Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De noiserock die ze voortbrachten was de leden van het Italiaanse Uzeda aan het uiterlijk niet af te lezen. De ritmesectie stelde je je eerder voor op een bruiloft. De zacht pratende maar hard schreeuwende Giovanna Cacciola deed denken aan de zangeres van het gênant slecht spelende schoolbandje van vroeger. De kromgebogen gitarist riep een beeld op van een naargeestig mannetje dat te zeer geperverteerd is om iets met de edele kunstvorm muziek uit te staan.
Niks van dat alles. De ritmsectie speelde strak en hard, repititief en innovatief. De gitarist speelde akkoorden die ogenschijnlijk per ongeluk door zijn vingers gevonden werden. Dit in bijpassende verkrampte houding en met de rug quasi mysterieus naar het publiek toegekeerd. De kleine en stevig gebouwde zangeres stootte korte, a-melodieuze klanken uit die geen schoolmeisje bedacht zou kunnen hebben. Onduidelijk hierbij bleef of ze de Italiaanse of de Engelse taal als uitingsvorm gebruikte. Aan de songtitels te zien was het laatste het geval.
De sound van Uzeda is dermate sober en droog dat de meer harmonieus georiënteerde luisteraar in zijn hoofd uit zichzelf een tweede stem en koortjes gaat toevoegen. Dit werd vooral uitgelokt door de haast irrelvante zangpartijen van Cacciola. Een zanger of zangeres wekt namelijk het idee in de hand dat het niet om instrumentale muziek is te doen. Om die kant op te gaan is daarentegen zo'n gek idee nog niet voor Uzeda, dat inmiddels twee albums op zijn naam heeft staan. Van een hypnotiserende werking moet Uzeda het hebben. De band brengt een extreme vorm van de vroege, riff-georiënteerde grunge zoals te horen op bijvoorbeeld Bleach, het debuutalbum [1989] van Nirvana. De nadruk ligt bij Uzeda in vergelijking hiermee echter meer op dissonanten en monotonie. Dat geeft de muziek minder toegankelijkheid en een zweem van experiment.
Hoofdprogramma Shellac verschilt voornamelijk in twee dingen van zijn voorprogramma. De minimalistische muziekstijl is dezelfde, maar de toegankelijkheid is groter door doorzichtigere songstructuren en makkelijker te behappen zangpartijen. Ook bestaat Shellac uit aanmerkelijk minder begaafde muzikanten. Bekendste lid van dit driemanschap is zanger/gitarist Steve Albini, die het tweede album van Uzeda produceerde. In Shellac vervult hij de rol van de even rücksichtlose als nietszeggende teksten schreeuwende en enigzins klunzig spelende frontman. Ook de ritmesectie is stukken minder ritmevast dan die van Uzeda. Droogkloot Bob Weston speelde iets te nonchalant zijn baspartijen, duistere drummer Todd Trainer timmerde er op los, maar legde niet altijd een even solide basis. Serieus neemt Shellac zich dan ook niet te veel. Af en toe rommelden ze muzikaal maar wat aan, tot driemaal toe werd er ruimte gegeven tot het stellen van vragen en ook een wedstrijdje balanceren op één been werd ingelast.
Shellac speelde een kleine twee uur. Daarna was het mooi geweest. Ruimte voor een toegift werd niet gegeven en was ook niet nodig om het publiek tevreden naar huis te laten gaan. Een grote band is Shellac zeer zeker niet. De prettige eigenschap van zelfrelativering is zijn grootste kwaliteit.
http://www.kindamuzik.net/live/shellac/uzeda-shellac/5587/
Meer Shellac op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/shellac
Deel dit artikel: