Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Op de vierde en laatste dag van Roskilde lijkt het publiek de gevolgen van een week festivalcamping, brandende zon en de nodige drank te gaan voelen. Slechts een klein deel laat zich aan het begin van de middag al zien op het festivalterrein. Misschien zijn ze hun spullen alvast aan het pakken of laten ze de wat minder grote namen even aan zich voorbij gaan, omdat er vandaag maar één echt grote act op het programma staat. Of ze zijn de biervoorraad op de camping aan het wegwerken, nu er dit jaar voor het eerst geen eigen drank op het terrein mag komen. Ter compensatie is er gratis water te tappen, wat massaal gedaan wordt, ook op deze wederom erg warme dag.
Wie om één uur al wel aanwezig is in de Arenatent, wordt door Van Dyke Parks [foto links] van de nodige spreekwoordelijke oorzalf voorzien. De oude rot, die als producer, componist en arrangeur (voor bijvoorbeeld Beach Boys, Randy Newman, Frank Zappa) al een ereplaats in de popgeschiedenis heeft verdiend, treedt nu op met eigen werk. Daarbij wordt hij bijgestaan door het Deens Nationaal Jeugdorkest, een podium vol blazers, strijkers en zelfs een harp. Parks zit vooraan achter de piano en hoewel hij oogt als een opaatje, klinkt hij allerminst zo. Zijn composities met zoete klassieke arrangementen doen denken aan Disneysoundtracks, zoals zijn stem van een stripfiguur zou kunnen zijn. Een fijne, feelgoodopening van de zondag. (MK)
Aan de overkant van het terrein ook meteen het andere muzikale uiterste: Die Antwoord. Een van de meest tot de verbeelding sprekende internethypes van het afgelopen jaar, met een gratis weggeven debuut en bizarre videoclips. Het drietal Ninja, Yo-Landi Vi$$er en DJ Hi-Tek heeft iets weg van De Jeugd van Tegenwoordig, maar dan met nog minder diepgang en veel matiger beats. Maar een hilarische en onderhoudende live-act is het wel: de vieze, zweterige en bomvolle Cosmopol is de ideale plek om uit je dak te gaan op 'Enter the Ninja', 'Rich Bitch' en 'Wat Kyk Jy'. Ideale act ook om je kennis van je Zuid-Afrikaanse straattaal bij te spijkeren: het massaal meegebrulde Jou Ma Se Poes In 'n Fishpaste Jar is bijvoorbeeld een lokale verwensing, waarvan de betekenis zich niet moeilijk laat raden. Zou wel eens heel leuk kunnen worden op Lowlands. (HV)
De meerstemmige zang van Local Natives [foto rechts] wordt terecht vaak vergeleken met die van Fleet Foxes. Het geeft het soort warmte waar Californië patent op heeft en ze doen het prachtig. Maar Local Natives is wel minder zweverig, meer een band die vooruit wil. Met stevig drum- en percussiewerk en een bonkende bas bijvoorbeeld, die zo overheersend is dat het storend wordt. Het lijkt alsof ze over de eenvormigheid van de liedjes heen willen blazen, want na een minuut of twintig blijkt het wel veel van hetzelfde te zijn. Als de trompet tevoorschijn komt is er even een verheffend momentje, maar verder scoort Local Natives een mager zesje.
Er hangt een Woodstocksfeer voor het hoofdpodium, met veel zittende mensen, als Jack Johnson [eerste foto] de soundtrack bij de zon mag verzorgen. De surfdude staat bekend om zijn relaxte, laidback muziek, maar je kunt ook overdrijven. De poepsimpele liedjes worden zonder enige overtuiging gebracht en Jack staat er maar een beetje bij te zwijmelen. 'Saai' is de enige kwalificatie die hier op zijn plaats is. Wanneer hij de elektrische gitaar tevoorschijn haalt, laat hij horen wel degelijk een echte muzikant te zijn en komt de band ook een beetje los. Maar zodra hij zijn vier akkoordjes weer rondspeelt, zakt de boel weer in. Er wordt meer van je verwacht als er tienduizenden mensen naar je muziek komen luisteren.
Drie jaar geleden speelde The National [foto links] op Roskilde in de Odeontent, qua grootte het derde podium. Vandaag is de band een plekje opgeschoven naar Arena en die promotie wordt dubbel en dwars waargemaakt. Na een aarzelend begin komt het met trompet en trombone aangevulde vijftal op stoom. Er volgt een intense rockshow van anderhalf uur, waarin zanger Matt Berninger zijn donkerbruine bariton tot grote hoogten brengt (hij kan dus ook schreeuwen), de gitaar veel meer dan op plaat uit de bocht mag janken en de toch al sterke songs uitgebouwd worden tot volwaardige rockepossen. Berninger duikt ook nog even het publiek in en maakt daarmee de triomf compleet. De volgende keer op het hoofdpodium. (MK)
Op dit Deense festival is altijd veel aandacht voor bands van eigen bodem, zoals Afenginn. Superlatieven en vergelijkingen uit het programmaboekje mag je soms met een korreltje zout nemen: namen als Gogol Bordello en Kaizers Orchestra zijn - zeker bij buitenlandse optredens - toch wel iets grotere publieksmenners. Wat niet wegneemt dat dit een bijzonder gezelschap is met een apart geluid; met gitaar, strijkers en klarinet gaat het een beetje richting het klezmer-klassiek zoals het Belgische DAAU dat maakt(e). Als een soort eb- en vloedbeweging gaat het heen en weer naar een meer opzwepend en dansbaar geluid en terug. In de kleine Paviljontent voor veel landgenoten in ieder geval een hit, benieuwd hoe ze het hier op een Balkan Beats-avond zouden doen.
Kasabian is thuis in Engeland al jaren een arena-act en debuteert in Denemarken meteen maar op het grootste veld van Roskilde. Dat zou je een stap te ver kunnen noemen: slechts de voorste rijen gaan los op de band uit Leicester - en aan de commentaren van zanger Tom Meighan te horen, staan daar redelijk wat stadsgenoten en andere Britten. Bij de neutrale (en vooral op de slot-act wachtende?) festivalgangers lijkt er weinig aan te komen, al zijn er wel wat blikken van herkenning bij de toch wel sterke singles als 'Club Foot', 'L.S.F. (Lost Souls Forever)' en 'Fire'. Kasabian zou op Roskilde ook een Arena-act moeten zijn: in die tent komt het vast een stuk beter over.
Roskilde heeft vaker larger than life afsluiters gehad, maar weinig zullen er zo tot de verbeelding spreken als Prince. Heeft hij 'het' nog? Of is hij inmiddels vergane glorie? Het antwoord hangt ergens in het midden. Na een kwartier vertraging en wat opjutterij door de bandleden klinkt het overbekende intro van 'Let's Go Crazy' door de speakers en staat de kleine man op het podium. Het eerste half uur lijkt het concert uit te draaien op wat iedereen hoopt; funkend, opzwepend en met hits uit de hoogtijdagen van de ster - al wordt er wel erg veel gerekt. Daarna slaat de sfeer om naar een kerkdienst met een hele rij ingetogen songs, waaronder twee overbodige covers ('Angel' van Sarah McLachlan en 'Lean on Me' van Bill Withers).
Ergens schitterend dat iedereen stil geniet, maar het duurt te lang - gezapigheid ligt te dicht op de loer, al is er uiteindelijk toch wel een mooie uitvoering van 'Nothing Compares 2 U'. Maar grootste hit 'Purple Rain' klinkt ongelooflijk plichtmatig en is een schim van de klassieker uit de gelijknamige film. Pas bij toegift 'Kiss' is weer de stomende band waar het concert mee begon te zien, en krijgt men een glimp van hoe goed Prince twintig à vijfentwintig jaar geleden moet zijn geweest. Bij lange na niet het gedroomde legendarische concert, daarvoor misten er te veel krakers uit de enorme catalogus van deze (voormalige?) ster die er met wat minder rekken en zonder die covers best in hadden gepast.
Het mag de pret op het festival niet drukken; de bars bij de Arena zijn tot in de kleine uurtjes open en op deze laatste nacht blijven de temperaturen lekker zwoel, in tegenstelling tot de eerdere koude avonden. Met Roskilde als een way of life hebben veel bezoekers helemaal geen Prince of andere grote namen nodig, die maken net als alle andere jaren hun eigen legende. (HV)
http://www.kindamuzik.net/live/roskilde-festival/roskilde-2010-dag-4/20392/
Meer Roskilde Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/roskilde-festival
Deel dit artikel: