Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De baarden worden langer, het gras is nu helemaal dood en overal hangt een waas van stof. Dag drie is nog warmer dan de voorgaande, maar gelukkig staat er een windje en lijkt van uitputting nog altijd geen sprake. Fier wapperen de vele vlaggen op het enorme terrein voor de Orange stage, van DDR tot Ducktales. Het publiek heeft zo iets weg van een leger ongewassen, ongetrainde krijgers met als enige vijand de kater van gisteren. Maar het leger staat klaar om los te gaan op weer een volle festivaldag. (MK)
Roskilde geeft altijd veel ruimte aan bands van eigen bodem. Soms valt dat tegen (When Saints Go Machine) en soms is de hype groter dan de beschikbare ruimte rond het podium. Bij The Rumour Said Fire staat het al honderd meter buiten de tent muurvast, met iedereen die op straat in de zon zit. Gelukkig staat het geluid hard genoeg om van een afstand mee te genieten van deze op Fleet Foxes en Simon & Garfunkel geschoeide closeharmonyzang. Arme vrachtwagenchauffeur die hier langs moet, dat duurt eeuwen. (HV)
Aan de andere kant van het terrein staat het Noorse Kings of Convenience in de grote Arena-tent. Het duo, zichzelf voornamelijk begeleidend op akoestische gitaar, verzorgt de zachtzoete dagopening met hun veelal op - alweer - Simon & Garfunkel geënte liedjes. Ze ontroeren bij momenten en verrassen met een geinige cover: Lesley Gore's 'It's My Party'.
The Floor Is Made of Lava is de Deense, lichtvoetiger variant van Kings of Leon. Ook hier weer veel bijval van de chauvinistische Denen, die hun handen stukklappen voor alles dat boven het maaiveld uitsteekt. Maar een interessante band is het zeker, zij het niet bijzonder origineel. Stevig, strak gitaarwerk en dansbare liedjes, met een aangenaam rauwe stem. (MK)
Wie donderdag bij de openingsceremonie was, zag een eerbiedige Patti Smith [foto boven] de slachtoffers van de ramp herdenken. Op deze derde dag van Roskilde geeft ze haar eigen optreden, en dat is andere koek. Er zijn weliswaar nog steeds 'lieve' momenten zoals de Lou Reed-cover van 'Perfect Day', maar Smith maakt vooral indruk als ze boos is. Angstaanjagend boos zelfs: als ze met haar armen wijd tekeergaat tegen grote coöperaties, overheden en andere milieuvervuilende instanties, verwacht je dat deze heidense priesteres de weergoden elk moment zover krijgt met donder en bliksem een einde te maken aan al het onrecht in de wereld. Tussen al die tirades door lopen klassiekers als 'Rock n Roll Nigger' en 'Gloria' vloeiend in elkaar over. En laten we 'People Have the Power' niet vergeten; wij zijn de toekomst, wij moeten er wat aan gaan doen. Zinderende finale en een van de hoogtepunten van Roskilde. (HV)
"Thanks for taking away our Roskilde virginity." Hij weet het mooi te zeggen, die Azra Koenig, zanger van Vampire Weekend [foto boven]. Voor de jongens moet de uitpuilende Arena een schril contrast vormen met het lege grasveld dat ze vorige week aantroffen op Rockin' Park in Nijmegen, toen het voltallige publiek zich al opmaakte voor Pearl Jam. Maar ze weten wel raad met dat publiek. De nog altijd erg studentikoos ogende mannetjes hebben zich in korte tijd ontpopt tot professionele publieksbespelers. Ze laten het dansen, zingen en klappen, waarbij de liedjes van het eerste album er nog wat beter in gaan dan de weerbarstiger van het tweede. Maar de foutloze set van de New Yorkers dwingt respect af. Ze bewijzen meer te zijn dan een leuk indierockbandje met wat exotische invloeden en zijn een van de hoogtepunten van Roskilde tot nu toe. Eén grote hit en ze kunnen Ahoy's gaan vullen. (MK)
Bad Lieutenant [foto boven] is eigenlijk gewoon New Order zonder de vertrokken bassist Peter Hook. Maar het is nog meer de grote Bernard Sumnershow om alles waar de zanger aan heeft meegewerkt nog eens live uit te voeren. De Chemical Brothers-hit 'Out of Control' bijvoorbeeld, uiteraard de twee bekendste Joy Divisionklassiekers ('Love Will Tear Us Apart' en 'Transmission') en een trits New Orderhits als 'Regret', 'Crystal' en een tot drie keer toe mislukte start van 'Bizarre Love Triangle'. Maar wat een feest der herkenning had moeten worden, weet Sumner compleet te verstieren met een gênant rommelig optreden en constant gezeur over het geluid. Daar had zelfs het niet gespeelde 'Blue Monday' niets aan kunnen redden. (HV)
Wie van Beach House wil genieten, moet geduld hebben. Ten eerste om in de wederom veel te kleine Paviliontent binnen te komen, maar vooral om de liedjes binnen te laten komen. De droompop van het duo, live aangevuld met een subtiel spelende drummer, laat zich opjagen noch dwingen. Het moet toch enige discipline vergen om zo gedragen te blijven spelen, terwijl het publiek je klappend vooruit wil dwingen. Op het dunne koord tussen langdradigheid en betovering wint de laatste het uiteindelijk glorieus.
Hoe anders is het bij Pendulum, dat vanaf de eerste klanken de tent op zijn kop heeft staan. De rockende drum 'n' bass heeft veel overeenkomsten met The Prodigy, maar er zijn ook essentiële verschillen. Zo staat Pendulum er veel meer als band, met een prominenter rol voor de gitaar en zang. Ook komen ze eerder positief dan agressief over; de muziek speelt meer op de voetjes dan op de borstkas. Veel vroege housesamples (heeft Human Resource al gebeld over de 'Dominator'-sample?) en erg veel breakbeats. Het publiek maalt er niet om dat het na drie kwartier wel veel van hetzelfde wordt: de Arena heeft genoeg energie gekregen om de volle anderhalf uur te kolken.
Typisch voor Roskilde zijn de georganiseerde wachtrijen voor de pits, waarin fans al uren van tevoren klaarzitten om vooraan te kunnen staan. Zo zit er aan het begin van de middag al een groepje diehardfans in de rij voor Muse [foto boven], dat pas om 22.30 uur speelt. Vanuit het Muse-kamp weinig nieuws, de band zit aan het plafond van zijn spacerockriffs en megalomane uitspattingen. De Engelsmannen hebben zich de afgelopen jaren goed geconsolideerd en zetten een strakke set neer, met de publieksfavorieten netjes verspreid. Verder hier en daar een uitstapje, een stukje Rage against the Machine, een fragment van Nirvana, maar die Spielerei is bijzaak. Het gaat om de hits, waar het nieuwe misschien vanaf is, maar wat kun je zeggen als je zestigduizend man ziet springen op 'Knights of Cydonia'? Muse hoort hier en nu op deze plek. (MK)
Een van de meest intrigerende platen van de afgelopen maanden is A Sufi and a Killer van Gonjasufi. Een duister brouwsel van blues, funk, oriëntaalse beats en andere spannende invloeden. Zo'n plaat vol samples en beats, hoe voer je dat live uit? Nou, liever niet hoe Sumach Ecks - de man achter het alter ego - dat hier op Roskilde doet. Het cliché van rapper met een dj is vele malen overtuigender gebracht dan dit. Meeschreeuwen op beats die nergens de herinnering van die plaat oproepen en af en toe wat merchandise in het publiek gooien, daar had veel meer in kunnen zitten. Hopelijk krijgen we in Nederland later dit jaar (o.a. op het Le Guess Who?-festival) een betere show. Grootste teleurstelling van het weekend.
The Prodigy [eerste foto] doet natuurlijk al jaren hetzelfde kunstje, maar het blijft enorm effectief en aanstekelijk. Al zou het een stuk genietbaarder zijn als Maxim Reality niet elke vijf seconden over z'n Prodigy-warriors zou beginnen of "Where the fuck are you?" zou roepen. We staan nog steeds met tienduizenden voor je neus hoor. Wel een schitterend moment als hij tijdens 'Smack My Bitch Up' iedereen laat knielen en iedereen in één keer omhoogkomt. Een veld vol vlaggen, glowsticks en euforisch dansende mensen, meer heb je bij The Prodigy niet nodig. (HV)
http://www.kindamuzik.net/live/roskilde-festival/roskilde-2010-dag-3/20389/
Meer Roskilde Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/roskilde-festival
Deel dit artikel: