Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Een lelijke Schot die niet kan zingen, een charmante dame met een pruik als een buitenproportionele suikerspin en maar liefst drie podiuminvasies. En vooruit, hoe was de muziek op de tweede editie van London Calling van 2009?
Podiuminvasie
Bij Bombay Bicycle Club, een groep enthousiaste broekies die ogen en klinken als de jongere en wildere broertjes van The View, gaat Paradiso helemaal los. De muziek, waarbij harde gitaarerupties worden afgewisseld met rustige maar hoekige gitaarlijnen, nodigt dan ook uit tot het bouwen van een aardige pit. Het optreden is rommelig, de zang is de eerste paar minuten niet te horen en de beste nummers zitten aan het begin van de set; toch beklimmen tegen het einde van het optreden zo'n dertig bezoekers het podium. De bandleden spelen stoïcijns door.
Ook bij het optreden van Jack Peñate een podiuminvasie. Hij wisselt met veel succes de beste songs van zijn debuut Matinee af met de pop met zomerse invloeden van de succesvolle opvolger Everything Is New. Als tot op de balkons iedereen staat te dansen, blijkt dat die koerswijziging een slimme keus is geweest.
Het fenomeen podiuminvasie was op vrijdagavond al met succes toegepast bij We Were Promised Jetpacks. Al is er aanvankelijk niets dat daar op wijst. Als, na een flink uitgesponnen stuk instrumentaal geweld als opening van de show, zanger Adam Thompson zijn strot opentrekt, wordt direct de vinger op het gevoelige punt van We Were Promised Jetpacks gelegd. Thompson zingt verre van loepzuiver, maar als geheel klinkt het gelukkig een stuk beter. Langzaamaan bouwen de heren hun geluidsmuur op, waar zo nu en dan middels een instrumentale explosie alle energie uitknalt. Dat Thompson niet moeders mooiste is, moet maar toegeschreven worden aan het feit dat hij Schots is.
Schoenstaarders
De tweede editie van London Calling in 2009 kan de geschiedenis ingaan als de editie waarbij de shoegazers de macht overnamen. Al weet niet elke band daar een even creatieve invulling aan te geven. De grootse en meeslepende rock van The Boxer Rebellion is hitgevoelig als U2, maar is niet bepaald vernieuwend. De groep krijgt de grote zaal echter moeiteloos mee. Ook Four Dead in Ohio heeft nog niet echt een eigen invulling gegeven aan de muziek met de harde, rondzingende gitaren, al zit er wel een flinke dosis psychedelica door de muziek gemixt en werken de videoprojecties, variërend van beelden van Tommy Cooper tot The Weather Project van Ólafur Elíasson, prettig vervreemdend.
Voor de tweede keer al staat het drietal van A Place To Bury Strangers [foto hierboven] op London Calling. Waar We Were Promised Jetpacks al liet horen hoe een wall of sound opgebouwd moet worden, tillen de New Yorkers van A Place to Bury Strangers dit concept naar een nog hoger plan. Ontzettend strakke drums begeleiden de bassist en zanger-gitarist Oliver Ackermann. Tezamen weet het drietal een gigantisch overweldigend geluid de grote zaal van Paradiso in te sturen. Ondersteund door een stroboscoop en rook piekt A Place To Bury Strangers hiermee op de vrijdagavond van London Calling. Met overmacht.
Hogereschoolrock
Ze ogen studentikoos, komen uit Brooklyn en maken toegankelijke gitaarpop. Waar is dat eerder gehoord? Het kan niet lang meer duren voordat Violens voet aan de grond krijgt buiten New York. Dat zou terecht zijn. Hun The Strokes-meets -Vampire Weekend-meets-Weezer-sound is weliswaar niet bijster origineel, maar wel heel pakkend. Al komen in een set van een half uur natuurlijk vooral de beste songs voorbij.
De Zweden stonden de afgelopen weken in het voorprogramma van A Place to Bury Strangers, net als vanavond eigenlijk, maar muzikaal kan Sad Day for Puppets niets meer dan een slap aftreksel van haar grote broer uit Amerika genoemd worden. Degelijkheid staat centraal in deze show, waar de zangeres van de band overtuigender als stereotiepe huisvrouw uit de bus komt dan als wilde, blonde rockchick.
Grammatics is alles behalve een abc'tje. De band maakt complexe artrock met een verrassende bezetting van gitaar, bas, cello en drums. De voortdurende tempowisselingen, de geseling van de cello en de lange songs met een vaak vreemde opbouw vergen veel concentratie van het publiek dat later op de avond al redelijk los is gegaan op de muziek van meer toegankelijke bandjes. Grammatics komt niet uit de verf.
Ook hogereschoolrock bij Wild Beasts [eerste foto]. De spanning zit hem enerzijds in de verfrissende drumpartijen die afwijken van de standaard vierkwartsmaat en anderzijds in de zang, waarbij een hoge falset wordt afgewisseld met een bas van bijna opera-achtige proporties. Toch is de opbouw van veel songs hetzelfde, waardoor Wild Beasts moeilijk lang kan blijven boeien. Bovendien gaat vooral de falsetzang al snel vervelen.
Op vrijdag heeft het Londense folkrockviertal King of Spain de eer om London Calling af te trappen. Helaas valt na een krap halfuurtje te concluderen dat King of Spain zo kleurloos als een grijze vlek is en simpelweg de capaciteiten niet heeft om te overtuigen. De valse zang wordt ondersteund door een basis van een tweetal gitaren, maar het is de bassist die de meeste aandacht trekt, zij het dan door zijn nogal zwerverachtige verschijning.
Quirky
Opvallend: een contingent singer-songwriters komt London Calling overnemen op de zaterdagavond. Veruit de vreemdste is Beth Jeans Houghton die een stem heeft die ergens rondzweeft tussen Sarah McLachlan en Elizabeth Fraser. Live blijkt Houghton een charmante dame met een suikerspinachtige Dusty Springfield-pruik te zijn die zich door de set heen stuntelt en in paniek raakt als ze hoort nog vijf minuten speeltijd te hebben. Haar oeuvre springt alle kanten op, van opgewekte pop à la Kate Nash tot americana. Iets meer richting zou welkom zijn.
Een teveel aan richting kan je Kid Harpoon niet verwijten, eerder het tegenovergestelde. De singer-songwriter speelt een half uur lang solo op akoestische gitaar met liedjes à la Jack Peñate ten tijde van diens debuut. Hij springt over het podium, zwaait vervaarlijk met zijn gitaar heen en weer en het zweet gutst van zijn hoofd, maar alle liedjes hebben hetzelfde tempo, waardoor de verveling wel heel snel toeslaat. En dan duurt ook een halfuurtje héél lang.
Foto's uit het KindaMuzik archief, door Niels Vinck (A Place To Bury Strangers) en Peter Hageman (Wild Beasts).
http://www.kindamuzik.net/live/london-calling-festival/london-calling-2009-2/19496/
Meer London Calling Festival op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/london-calling-festival
Deel dit artikel: