John en Elvis Costello tot zijn fanschare rekenen. Daar mag een aandachtig luisterend TMIMH-publiek aan toe worden gevoegd. De troubadour pakt uit met minimale middelen en maximale trefzekerheid in woord en stemgebruik. Even fragiel, dan opeens bijtend en vooral meeslepend betoont Sexsmith zich minder experimenteel dan Ed Harcourt en eenvoudiger dan bijvoorbeeld Rufus Wainwright. Juist in de eenvoud van Sexsmiths nummers schuilt een peilloze pracht. Nog steeds een goed bewaard geheim en een beetje een cultheld laat Ron Sexsmith aan het einde van The Music In My Head horen hoe mooi klein gehouden, heel normale liedjes kunnen zijn.
http://www.kindamuzik.net/live/the-music-in-my-head-6720/the-music-in-my-head-2006-4400/13149/
Meer The Music in My Head op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/the-music-in-my-head-6720
Deel dit artikel: