Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Natuurlijk zie je op een bluesfestival wat meer grijze haren, spijkerpakken en bierbuikjes dan op andere festivals. De gemiddelde leeftijd van bluesminnend Nederland ligt nu eenmaal wat hoger en dat zie je terug, ook bij de aankleding van de Rhythm & Bluesnight in de Groningse Oosterpoort. Op allerlei plekjes kun je even rustig zitten, het eten is net er wat chiquer en waar er een glas bier omvalt, wordt meteen een flinke laag zout gestrooid. Een heup is tenslotte zo gebroken.
Muzikaal krijg je uiteraard je stijf authentieke bluesmannen en vingervlug solerende gitaarslagers, maar het leuke aan de R&B Night is dat de programmeurs ook altijd acts boeken die een beetje als een frisse tegenwind fungeren. Een paar jaar geleden geselde Jon Spencer de bezoekers met spijkerharde punkblues en vorig jaar stal garagemalloot King Khan de show. Dat vuurwerk ontbreekt deze editie een beetje. De focus ligt meer op de traditionelere artiesten en echte avonturen zijn er wat dat betreft minder te beleven.
Je Chigagoblues krijg je natuurlijk niet authentieker dan dat Mud Morganfield het brengt. De oudste zoon van Muddy Waters hoef je niks te vertellen. In een kek wit jasje is hij helemaal het heertje en samen met zijn band speelt hij de blues zoals het in de Windy City ooit bedoeld werd, met grommende zang, tingelende piano's en staccato gitaarwerk. Ietsje moderner gaat het eraan toe bij Left Hand Freddy in de foyer. Terwijl de band zich geolied door een berg aan bluesy riffjes heenploegt, soleert Freddy zich het snot voor de ogen. Technisch is het enorm knap, maar een beetje oubollig is het wel.
Nee, dan Drivin' n' Cryin [bovenste foto]. Die maken zich heel wat minder druk om technische perfectie, al speelt Jason & Scorchers-gitarist Warner E. Hodges toch ook heel aardig leadgitaar. De band uit Georgia kende zijn beste tijd in de vroege jaren negentig en voor frontman Kevn Kinney zijn de jaren klaarblijk hard geweest. Hij ziet er nogal pafferig en bleekjes uit. Je hoort het niet terug in de muziek, die twintig jaar na dato nog steeds fris,hard en prettig klinkt. De band houdt zo'n beetje het midden tussen southern rock en grunge. Als de band een slepende versie van 'Fly Me Courageous' inzet krijg je spontaan zin om je geruite bloesje en legerkistjes weer eens op te zoeken.
My Baby speelt ondertussen in de foyer en zangers Cato van Dyck excuseert zich voor haar zang. Ze is snotverkouden, biecht ze op en de hoge noten zijn moeilijk om te zingen. Het Nederlandse/Nieuw-Zeelandse drietal begon ooit als soulbandje, maar heeft zich inmiddels een stevig bluesgeluid aangemeten. Die hybride zorgt voor dansbare ritmes, maar dan wel met scheurend gitaarwerk. Het is best aardig, maar ook niet meer dan dat.
Waar Kevn Kinney op zijn 54ste niet zo heel fit voor de dag komt, is de 75-jarige (!) Mavis Staples [foto hierboven] hartstikke kwiek. Ze schreeuwt zich de machtige longen uit het lijf en ze vraagt zich hardop af waarom ze niet eerder voor dit festival werd uitgenodigd. Van rhythm-and-blues weet ze tenslotte wel het een ander. Staples speelt een dwarsdoorsnede van haar werk. Het gaat van 'Freedom Highway', de door haar vader geschreven soundtrack van de burgerrechtenbewiging, naar het werk dat ze tegenwoordig met Jeff Tweedy maakt. Afsluiten doet ze met het vast niet dubbelzinnig bedoelde 'Let's Do it Again'. Het klinkt allemaal even prachtig: de pure gospel, de stomende soul en alles wat daartussenin zit. Dat komt niet alleen op het conto van de grande dame zelf, maar ook op dat van haar ongelofelijk goed spelende band. Powerwoman Mavis Staples en haar manschappen betoveren de grote zaal met een euforisch optreden.
Dan is guitar hero Joanne Shaw Taylor toch van een iets geringer formaat, hoewel haar set in de foyer zeker niet slecht is. De Britse blijkt een potige dame en zo klinkt haar bluesrock ook. Terwijl ze zingt over het vermoorden van een vriendje, gooit ze er nog maar eens een scheurende bluesriff tegenaan. Het zijn bluesriffs die je even later ook weer hoort bij de southern rock van Gov't Mule. Onder leiding van zanger-gitarist Warren Heynes gaan de Amerikanen los met ellenlang uitgesponnen nummers, waardoor het geheel een beetje aanvoelt als een veredelde jamsessie. Best aardig allemaal, maar ook vrij vermoeiend.
Inmiddels is het al na tweeën, maar bij King of the World [foto hierboven] is het nog even volle bak. Natuurlijk omdat de blues retestrak wordt gespeeld, maar vooral om Erwin Java nog eens te zien spelen. De oud-gitarist van Cuby & The Blizzards en Herman Brood is achteloos goed en maakt er samen met de band nog een mooi bluesfeestje van.
Het licht mag even later worden uitgedaan door het Amerikaanse Little Hurricanes [foto hieronder], dat waarschijnlijk de jongste band van de avond is. De minste zijn ze zeker niet. Het duo is een soort americana-versie van Blood Red Shoes en ze schoppen nog even lekker om zich heen, met gestripte en opgefokte grungy blues. De blootsvoets achter haar drumkit zittende Celeste Spina mept glimlachend haar trommels kapot, terwijl de zang en het gitaarspel van Anthony Catalano wel wat doet denken aan het geluid van Two Gallants. Het is een prima afsluiter van een avond die, ondanks de betovering van Mavis Staples, wel iets meer pit had mogen hebben.
http://www.kindamuzik.net/live/rhythm-blues-night/rhythm-blues-night-2015/25926/
Meer Rhythm & Blues Night op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/rhythm-blues-night
Deel dit artikel: