Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De opzet van Metropolis is altijd anders. De organisatie heeft schijnbaar hard zitten puzzelen op de vraag op welk stukje gras nog nooit een podium heeft gestaan. Daarom is het ook dit jaar even zoeken waar je moet zijn. Is Tent nu hetzelfde als The Garden? En wat is het verschil tussen het Popunie-podium en het PopUp-podium? Het is even wennen, maar later op de dag spreek je Workers Stage net zo makkelijk uit als Alpha. Een dagje podiumhoppen.
Tent is makkelijk te vinden vanwege het dak. Hier trapt Blaudzun af. De singer-songwriter ziet door zijn bril de tent langzaam volstromen. De muziek is net zo donker als de kleding van de geconcentreerde bandleden. Subtiel, getergd en professioneel. Met de tekst "Halleluja, California" worden misschien weinig kerkgangers getrokken, maar wel nieuwe fans. Het festival is begonnen.
Via een greppeltje leidt de speurtocht naar het Popup-podium. Op de planken staat Stöma [foto rechts]. Deze Rotterdammers herinneren aan een jonge Primus, waarbij de gitarist is ingeruild voor een turntablist. De frisse, opzwepende funk valt goed bij het publiek en het plezier straalt ervan af. De bassist plukt driftig aan zijn bas, zijn gezicht geschminkt. Deze intelligente, freaky muziek is voor herhaling vatbaar. Wanneer spelen ze weer?
Nu we echt wakker zijn kunnen we naar Thinkers Stage. Hier speelt Triggerfinger. De Belgen maken rechttoe rechtaan rock in de traditie van Motörhead, en dat doen ze met verve. Het klinkt smerig en rauw. Het contrast is dan ook groot wanneer de zanger in zachtaardig Vlaams de menigte toespreekt, om vervolgens weer de gitaren en drums er in te laten knallen.
Aux Raus treedt als tweede aan op de Workers Stage. Hun gabberpunk zorgt ervoor dat er al snel een moshpit ontstaat, terwijl zanger Bastiaan Bosma zichzelf met zijn vuist tegen het hoofd slaat. De eerste crowdsurfer van de dag smakt pijnlijk op de grond, Bosma's poging lukt beter. Zowel publiek als band zwoegt en beukt. In de toegift van een energiek maar eentonig optreden slaat hij zichzelf weer voor het hoofd. Aux Raus is de muzikale variant van sm. Het is maar wat je leuk vindt.
Aangenamer is het Engelse Emmy the Great die in de halfgevulde tent optreedt. Een meisje, een jongetje, een gitaar en een liedje. Hoewel de nummers soms wat eentonig klinken, is de samenzang tussen Emmy en Euan zo aandoenlijk dat het je doet glimlachen. Het maakt nieuwsgierig naar het nog te verschijnen album.
Tegelijkertijd speelt Harry Merry & The Must op het Popunie-podium een thuiswedstrijd. Deze aparte verschijning maakt ongewone muziek. Op het eerste gehoor denk je aan een complexe Mike Flowers and the Pops. Een meer getraind oor hoort echter jaren zestig en zeventig in een slimme mix met glamrock, The Beatles, powerpop, humor en wellicht The Doors. Met dikke tong en vol overgave zet Merry een wervelende show neer. Mede dankzij de achtergrondzangeressen met pruiken en maskers, een drummer en de plukkerige bassist van Stöma. Kan het gekker?
Terug naar Tent, waar Murder by Death [foto links] punk maakt, beïnvloed door zeemansliederen. Ze hebben niet hun beste dag. Hoewel de liedjes goed worden uitgevoerd, lijkt de band niet echt los te komen. Het is alsof er een flinke afstand bestaat tussen het viertal en het publiek in de anders zo knusse tent. De dame op de elektrische viool is nauwelijks te horen, waardoor ze geen toegevoegde waarde heeft. De tent raakt niet vol vanwege de overtuigingskracht van de band, maar door een flinke regenbui.
Op het Oogst-podium met op de achtergrond Ahoy' probeert HIT ME TV de regen weg te spelen. Dat lukt wonderbaarlijk. De zon komt zelfs twee keer door. Voor het kleine podium is het behoorlijk vol. De Amsterdammers spelen overtuigend, het klinkt live zelfs beter dan op plaat. HIT ME TV zet een veelbelovend optreden neer, mede dankzij een charismatische frontman.
Op het dit jaar nieuwe PopUp-podium kondigt de presentator aan dat de formatie The Fringe géén hiphop maakt, ondanks dat er gerapt wordt. Toch hoor je gewoon hiphop, vergezeld door stuiterende, chaotische beats met diepe bassen. De twee MC's zijn enthousiast en dat werkt aanstekelijk. Hiermee, én met de vette beats, weten ze te verbloemen dat ze tekstueel weinig om het lijf hebben. Dat maakt ook niets uit, The Fringe is namelijk een band die op geen enkel feestje misstaat.
Andere succesvolle feestjes zijn de optredens van Blaxtar [foto rechts] en Typhoon [foto links] op Workers Stage. Beiden kennen een voorzichtige start maar weten de toeschouwers uiteindelijk voor zich te winnen. Met name Typhoon, die zijn uiterste best doet ook de achterste regionen van het veld bij het feestje te betrekken. De gezamenlijke nummers 'Machtsmisbruik' aan het einde van Blaxtars set en 'Los Zand' aan het einde van die van Typhoon zijn de hoogtepunten.
AC Berkheimer heeft niet zoveel met feestjes. De band houdt er een Rotterdamse mentaliteit op na; niet lullen maar poetsen. De dromerige gitaarpop vindt aftrek bij een groot publiek, maar het kwartje valt minder snel dan bij het kersverse debuut. Een prima act voor het Oogst-podium, al moet het gewas nog wat groeien.
Zijn er ook podiumbeesten? Jawel, de levendige mannen van O'Death weten wat het is om op de planken te staan. Instrumenten als banjo en fluit ondersteunen de stampende ritmes van deze partyfolk. Leuk voor even, maar uiteindelijk voelt het toch als een trucje.
Tijd voor de afsluiters. Voor Workers Stage staat een menigte te springen en te dansen. Logisch, daar speelt publiekstrekker Blood Red Shoes [foto boven] uit Brighton. Het album 'Box of Secrets' is goed, op het podium is de band nóg beter. Het duo speelt harder en strakker en lost zo de verwachtingen gemakkelijk in. De grungeachtige rock behoort tot de absolute hoogtepunten van het festival.
Afsluiter op de The Garden - of Tent - is DeVotchKa [foto rechts]. De band lijkt nog warm te moeten draaien, terwijl de festivalgangers een feestje verwachten. Bij nummers als 'Transliterator' komt het tempo er meer in. Dat heeft ook effect op de toeschouwers. Het laatste nummer ontaard in een waar balkanfeestje en de voetjes gaan eindelijk van de vloer. Men roept om een toegift, maar de laat op stoom gekomen locomotief van DeVotchKa komt niet terug.
Over voetjes van de vloer gesproken, de echte hekkensluiter, South Central, kan er ook wat van. Denk chemical beats, (alweer) Brighton, rock en electro. De vijf man met zwarte hoodies weten het grote veld op te hitsen en doen denken aan de set die The Prodigy ooit gaf op Metropolis. Opzwepend, onvergetelijk en een veelbelovende festivalact.
Het leukste gratis festival van Nederland zit erop. Rotterdam mag trots zijn op twintig jaar Metropolis, dat ook dit jaar vol verrassingen zat. Op naar de volgende twintig edities? Veel subsidie en dezelfde ingrediënten graag.
http://www.kindamuzik.net/live/metropolis/metropolis-festival-2008/17199/
Meer Metropolis Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/metropolis
Deel dit artikel: